Ik heb met deze samenvatting een 8.5 gehaald . Leer alle begrippen + korte toelichting van hoe alles werkt.
Daarbij is er ook nog ruimte aan de linkerkant om eigen toelichting uit te schrijven nadat je de samenvatting geprint hebt en voor extra aantekeningen. Zo maak je de samenvatting eigen.
Sociale psychologie - PB0012 Open Universiteit - Elliot Aronson 9e editie
Tout pour ce livre (202)
École, étude et sujet
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Sociale psychologie (PB0012)
Tous les documents sur ce sujet (38)
1
vérifier
Par: vioricavankampen • 2 semaines de cela
Vendeur
S'abonner
noorsmit2
Avis reçus
Aperçu du contenu
1.1.1 Sociale psychologie wetenschap en gezond verstand
Psychologie Psychologie : de wetenschap van het gedrag en de psychische
sociale psychologie processen van het individu.
Sociale psychologie: De wetenschap naar de manier waarop
gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen worden beïnvloed
door de werkelijke of imaginaire aanwezigheid van anderen.
Sociale invloed De kern voor de sociaal psycholoog is de sociale invloed: wel worden
allemaal beïnvloed door andere mensen.
Sociale invloed: het effect dat de woorden daden of alleen al
aanwezigheid van andere mensen hebben op onze gedachten,
gevoelens, attitudes of gedrag.
Empirisch onderzoek
Een actie rechtvaardigen is niet een reden dat iemand iets doet.
Psycholoog doet empirisch onderzoek : op waarneming en onderzoek
gebaseerde methode om hypothesen te toetsen.
Hypothese
Sociaal psycholoog stelt een gefundeerde veronderstelling op
(hypothese- een voorlopige waarheid / stelling), die wordt onderzocht -
> dit vergroot kennis over de menselijke aard en helpt voorspelling doen.
Specifieke eigenschap van
omstandigheden / situatie Een taak van de Sociaal psycholoog is onder andere onderzoeken wat de
specifieke eigenschappen zijn van omstandigheden waaronder het een of
het ander meer waarschijnlijk is.
Construct Daarbij kijken zij naar de construct: de manier waarop mensen de
sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Bijv: Jonas vindt Anna leuk, maar hoe kijkt hij naar haar gedrag?
Interpreteert hij een glimlach als gewoon beleefd? Of als bemoedigend?
Determinant
Determinant: de bepalende factor in een ontwikkeling of toestand.
Social psychologie richt zich op de determinanten van gedachten,
gevoelens en gedragingen van mensen.
1.1.2 Sociale psychologie en het verschil met verwante disciplines
Persoonlijkheids- Persoonlijkheidspyschologen verklaren gedrag door te concentreren
psychologen op individuele verschillen. Hierbij slaan zij sociale invloed dus uit en
kijken niet naar de situatie maar het individu.
Individuele verschillen Individuele verschillen : de aspecten van de persoonlijkheid die
mensen onderscheiden van anderen.
Zij laten een essentieel onderdeel van het verhaal buiten beschouwing.
Roos is bijvoorbeeld verlegen op werk, maar thuis sociaal - haar
omgeving maakt uit.
Sociale wetenschappen Sociale psychologie is gerelateerd aan sociale wetenschappen zoals
sociologie, economie en politicologie - al deze vakken bestuderen de
invloed van sociale factoren op menselijk gedrag.
Analyse niveau Het grote verschil zit hem in het analyse niveau
klinisch en individuele psychologen: analyseren het individu.
Biologen: de genen, hormonen etc.
Sociale wetenschappen: meer brede sociale/hystorische
invloeden op een gemeenschap/groep.
Sociologie, kijkt naar de samenleving (niet het individu).
Doel sociale psychologie Doel sociale psychologie: identificeren van de universele
, eigenschappen van de menselijk natuur die ervoor zorgen dat iedereen
gevoelig is voor sociale invloed, onafhankelijk van sociale klasse of
cultuur. Dus analyseren waarom de meeste mensen beïnvloedbaar zijn
door hun sociale omgeving.
Sociologie Sociologie - sociale psychologie - persoonlijkheidspsychologie
Sociale psychologie 1. Sociologie: Verschaft algemene wetten over samenleving niet
Persoonlijkheidspsychologi individuen:
e 2. Sociale psychologie: onderzoekt psychologische processen die
mensen met elkaar gemeen hebben en hen gevoelig maakt voor
sociale invloed.
