Dit document zijn de oefeningen van Lindenhaeghe (Slim leren en oefenexamens) van alle hoofdstukken, alle vragen en antwoorden. Handig om te stampen voor je examen!
H0 Professioneel gedrag
Vraag 1. Aimy is dga en heeft zich verdiept in een pensioenverzekering voor haar
werknemers. Na een aantal gesprekken met haar adviseur zijn zij tot een juiste
pensioenregeling gekomen. Voor het laatste gesprek heeft de adviseur verzocht
om een accountantsverklaring mee te nemen, omdat dit een eis is van de
beoogde pensioenuitvoerder.
Aimy heeft momenteel geen goede werkrelatie met haar accountant. Zij heeft
nog niet met haar accountant besproken dat zij een pensioenregeling wil treffen
en dus heeft zij geen accountantsverklaring.
Welke reactie van de adviseur is het meest professioneel en inhoudelijk juist?
Antwoord:
“Zullen we een vervolgafspraak inplannen met de accountant erbij? Dan kunnen
we samen kijken naar een passende oplossing.”
Vraag 2. Kyan is reuze benieuwd naar de salarissen die zijn concurrent aan het
personeel aanbiedt. Kyan vraagt de adviseur, omdat ze elkaar al zo lang kennen,
of hij niet kan laten weten wat de salarissen doen bij de concurrent. Kyan wil
namelijk een aantal medewerkers van de concurrent overhalen om voor hem te
komen werken. Deze medewerkers hebben specifieke kwaliteiten die Kyan graag
in huis wil hebben.
Welke reactie van de adviseur is het meest professioneel en inhoudelijk juist?
Antwoord:
“Ik kan je deze informatie niet geven in verband met de privacy van mijn
klanten.”
Vraag 3. Nancy heeft een snelgroeiend bedrijf. Na een eerder goed gesprek en
een heldere uitleg van de adviseur Wft Pensioen, heeft ze gisteren het
bedrijfspand van de buren gekocht. Nancy laat weten dat ze nog geen
opstalverzekering heeft afgesloten en vraagt de adviseur of hij dit vandaag nog
kan regelen. Er is namelijk haast bij.
W at is de meest professionele en inhoudelijke correcte reactie van de adviseur
Wft Pensioen?
Antwoord:
“Ik heb niet de bevoegdheid om u te kunnen adviseren over
schadeverzekeringen. Vindt u het goed als een collega van mij contact met u
opneemt?”
H1. Pijlersysteem
Slim leren
Vraag 1. Aan welke van de onderstaande voorwaarden moet een partner van een
overleden persoon minimaal voldoen om in aanmerking te komen voor een Anw-
uitkering?
Antwoord:
De nabestaande heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Vraag 2. Welke van de onderstaande sociale verzekeringen behoren tot de
volksverzekeringen?
Antwoord:
1
,- AOW
- Anw
Vraag 3. De ouders van Nydia (20) overlijden plotseling. Nydia zit op dat moment
in het tweede jaar van haar hbo-opleiding. Heeft zij recht op een Anw-
wezenuitkering?
Antwoord:
Ja, omdat zij studeert heeft zij tot haar 21e recht op een Anw-wezenuitkering.
Vraag 4. Sarah woont alleen in haar huurappartement in Amsterdam. Zij
ontvangt een AOW-uitkering voor ongehuwden. Drie jaar geleden kwam zij
Michael (ook pensioengerechtigd) tegen, al snel sloeg de vonk over. Zij besluiten
samen in de woning van Sarah te gaan wonen. Michael verkoopt zijn eigen
woning nog niet, maar gaat deze verhuren.
Is de tweewoningenregel hier van toepassing?
Antwoord:
Nee, Michael kan niet vrij over zijn woning beschikken.
Vraag 5. Wanneer ontstaat er recht op een WGA-uitkering?
Antwoord:
- Bij ten minste 35% arbeidsongeschiktheid.
- Na minimaal 104 weken ziek.
Vraag 6. Welke WGA-uitkeringen kent de WIA?
Antwoord:
Een WGA-loongerelateerde uitkering, een WGA-loonaanvullingsuitkering of een
WGA-vervolguitkering.
Vraag 7. Hoe luidt de berekening voor de pensioengrondslag?
Antwoord:
Het pensioengevend loon minus de AOW-franchise.
Vraag 8. Rafaël heeft de afgelopen jaren de volgende inkomensontwikkeling
doorgemaakt:
Op zijn 26e was zijn salaris € 24.080,-
Vanaf zijn 38e was zijn salaris € 30.210,-
Vanaf zijn 43e was zijn salaris € 33.650,-
Sinds zijn 52e is het salaris € 39.860,-
De pensioenleeftijd is gesteld op 68 jaar. Het opbouwpercentage is 1,75% per
dienstjaar en er wordt een AOW-franchise toegepast van € 13.785,-. Het
partnerpensioen bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Rafaël
overlijdt op zijn 60e en heeft een partner.
Hoeveel bedraagt het partnerpensioen op het moment van overlijden van
Rafaël?
