Samenvatting Mens en Recht, editie 11. Hoofdstuk 1,2,3,6,16
2 vues 0 fois vendu
Cours
Mens en Recht
Établissement
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Book
Mens en recht
Nog geen goede samenvatting kunnen vinden voor Mens en Recht editie 11, dan is dit de samenvatting voor jou. Een uitgebreide beschrijving van de hoofdstukken 1, 2, 3, 6 en 16. Het bevat 29 bladzijden dus een stuk compacter dan het lezen van het gehele boek. Ook informatie uit de college's van NHL S...
Mens en Recht Bunthof 12e editie 2023 / 55 meerkeuzevragen met antwoorden / hele boek / niveau: beginner
Samenvatting Mens en Recht 1
College aantekeningen Onveiligheid in het sociale domein (WESW-B1-KSW-23) Mens en Recht
Tout pour ce livre (92)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Social Work
Mens en Recht
Tous les documents sur ce sujet (17)
Vendeur
S'abonner
iris129
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Mens en Recht, 11e editie
Hoofdstuk 1, Recht en regels.
Waarom is er recht?
- In de Nederlandse samenleving leven en handelen mensen en organisaties
met dikwijls verschillende belangen.
- Om conflicten te voorkomen, kunnen afspraken worden gemaakt. Maar wat
gebeurt er als niet aan de verplichtingen wordt voldaan?
- Het recht gaat om rechten en plichten van individuen en van de overheid,
die voortkomen uit normen en waarden die algemeen gelden in de
maatschappij.
- Door rechten en plichten in rechtsregels vast te leggen, inclusief de wijze
van handhaving, krijgt het recht vorm.
- Het recht brengt een doelmatige ordening aan in de samenleving en geeft
spelregels voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het
handelen door de overheid.
- Daarnaast stuurt het individueel gedrag van burgers.
- Recht en rechtvaardigheid zijn geen synoniemen. Het recht is wel gericht
op rechtvaardigheid.
Vindplaatsen van het recht
Vindplaatsen van het recht (rechtsbronnen) zijn:
1. Wet- en regelgeving;
2. Jurisprudentie;
3. Gewoonte;
4. Verdragen.
1, Wet- en regelgeving
- Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid
(centrale - volksvertegenwoordiging en lagere overheidsorganen).
- Hoogste wetgever in Nederland is de Staten-Generaal samen met de
regering (Koning en ministers samen).
- Alleen wetten die afkomstig zijn van de hoogste wetgever worden met wet
aangeduid, bijvoorbeeld: Burgerlijk Wetboek; Jeugdwet; Gemeentewet.
- De hoogste wet in Nederland is de Grondwet (Gw).
- In lagere regelgeving komt het woord wet níét voor, bijvoorbeeld:
Koninklijk Besluit (KB); algemene maatregel van bestuur (AMvB);
ministeriële regeling; provinciale verordening en algemene plaatselijke
verordening.
- Nederland is lid van de Europese Unie (EU) en heeft een deel van haar
regelgevende bevoegdheden overgedragen aan de EU. De EU kan
verordeningen en richtlijnen vaststellen die gelden in de gehele EU. Deze
regels staan hoger dan de Grondwet.
2, Jurisprudentie
- Jurisprudentie ontstaat doordat algemene regels in de diverse wetten en in
de overige regelgeving moeten worden toegepast in individuele situaties.
- De rechter moet uitmaken hoe de regels zijn bedoeld, door rechtsregels te
interpreteren en de uitkomst ervan te formuleren in een uitspraak.
- Afhankelijk van de soort zaak of het niveau waarop recht wordt gesproken,
heet zo’n uitspraak vonnis, uitspraak of arrest.
- Een uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden heet arrest.
, - De rechter vult normen in die niet duidelijk genoeg in de wet staan, of die
al wel in de maatschappij gelden maar nog niet in de wet zijn beschreven.
- Omdat door rechter nieuw recht wordt gevormd, wordt jurisprudentie
rechtersrecht genoemd.
3, Gewoonte
- Regels van gewoonterecht zijn nergens opgetekend, maar ontstaan in de
loop van de tijd door het gebruik ervan in algemene kring.
4, Verdrag
- Verdragen zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn
gesteld en die gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag.
- Staten moeten een verdrag ratificeren (akkoord verklaren).
- Veel bepalingen in verdragen hebben directe werking. Iedereen kan zich
daar direct op beroepen, ook als deze niet zijn opgenomen in wetten of
lagere regelgeving in Nederland.
Aard van de regels:
1, Dwingend en aanvullend recht
- Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken.
- Semidwingend recht: rechtsregels waarvan alleen ten gunste van de
andere partij mag worden afgeweken.
- Aanvullend recht: regels die alleen gelden als specifieke afspraken
ontbreken.
- Semidwingend en aanvullend recht komen vooral voor bij rechtsregels die
betrekking hebben op het sluiten van een overeenkomst.
- Als de wetgever een van de partijen wil beschermen, dan wordt een regel
van dwingend recht vastgelegd.
2, Rangorde in regelingen
- De rechtskracht van een regel is afhankelijk van het orgaan waarvan de
regelgeving afkomstig is.