3. Persoonlijkheidspsychologie: kenmerken die maken dat de
individu uniek zijn en met elkaar verschillen.
1.2 De macht van de situatie
Fundamentele Fundamentele attributiefout: de neiging om de mate waarin iemands
attributiefout gedrag , wordt veroorzaakt door de rol van persoonlijke eigenschappen
en andere interne factoren te overschatten en de rol van externe
factoren te onderschatten.
De vis wordt beoordeeld maar niet het water waar de vis in zwemt.
Het toeschrijven van oorzaken aan persoonlijk of andermans gedrag en
Attributie het daarmee verklaren.
‘ Hij deed het omdat hij gek was’
dit doen we om onszelf gerust te stellen.
zorgt juist voor kwetsbaarheid want zo kijken we niet naar de
omgeving en situatie die misschien ervoor zorgde dat de persoon
beïnvloed is.
1.3 De macht van sociale interpretatie
Behaviorisme Behaviorisme: stroming in de psychologie die stelt dat om menselijk
gedrag te kunnen begrijpen, alleen hoeft worden gekeken naar de
bekrachtigende eigenschappen van de omgeving (wordt er beloond of
wordt er gestraft?) - 1938
Zij vergeten cognitie , gedrag en interpretatie mee te nemen in hun
Gestaltpsychologie verklaring.
Gestaltpsychologie: Stroming in de psychologie die het belang
benadrukt van het bestuderen van de persoonlijke (subjectieve)
waarneming van een object (gestald of geheel). Gaat uit van de construct
Femenologie - de manier waarop de mens de sociale omgeving interpreteert.
Femenologie: filosofische methode (van Hussler) die probeert de
geestelijke intuïtieve beschouwing van dingen te beschrijven. Hoe komt
Naief realisme iets op de ontvangen over. Dus niet rationeel of objectief.
Naïef realisme is de overtuiging dat ieder van ons dingen waarneemt
zoals ze echt zijn. Als een ander een andere overtuiging heeft is zij/hij
dom of bevooroordeeld.
Deze stromingen hebben er aan bijgedragen dat we niet objectief naar
de situatie kijken maar kijken naar de construct, de interpretatie van de
persoon.
1.4 De oorsprong van constructen : fundamentele menselijke motieven
2 motieven/ behoeftes De wijze waarop een individu de situatie construeert/ waarneemt /
begrijpt / interpreteert - wordt bepaald door 2 fundamentele menselijke
, behoeften:
• De behoefte accuraat te zijn (sociale cognitie)
• De behoefte aan een goed gevoel over onszelf hebben (positief
zelfbeeld).
Trekken ons in tegengestelde richting, als we accuraat kijken zien we
Positief zelfbeeld soms in dat we niet goed hebben gehandeld (en dus geen positief
zelfbeeld meer hebben).
Positief zelfbeeld - evaluatie van mensen van hun eigenwaarde. De mate
waarin zij zichzelf beschouwen als goed. Erik heeft vaak geen opgeruimd
huis, hij vind zichzelf juist ontspannen. We overdrijven de mate van een
Sociale cognitie positief zelfbeeld.
Sociale cognitie, is hoe mensen denken over zichzelf en de sociale
wereld; specifieker ; hoe mensen de sociale informatie selecteren,
interpreteren, en gebruiken om te oordelen en te beslissen.
Overige motieven: biologische drijfveren (honger, dorst)
• Psychologisch (angst, liefde)
• Goedkeuring en beloningen
• Behoefte aan controle
1.5 Sociale psychologie en maatschappelijke problemen
Waarom willen we inzicht in sociale invloed?
Om de maatschappij te helpen.
Denk aan grote maatschappelijke problemen: energiebewustzijn,
gezonde leefgewoontes, geweld op school, seksuele intimidatie, op het
gebied van vooroordelen
Vragen: - Wat is sociale psychologie?
- Wat is het verschil tussen sociale psychologie en andere disciplines?
- Wat is belangrijker de persoonlijkheid of de situatie?
- Hoe hebben behaviorisme en gestaltpsychologie bijgedragen aan de
sociale psychologie?
-Welke 2 motieven zijn er?
