In dit document vind je de samenvatting van alle taken voor pgo in blok 1. Deze samenvatting is gemaakt met behulp van de Campbell. Het is dus een complete samenvatting van ongeveer 70 bladzijden.
Bodem en ecologie:
Wat is ecologie:
Ecologie (interactie tussen biotisch en abiotisch) is het bestuderen van ecosystemen.
Als ecoloog bestuur je de interactie tussen biotische en abiotische factoren.
Ecologie kan op verschillende niveaus bestudeerd worden.
Organisatie (ecologische) niveaus zijn:
Individu - Individuele levende wezens (organismen) die op zichzelf kunnen leven. Dus een
organisme, dat bestaat onder andere uit organen, weefsels, cellen, organellen en moleculen.
Populatie - Groepen van dezelfde soort organismen (individu) die in hetzelfde gebied
wonen.
Gemeenschap - Een groep van populaties die in hetzelfde gebied wonen.
Ecosysteem - Biotische en abiotische factoren in een gebied die elkaar beïnvloeden. Die
samen een eenheid vormen.
Bioom - Een verzameling van verschillende ecosystemen met vergelijkbare
klimaatomstandigheden.
Biosfeer - Alle biomen/ecosystemen bij elkaar. Deel van de aarde waar leven kan ontstaan.
Wat is een ecosysteem:
Een afgegrensd gebied waar een wisselwerking is tussen de plaatselijke abiotische en
biotische factoren. De ecosystemen beïnvloeden elkaar.
Successie - zijn de veranderingen in een ecosysteem.
Je begint bijvoorbeeld met een kaal stuk grond, en door de jaren heen begint het
met groeien en komen er planten en dieren.
Pioniersecosysteem - het begin, er zijn weinig soorten en het is een simpel
voedselweb. Abiotische factoren veranderen erg veel. Als het regent is het er
kletsnat, als het droog is is het ook meteen kurkdroog.
Climaxecosysteem - het eind, er komen veel planten en veel soorten voor, het
voedselweb is ingewikkeld. Abiotische factoren zijn er constant. Als er niks qua
planten kan groeien zoals bij de toendra, dan is het ook een climaxecosysteem.
Terrestrische ecosysteem
,Aan land gebonden ecosysteem van organismen waar een wisselwerking is tussen de
abiotische en biotische factoren.
Minder constante temperatuur. Dit komt door seizoenen wisselingen en door dag en nacht.
Gassen zijn makkelijker beschikbaar.
Ondergrondsdeel (meer water) en bovengrondsdeel (minder water, meer zonlicht).
Voedingsstoffen
Fotosynthese gaat makkelijker.
Hoe ziet dat eruit?
Hoe een terrestrisch ecosysteem eruitziet, ligt aan de hoeveelheid neerslag, gemiddelde
temperatuur, de type bodem en hoeveel zonlicht er aanwezig is. Dit beïnvloedt dan wat voor
organismen hier leven.
Waar bestaat dat uit?
De biotische factoren van een terrestrisch ecosysteem bestaan voornamelijk uit
producenten, consumenten en reducenten.
Aquatisch ecosysteem
Het vormt zich rond een watermassa. Aan water gebonden ecosysteem van organismen
waar een wisselwerking is tussen de abiotische en biotische factoren.
Het kan ook een droog meer zijn bijvoorbeeld.
Factoren die bepalen of er leven mogelijk is:
Zonlicht, zuurstof, voedingsstoffen (stikstof, fosfor etc)
Wat gebeurt er met die voedingsstoffen in aquatisch ecosysteem, voedingsstoffen makkelijk
beschikbaar want het is opgelost. Weinig temperatuurschommelingen, alle organismen
hebben een vrij constante temperatuur, dat maakt het leven makkelijker.
Als een aquatisch ecosysteem droog komt te staan, maar het leven dat normaal in dat
ecosysteem nog steeds kan doorleven, dan blijft het een aquatisch ecosysteem.
Hoe ziet dat eruit?
Een aquatisch ecosysteem kan bestaan uit zoet of zout water. Het is van de ondiepste
wateren tot de diepste oceanen.
Een zoetwater ecosysteem kan lentisch, lotisch of wetland zijn:
Lotisch: Stromende wateren
Lentisch: Stilstaande wateren
Wetland: Moeras onder water staand gebied
Waar bestaat dat uit?
Een watermassa waar organismen in leven, denk aan producenten, consumenten en
reducenten. Deze organismen overleven dankzij het type water waar zij in leven.
Voorbeelden?
Rivieren, oceanen, meren, beekjes, vijvers etc.
Energietransport:
,Dit plaatje laat zien waar de energie van een ecosysteem vandaan komt.
De meeste energie komt van de zon.
Je maakt van de zon, via fotosynthese, suikers. Die suikers draaien de meeste
ecosystemen.
De grote energie drijver is de zon, deze voorziet planten van licht. Er zijn maar enkele
ecosystemen die geen zon hebben, bijvoorbeeld diepe oceanen, die bijvoorbeeld zwavel
gebruiken als hun energie.
Detritus is organisch restafval, dood materiaal van levende beesten.
Chemische stoffen worden rondgepompt
Energie zorgt ervoor dat chemische stoffen, moleculen, worden rondgepompt en eenheden
vormen in organismes.