- De volgende regelingen staan in rangorde van hoog naar laag:
o Verdragen;
o Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen;
o Grondwet;
o Overige wetten;
o Algemene maatregelen van bestuur;
o Ministeriële regelingen en richtlijnen;
o Provinciale verordeningen;
o Gemeentelijke verordeningen.
Als een lagere regeling in strijd is met een hogere regeling en hierop een beroep
wordt gedaan, dan kan de rechter de lagere regeling buiten toepassing laten.
,3, Objectief en subjectief recht
Objectieve recht: alle geldende rechten en plichten die in rechtsbronnen zijn
vastgelegd (objectieve recht als geheel).
Subjectief recht: recht dat op basis van een objectief recht aan iemand
persoonlijk is toegekend.
Er zijn ook subjectieve plichten.
Subjectieve rechten en plichten kunnen worden afgedwongen in een procedure
voor de rechter.
Grondrechten
In het eerste hoofdstuk van de Grondwet staan de grondrechten.
- Grondrechten zijn de meest elementaire en onvervreemdbare rechten van
een individu, die door de overheid en anderen moeten worden
gerespecteerd.
- De Grondwet bevat klassieke grondrechten, waarop de overheid in
beginsel geen inbreuk mag maken, tenzij daarvoor een wettelijke grond
bestaat.
- Voorbeelden: verbod op discriminatie (art. 1 Gw); recht op vrijheid van
meningsuiting (art. 7 Gw); eerbiediging persoonlijke levenssfeer (art. 10
Gw); onaantastbaarheid menselijk lichaam (art. 11 Gw); verbod
vrijheidsontneming (art. 15 Gw); recht toegang tot rechter (art. 17 Gw).
- De rechter oordeelt of een inbreuk rechtmatig is (in overeenstemming met
het recht).
- In de Grondwet staan ook sociale grondrechten. Voorbeelden zijn: recht op
gezondheidszorg (art. 22 Gw); recht op sociale zekerheid, werk en welvaart
(art. 20 Gw).
- De sociale grondrechten vormen een opdracht voor de overheid. Als de
overheid tekortschiet, kunnen politieke middelen worden ingezet om de
naleving ervan te bewerkstelligen.
Recht en de praktijk van het sociaal werk
- Het recht is van belang voor maatschappelijk werk, sociaalpedagogische
hulpverlening en cultureel-maatschappelijke vorming.
- Het vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en dienstverlening
plaatsvindt. Het bepaalt de juridische verhouding tussen hulp- en
dienstverlener en zijn cliënt, en geeft inhoud aan verantwoordelijkheden
en verplichtingen van partijen.
- Het recht vormt anderzijds de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt
om zijn eigen welzijn vorm te geven.
Bovendien is sprake van een toenemende juridisering van de
maatschappij.
Hulp- of dienstverleners zijn geen juristen, maar kunnen hun cliënten wel
ondersteunen bij het vinden van de juiste (rechts)hulp en hun eigen hulp-
en dienstverlening afstemmen op de sociaaljuridische situatie van de
cliënt.
, Hoofdstuk 2, Indeling van het recht
Publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht
- De overheid oefent gezag uit op burgers via wetgeving, bestuur en het
toepassen van sancties; dit behoort tot het publiekrecht.
- Met haar gezag kan de (‘machtige’) overheid macht uitoefenen ten
opzichte van de (‘ondergeschikte’) burger.
Verhoudingen in het publiekrecht
- Publiekrecht wordt onderverdeeld in staatsrecht, bestuursrecht en
strafrecht.
Staatsrecht
- Staatsrecht regelt onder andere hoe wet- en regelgeving tot stand komt en
beschrijft de diverse organen van de overheid en hun bevoegdheden.
Bestuursrecht
- Bestuursrecht bevat de regels voor bestuursorganen (organen van de
overheid en andere organen die met openbaar gezag zijn bekleed) voor
het gebruik van hun bevoegdheden (besturen).
- Onder besturen valt ook het nemen van besluiten, waardoor aan burgers
rechten worden verleend of plichten worden opgelegd.
- Beschikkingen vallen onder besluiten. Er worden in individuele gevallen
rechten verleend (of juist niet) of een plicht opgelegd.
- Voor bestuursorganen gelden algemene beginselen van behoorlijk bestuur
(abbb). De meest belangrijke zijn:
1. Zorgvuldigheidsbeginsel;
2. Rechtszekerheidsbeginsel;
3. Gelijkheidsbeginsel;
4. Verbod van misbruik van bevoegdheid;
5. Motiveringsbeginsel.
- De meeste abbb zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Ad 1 Zorgvuldigheidsbeginsel
- Zorgvuldigheidsbeginsel: een bestuursorgaan moet een besluit zorgvuldig
voorbereiden (art. 3:2 Awb) en de betrokken belangen zorgvuldig afwegen
(art. 3:4 Awb).
Ad 2 Rechtszekerheidsbeginsel
Rechtszekerheidsbeginsel: burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat hun
rechten en plichten niet zomaar veranderen, zodat zij weten waar zij aan toe zijn.
Ad 3 Gelijkheidsbeginsel
Gelijkheidsbeginsel: het bestuursorgaan moet gelijke gevallen zo veel mogelijk
gelijk behandelen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur iris129. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.