HANDBOEK: HOOFDSTUK PIJN
1 LEERDOELEN
- De beleefde pijnervaring met de patiënt bespreken
- Het gebruik van endorfinen bij pijnbestrijding uitleggen
- De fysiologische reactie van pijn op het lichaam uitleggen
- Aard en intensiteit van de pijn beoordelen
- Opkomen voor de belangen van de patiënt voor pijnbestrijding
- Aanbevelingen uit verschillende CBO-richtlijnen kunnen benoemen
- Invloed van de poorttheorie op het pijnbestrijdingsbeleid kunnen
uitleggen
- Niet-farmacologische interventies kunnen benoemen
- Pijnschaal kunnen gebruiken
- De voordelen van epidurale anesthesie kennen
- Criteria voor analgesie bij patiënten
- Mogelijke bijwerkingen kennen van pijnbestrijding
8.1 OMGAAN MET PIJN
- Beschouwd als vitale parameter
- Waarschuwingssysteem: iets mis in het lichaam dat hersteld moet
worden
Pijn bij bepaalde aandoeningen -> kan genezingsproces vertragen en de
kans op morbiditeit en mortaliteit verhogen
Pijn definities:
- Onplezierige sensorische en emotionele ervaring, samen met
feitelijke/mogelijke weefselbeschadiging
o (geen direct aantoonbaar weefselbeschadiging te zien)
- Pijn is wat pt zegt en het treedt op wanneer een pt zegt dat het
optreedt
o (pijn niet objectief te meten) vpl is afhankelijk vn info vn pt:
intensiteit, soort, plaats
8.1.1THEORETISCHE CONCEPTEN
Specifieke sensibiliteitstheorie-> een specifiek type sensorische prikkels
dat impulsen n/d hersenen zendt bepaalde pijnreceptoren stimuleert.
Patroontheorie -> pijn i/d achterhoorn v/h ruggenmerg
ontstaat en dat er een patroon van zenuwprikkels
wordt geproduceerd. In czs intense prikkeling vn
receptoren gecodeerd met pijn(ervaring) als gevolg
Pijnmodel van Loeser
1
,Model verbindt lichamelijke, psychische en gedragscomponenten vn pijn
met elkaar
Binnenste cirkel: fysieke pijnprikkel. Prikkeling vn nociceptoren.
Pijngewaarwording cirkel: prikkel wordt aan czs gegeven bij overschrijden
vn een drempel. (drempel bepaald bij: persoonlijke omstandigheden,
pijnstillende medicatie)
Pijnbeleving cirkel: subjectieve, emotionele element vn pijn. Beleving van
pijn uit zich in gedrag
Pijngedrag cirkel: alle gedragingen vpl kan afleiden dat er pijn is
Pijnbeleving + gedrag-> verschilt per persoon.
- Beïnvloed door allerlei factoren: ziekte, leeftijd, stress, moeilijke
omstandigheden en persoonlijkheid
Poorttheorie
Iemand pijn ervaart -> beïnvloed worden, poortmechanismen i/ czs de
transmissie vn pijn beheersen
Poort open: pijnprikkels in staat om bewustzijn te bereiken
Poort dicht: pijnprikkels niet in staat om bewustzijn te bereiken (voelt geen
pijn)
Drie neurologische mechanismen, invloed op openen en sluiten poort:
Dikke en dunne zenuwvezels die pijn geleiden:
- Pijnprikkels lopen langs dunne vezels
- Dikke zenuwvezels sluiten poort voor prikkels die via kleine vezels
lopen
- Huid bevat veel dikke vezels
- Behandeling: Massage, warmte- koude toepassing, acupressuur,
transcutane elektrische zenuwstimulatie (DOEL: poort te sluiten, pijn
vermindert)
Prikkels uit de hersenstam die het ervaren vn pijn beïnvloeden:
- Controlepunten v/d formatio retucularis i/d hersenstam reguleren
zintuigelijke input
- Pt ontvangt voldoende/te veel zintuigelijke waarnemingen ->
hersenstam zendt prikkels uit -> poort sluit + voorkomen doorgeven
pijnprikkels
- Pt ontvangt geen/onvoldoende zintuigelijke waarnemingen ->
hersenstam zendt geen prikkels uit -> poort blijft open staan ->
pijnprikkels worden doorgegeven
- Behandeling: afleidingstechnieken, geleidebeeldvorming, visualisatie
2
, Activiteiten i/d hersenschors en thalamus:
- Gedachten, emoties en herinneringen kunnen pijnprikkels oproepen
- Vroegere pijnervaringen beïnvloeden manier waarop pt reageert
- Behandeling: ontspanningstechnieken
Soorten pijn:
Acute pijn= pijn die ontstaat als gevolg van ziekte of trauma en die 6
maanden of korter duurt. Pijn vermindert als genezing optreed, duidelijke
relatie tussen pijn en prikkel.
Chronische pijn= langdurige, voortdurende pijn die 6 maanden of langer
duurt. Niet altijd een duidelijke weefselbeschadiging aanwezig. Kan
ontstaan uit postoperatieve pijn.
Maligne pijn= pijn veroorzaakt door kanker of kankerbehandeling.
Postoperatieve pijn= acute pijn door weefselbeschadiging t.g.v operatie.
8.1.2 ENDORFINEN: NATUURLIJKE OPIATEN
Hersen produceren stoffen die ongv het zelfde effect hadden als morfine
5 natuurlijke opiaten ontdekt: (pijnstillende werking)
- 3 worden endorfinen (geven euforische gevoel)
- 4de = dynorfine (geeft naar gevoel)
- 5de enkefaline (geven euforische gevoel)
Endorfinen passen op receptoren en activeren regulerende kracht.
- Endorfinesleutels
- Endorfinereceptorsloten
o Endorfinereceptoren en endorfineantisloten, in hele lichaam:
maag, ingewanden, alvleesklier, ruggenmerg, bloedsomloop,
hersenen
- Antagonisten, verhinderen dat endorfinen werk kan doen
Bèta-endorfine = 50 sterker dan morfine
Dynorfine = 190 sterker dan morfine
3