Autotrofen: (maken hun eigen energie en halen die uit anorganische stof)
Primaire producent (Primary producers, producent!!) - een autotroof, een
fotosynthetiserend organisme. Samen vormen de autotrofen het trofische niveau van een
ecosysteem dat uiteindelijk alle andere niveaus draagt.
Heterotrofen:
Primaire consument (Primary consumers, consument!!) - een herbivoor; een organisme
dat planten of andere autotrofen eet. Ze hangen dus af van de primaire producenten.
Secundaire consument (Secondary consumers, consument!!) - een carnivoor dat
herbivoren eet.
Tertiaire consument (Tertiary consumers, consument!!) - een carnivoor die andere
carnivoren eet.
Reducent (Decomposers) - een organisme dat voedingsstoffen absorbeert uit dood
organisch materiaal zoals kadavers, gevallen plantaardig materiaal, en de uitwerpselen van
levende organismen, en dat materiaal omzet in anorganische vorm: ook wel detrivoor
genoemd. Uit detritus halen reducenten hun energie. Detrivoor is dus een organisme dat
leeft van vast dood organisch materiaal of detritus (detritus eter).
Ze zetten dus organisch materiaal om, afkomstig van alle trofische niveaus, naar
anorganisch materiaal, dat gebruikt kan worden door primaire producenten. Als reducenten
doodgaan, komen de organische stoffen terug in de bodem. Producenten kunnen dan deze
elementen opnemen en omzetten tot organische stoffen.
Detritus (Detritus) - dood organisch materiaal, zoals de overblijfselen van een dood
organismen, feces of gevallen bladeren.
Veel reducenten worden opgegeten door secundaire en tertiaire consumenten, zoals een
vogel die een worm eet. Die worm heeft bladeren en prokaryoten en schimmels gegeten.
Daardoor zijn dus de voedingsstoffen die oorspronkelijk gemaakt zijn door planten,
doorgegeven van de plant naar dood organisch materiaal, naar reducenten en dan naar
vogels.
, N-Cycli: (stikstofkringloop
Betekenis: Het natuurlijke proces waarbij stikstof, hetzij uit de atmosfeer, hetzij in de vorm
van afgebroken organisch materiaal, door bacteriën in de bodem omgezet wordt in
verbindingen die door planten worden geassimileerd (opbouw van kleinere moleculen tot
grote). Deze vastgelegde stikstof wordt dan door andere organisme opgenomen en
vervolgens weer afgegeven, verwerkt door bacteriën en weer aan het niet levende milieu ter
beschikking gesteld
Stikstof is voor alle organismen een essentieel nutriënt, omdat het een belangrijk
bestanddeel vormt van aminozuren, eiwitten en DNA. Vrijwel alle stikstof zit in een niet
actieve vorm in de lucht. De buitenlucht bestaat voor 80% uit stikstof (vorm N2).
De meeste ecosystemen zijn gelimiteerd van stikstof, als er meer stikstof is, heb je wel meer
biomassa (plantaardig en dierlijk materiaal, organische stoffen).
Meer biomassa is slecht omdat: Er minder diversiteit is.
Sommige planten beginnen heel snel te groeien door grote hoeveelheden stikstof, maar
daardoor kunnen andere planten niet meer groeien (worden weggeconcurreerd)
Dan krijg je een monotone vegetatie en verdrijf je de biodiversiteit.
Veel stikstof in de bodem = snelle groeiers kunnen groeien.
Depositie = het neerdalen van stikstofverbindingen die neerdalen op plekken waar ze niet
bedoeld waren.
Bacteriën kunnen stikstof vastleggen.
Detritus = dode organisme en zijn uitwerpselen bij elkaar
Planten: kunnen twee anorganische vormen van stikstof assimileren: ammonium (NH4+) en
nitraat (NO3-. Ook kunnen sommige organische vormen zoals aminozuren kunnen ze
assimileren.
Bacteriën: kunnen al deze vormen ook gebruiken, inclusief nitriet (NO2-).
Dieren: kunnen alleen organische vormen van stikstof gebruiken.
Stikstoffixatie - de omzetting van atmosferische stikstof (N2) in ammoniak (NH3).
Biologische stikstoffixatie wordt uitgevoerd door bepaalde prokaryoten, waarvan sommige
een mutualistische relatie met planten hebben.
Ammoniak kan worden omgezet tot NH4+, ammonium, de knolletjesbacteriën staan deze
stikstofverbindingen af aan de plant en krijgen glucose terug, beide organismen hebben
voordeel (mutualisme). Blauwalgen en stikstofknolletjesbacterien zijn in staat om deze niet
reactieve stikstof om te zetten in ammonium (NH4+). Dit proces heet stikstofbinding of
stikstoffixatie.
Op deze wijze verschijnt stikstof in de voedselkringloop en is actief stikstof geworden. De
actieve stikstof is dus het probleem voor eutrofiëring en verzuring!
Dode planten en dieren worden door het bodemleven afgebroken tot organische stof. De
verdere afbraak van organische stof tot ammonium wordt mineralisatie genoemd.
Onder aerobe omstandigheden (met zuurstof): Bacteriën kunnen ammonium nitrificeren tot
nitraat.
Onder anaerobe omstandigheden (zonder zuurstof): Bacteriën kunnen nitraat denitrificeren
tot stikstof.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jeskebrekveld. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.