2
,Antwoord:
Opbouw tussen 26e en 38e (€ 24.080-/-13.785) x 1,75% x 12 = €
2.161,95
Opbouw tussen 38e en 43e (€ 30.210 -/-13.785) x 1,75% x 5
= € 1.437,19
Opbouw tussen 43e en 52e (€ 33.650-/-13.785) x 1,75% x 9
= € 3.128,74
Opbouw tussen 52e en 68e (€ 39.860-/-13.785) x 1,75% x 16 =
€ 7.301 +
Totaal op te bouwen ouderdomspensioen
€ 14.028,88
Het partnerpensioen bedraagt 70% van € 14.028,88 = € 9.820,22
Vraag 9. “De werknemer loopt in deze regeling (behoudens mogelijke korting bij
financieel onvermogen van het pensioenfonds) geen enkel risico.”
Over welk pensioensysteem gaat bovenstaande beschrijving?
Antwoord:
Over de uitkeringsovereenkomst.
Vraag 10. Zijn werkgevers in Nederland wettelijk verplicht om werknemers een
pensioentoezegging aan te bieden?
Antwoord:
Nee, dit is niet verplicht; de pensioentoezegging kan wel verplicht worden
gesteld via bijvoorbeeld een Bpf of een bedrijfstak- cao.
Vraag 11. Sayenna (63) werkt al 25 jaar bij dezelfde werkgever. Hier bouwt zij
aan pensioen jaarlijks 1,875% op. Haar salaris bedraagt € 36.000,-. Stel dat de
AOW-franchise € 13.785,- bedraagt. Voorafgaand aan haar huidige baan heeft zij
geen pensioen opgebouwd.
Nu haar pensioenleeftijd nadert, is Sayenna benieuwd hoe hoog haar inkomen zal
zijn als zij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Bereken het totale pensioeninkomen voor Sayenna als zij haar
pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Ga ervan uit dat zij nog 5 jaar pensioen opbouwt, haar inkomen gelijk blijft
en de AOW-uitkering € 10.205,35 per jaar bedraagt.
Antwoord:
Pensioen huidige 30 x 1,875% x (€ 36.000,- -/- € € 12.495,94
werkgever 13.785,-) =
AOW-uitkering € 10.205,35
Totaal € 22.701,29
Vraag 12. Welk(e) van de onderstaande stellingen is/zijn juist?
I. Een kenmerk van de beschikbare premiestaffel is dat hoe ouder de
werknemer is, hoe hoger het premiestaffel dat voor hem beschikbaar is.
3
, II. Bij een eindloonregeling ligt de fiscale grens voor pensioenopbouw hoger dan
bij een middelloonregeling.
Antwoord:
Alleen stelling I is juist.
Vraag 13. Wat is het uitgangspunt voor pensioenopbouw?
Antwoord:
De werknemer moet in staat zijn om in 40 dienstjaren een brutopensioen op te
bouwen van ongeveer 75% van het gemiddeld verdiende brutosalaris, rekening
houdend met de AOW.
Vraag 14. Wat zijn de fiscale gevolgen wanneer een regeling niet (meer) voldoet
aan de wettelijke normen?
Antwoord:
De omkeerregel vervalt, de pensioenaanspraak wordt direct belast voor
loonbelasting.
Vraag 15. Welke van de onderstaande documenten moeten worden opgenomen
in de derde laag van Pensioen 1-2-3?
Antwoord:
- Jaarverslag van pensioenfondsen.
- Herstelplan (indien van toepassing).
- Uitvoeringsovereenkomst.
- Pensioenreglement.
Vraag 16. Theo heeft begrepen dat je onderscheid kan maken in de werknemers
aan wie Theo een pensioen aanbiedt. Deze werknemers moeten dan behoren tot
een objectief aanwijsbare groep met andere werkzaamheden.
Theo heeft bedacht dat hij Maurice een andere functietitel geeft. Op deze manier
hoeft hij Maurice geen pensioen aan te bieden.
Welke reactie van de adviseur is het meest professioneel en inhoudelijk juist?
Antwoord:
"Ik begrijp je wens. In deze situatie is dat echter niet uitvoerbaar, omdat de
werkzaamheden gelijk blijven."
Vraag 17. Wat is het doel van het Pensioen 1-2-3?
Antwoord:
De deelnemer ontvangt gelaagde informatie over alle onderdelen van het
pensioenreglement.
Vraag 18. Welke van de onderstaande beweringen is/zijn (on)juist?
I. Bij het bepalen van de pensioenaanspraken worden deeltijdse
dienstverbanden herleid naar een voltijds dienstverband. De AOW-franchise
wordt volledig meegenomen in de berekening. Vervolgens wordt op basis
daarvan pensioen opgebouwd.
II. De afspraken over pensioen die de werkgever maakt met zijn werknemer,
worden door de werkgever vastgelegd in een pensioenovereenkomst. Dit kan
zowel mondeling als schriftelijk.
Antwoord:
Alleen stelling II is juist.
Vraag 19. Tussen welke twee partijen wordt de uitvoeringsovereenkomst
gesloten?
Antwoord:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ww3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.