- Hoe kan sociale psychologie maatschappelijke problemen oplossen?
2.3 De correlationele methode: social gedrag voorspellen
Correlationele methode Correlationele methode: techniek waarbij twee of meer variabelen
systematisch worden gemeten en waarmee wordt vastgesteld wat de
relatie is tussen die variabelen.
Bijv, is er een relatie tussen de hoeveelheid geweld die kinderen op tv
zien en hun agressiviteit?
Helpt in kaart brengen sociaal gedrag en samenhang
Vraaglijsten Onderzoek door middel van vragenlijsten = steekproef waarbij mensen
vragen wordt gesteld over hun gedrag.
Voordelen:
Voordelen 1. je kunt een beeld vormen van moeilijk te observeren kwesties. Bijv hoe
vaak vrijen mensen veilig.
A selecte steekproef 2. Je kunt een representatieve steekproef doen, groot deel bevolking
testen.
, Hiervoor gebruiken ze aan A selecte steekproef: manier om de steekproef
representatief voor de populatie te maken door iedereen evenveel kans
heeft om geselecteerd te worden.
Correlatiecoëfficiënt
Correlatiecoëfficiënt: een maat / meting voor een correlatie waarmee
je de samenhang kunt vaststellen tussen twee variabelen (bijvoorbeeld of
de mate in gewicht samenhangt met de lengte). Grafiek met uitkomsten.
Nadelen
Nadelen:
• onnauwkeurig bij hypothetische vragen, wat zou je doen als?
• Correlatie is niet hetzelfde als causaliteit, het legt geen oorzaak gevolg
relatie bloot. Het geeft aan dat er samenhang is maar niet waarom en
of er überhaupt een reden voor is. Door tv kijken wordt je niet per se
agressief ook al lijkt er samenhang.
2.4 De experimentele methode : causale vragen beantwoorden
Experimentele methode Experimentele methode: methode waarbij de onderzoeker
proefpersonen willekeurig aan verschillende condities toewijst en ervoor
zorgt dat deze condities identiek zijn. (Hij stelt een experiment op).
De enige methode die het mogelijk maakt causale verbanden te trekken.
Variabele: hetgeen dat gemeten wordt in het onderzoek
Onafhankelijke variabele (reactiesnelheid, agressie, angst, etc).
Onafhankelijke & afhankelijke variabelen:
Onafhankelijke variabele: de variabele die een onderzoeker verandert
/varieert om te zien of het effect heeft op een andere variabele (het
aantal bystanders/ hoe vaak kijken kids tv).
Afhankelijke variabele: de variabele die de onderzoeker meet om te
zien of die wordt beïnvloed door de onafhankelijke variabele (de
vraagstelling, hoe agressief zijn kinderen, hoe vaak wordt er wel
geholpen?).
Bystander intervention
Voorbeeld bystander intervention meten , effect groepsgrote op helpend
gedrag. Lastig onderzoeken want hoe boots je zo’n situatie ‘veilig na’.
En hoe test je de variabele? Door dus ook te testen bij een kleine groep
Determinant vs helpend gedrag. Zo kan je een causale trekken.
Geslaagd determinant te identificeren die bepaalt of mensen helpen: de
perceptie van het aantal omstanders.
Representatief onderzoek
Interne validiteit 1. Interne validiteit:
Alle deelnemers aan het onderzoek worden gelijk behandeld. De
testomgeving moet voor elke kandidaat gelijk zijn.
2. Externe validiteit
Externe validiteit Externe validiteit wijst naar de mate waarin onderzoekers hun
Veldexperimenten bevindingen naar andere mensen en situaties kunnen generaliseren. Is
het onderzoek extern te gebruiken en geldig genoeg?
Psychologische realisme: de mate waarin de psychologische
Psychologisch realisme processen die worden getriggerd in een experiment lijken op
psychologische processen in het dagelijks leven. (Dus het proces)
Externe validiteit verhogen kan door veldexperimenten : experimenten
Veldexperimenten die in een natuurlijke setting plaatsvinden ipv een laboratorium.
Replicaties En door Replicaties: herhaling van het onderzoek met proefpersonen uit
een andere populatie of andere setting.
Willekeurige toewijzing Willekeurige toewijzing aan een conditie: een proces dat ervoor zorgt dat
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noorsmit2. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.