Dit is een samenvatting van het onderdeel 'taalontwikkelingsstoornissen' van het vak basisbegrippen logopedie 2. Het is een uitgebreide samenvatting van zowel het boek, de Powerpoint als eigen notities. Voor het examen had ik een 15/20, dus zeker een goede samenvatting!
Spraakklanken van de moedertaal (fonetiek)
Articulatiestoornis: selectieve stoornis verwerving klankensysteem
Taalverwerving:
Morfologie, syntaxis, semantiek, pragmatiek
Taal om te communiceren
Taalontwikkelingsstoornis
Vertraagde taalontwikkeling
Gestoorde taalontwikkeling
de taalverwerving: fases
A.M. Schaerlaekens
We onderscheiden 4 grote fasen binnen het taalontwikkelingsproces:
De prelinguale periode
De vroeglinguale periode
De differentiatiefase
De voltooiingsfase
de prelinguale periode
Van 0-1 jaar
Taalontwikkeling start van het moment dat je kind geboren is
Fase voor er effectief spraak is van begrijpbare/verstaanbare taal
Schreien, vocaliseren, brabbelen
Verschil tussen vocaliseren en brabbelen:
o Vocaliseren: brabbel met vocalen/ klinkers
o Brabbelen: van met dat er medeklinkers in de taal zitten
Nog geen woorden
Wel reeds interactie en communicatie
Oogcontact, reageren met glimlach
Vocaliseren met protoconversaties
o Protoconversaties = conversaties tussen een verzorger en een kind, waarbij baby
brabbelt en volwassene hierop reageert (vormen van conversatie)
Gedeelde aandacht rond voorwerpen (6m)
o Volwassene wijst op voorwerp, samen gaan ze naar voorwerp kijken
o = joint attention
Echte dialogen (9m), meer en meer initiatief
Doelgericht gebruik van klankuitingen
,de vroeglinguale periode
Van 1- 2 jaar en 6 maanden
Woordenschat:
Brabbelen → betekenisvolle woorden
Ontstaan uit protowoorden
Protowoorden = brabbelgroepjes die eigenlijk onder een constante manier gaan
geproduceerd worden
Worden geleidelijk aan in een steeds meer specifieke comunicatiesituaties gebruikt om naar
voorwerpen en bepaalde handelingen te verwijzen → evolueren naar echte woorden
Woordenschatopbouw
Kwalitatief
o Uit de onmiddelijke leefwereld van het kind
o Betekenis die kind meegeeft ≠ betekenis die volwassenen hebben over dit woord
Onderextensie: te enge betekenis
Vb: ze hebben thuis een poes en dat is ‘poes’, maar als ze een poes zien op
straat is dat niet ‘poes’. Ze gaan dat woord te eng gaan koppelen
Overextensie: te ruime betekenis
Vb: het woord ‘poes’ geven aan elk dier op 4 poten
Kwantitatief
o Eerste woorden heel geleidelijk aan
o Woordenschatexplosie (+- 18 maand)
op een anderhalf jaar komt
er een piek in de
woordenschat → dit
noemt men de
woordenschatsexplosie
actieve woordenschat: de
woorden die een kind zelf
gaat gebruiken, in zijn taal
passieve woordenschat:
eerst gaan ontwikkelen,
het aantal woorden dat
een kind kent
woordenschatexplosie = dat een kind op een relatief korte tijd veel woorden leert
tegen leeftijd 2 jaar: actieve woordenschat van 300 woorden
tegen leeftijd 3 jaar: actieve woordenschat 1000 woorden
fonologie eerste woorden:
Vorm woorden ≠ volwassenen
Fonologische vereenvoudigingen
De verwerving van de individuele klanken is niet correct
Peuters zullen woorden vereenvoudigen op klank-vlak: bv olifant wordt vaak gewoon ‘fant’
, Zinsontwikkeling:
Eerste woorden
Benoemen (omgeving), vragen, weigeren, begroeten…
Eenwoorduitingen → taalhandelingen
Éénwoorduitingen die fungeren als een volledige zin = Holofrasen
o 1ste stap op weg naar de productie van echte zinnetjes
Tweewoorduitingen
is eigenlijk een soort subfase tussen vroeglinguale fase en differentiatiefase
Semantische eenheden
Semantische relaties
o Verbanden uitdrukt tussen werkelijkheid, eigenschappen weergeeft, acties beschrijft,
wensen uitdrukt…
Vorm: combinaties Naamwoord- werkwoord- kwalificator
o Naamwoord + ander naamwoord, naamwoord + werkwoord, kwalificator +
naamwoord/werkwoord
Meerwoorduitingen
Uitbreiding van de tweewoordzinnen, strategieën kind(duur varieert)
o Woord toevoegen
o Hernemen van een woord
o Twee opeenvolgende tweewoordzinnen samenstellen
≠ “echte zinnen”
o Morfologische aspecten ontbreken
o Functiewoorden ontbreken
o Telegramstijl
de differentiatiefase
2 jaar en 6 maanden tot 5 jaar
Taalontwikkeling in stroomversnelling
Basisvaardigheden uit vroeglinguale periode worden verder ontwikkeld
Fonologie:
Alle moedertaalklanken worden verworven
Uitzondering: /s/ en /r/ moeilijkste klanken
o /s/ en /r/ zijn moeilijk en worden pas later in de differentiatiefase verworven
Fonologische processen
Verdwijnen langzaam:
o Clusterreductie bij moeilijke consonantclusters
o Gliding verdwijnt einde differentiatiefase
Gliding is waarbij een kind een r klank vervangt door j of l (hardnekkig
proces)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lottesantens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.