Deze samenvatting heb ik zelf gemaakt in het vijfde middelbaar. Ik heb zelf economie wiskunde gestudeerd in ASO, maar deze samenvatting kan zeker ook van pas komen voor gewoon extra verduidelijking over een onderwerp dat je zelf niet begrijpt. Soms kunnen er verwijzingen zijn naar prenten of tekste...
Voorwaarde: het marktaandeel van de vier grootste aanbieders moet groter of gelijk zijn aan 70%
Oligopolie: er zijn veel vragers en maar een beperkt aantal aanbieders
Duopolie: soms zijn er slechts twee oligopolisten
Prijsleider: de oligopolisten domineren de markt (meestal één of meerdere oligopolisten)
Homogeen oligopolie: iedere oligopolist biedt hetzelfde product aan
Heterogeen oligopolie: meestal passen de oligopolisten prijsdifferentiatie toe
Prijszetter: de oligopolist kan zelf de prijs bepalen
Prijzenoorlog: een oligopolist probeert zijn winst te verhogen door zijn prijs te verlagen, maar de andere
oligopolisten passen dit ook toe, waardoor iedereen uiteindelijk verliest
Knik in de vraagcurve: bij een prijsverlaging stijgt de afzet van een oligopolist, maar minder dan verwacht door
de gelijkaardige actie van de concurrenten → zorgt voor een knik in de vraagcurve (de PEV was hoger in het
eerste deel van de vraagcurve)
Prijsstarheid: oligopolisten verkiezen voor weinig prijswijzigingen doordat de concurrentie vaak gelijkaardig
acties uitvoert
Kartel: oligopolisten maken soms afspraken over onder andere de prijs en de productie (dit is wettelijk verboden)
Hoe kiezen oligopolisten een prijs? Door naar de MO en MK te kijken, bepaalt hij een prijs. Hij gaat na wat een
prijsverlaging of prijs afzet zou betekenen voor zijn afzet en dus ook voor zijn winst.
Speltheorie
- Speltheorie: Deze theorie werd ontworpen door John Neumann en is bedoeld om strategische situaties
te bestuderen. Zo zal de ene partij bij het uitstippelen van haar strategie rekening houden met de
mogelijke reacties van de andere partij.
- Dominantie strategie: Dit is de strategie die voor alle partijen het beste is gekozen, ongeacht wat de
andere doet.
- Nash-evenwicht: Geen enkele partij (of oligopolist) heeft er nog belang bij om haar strategie te
wijzigen, ook al is ze op de hoogte van de keuze van haar tegenpartij.
- Pareto-optimaal: Geen van beide partijen kan beter worden zonder dat de andere er slechter van
wordt.
- Niet-coöperatief evenwicht: Dit evenwicht ontstaat zonder afspraken te maken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur movpeel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.