Een uitgebreide samenvatting van studietaak 1 t/m 7 van het boek 'Learning Theories' van Dale Schunk (8th edition) >
Samenvatting bevat: leerdoelen, artikelen, passages uit het boek
(De samenvatting is volledig volgens de richtlijnen en leerdoelen vanuit de Open Universiteit )
Schematische samenvatting van studietaak 1 t/m 7 Onderwijs, leren en instructie (Pre-master onderwijswetenschappen / open universiteit)
Hoofdstuk 10: zelfregulerend leren
19 mindmaps voor onderwijs, leren en instructie. Mijn tentamencijfer was 9,2/10
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Open Universiteit (OU)
Pre Master Onderwijswetenschappen
Over leren onderwijs en instructie (OB0012)
Tous les documents sur ce sujet (5)
Vendeur
S'abonner
jvdl1999
Aperçu du contenu
Doelen studietaak 1: Evidence-based onderwijs
- In staat om verschillende effectieve en minder effectieve leerstrategieën te beschrijven
- In staat om uit te leggen waarom een strategie effectief of minder effectief is
- In staat om voorbeelden te geven van een toepassing van effectieve leerstrategieën in de onderwijspraktijk.
Practice testing (toetsen als leerstrategie / testing effect / selftesting)
Uitleg:
Door het ophalen van informatie zorg je ervoor dat allerlei informatie in het geheugen wordt geactiveerd en dat deze
gekoppeld wordt aan het woord dat je vervolgens ophaalt uit je geheugen.
- Retrieval practice: Het actief proberen om eerder geleerde informatie uit het geheugen op te halen. Dit proces versterkt
het geheugen en verbetert het vermogen om de kennis later terug te vinden.
Voorbeelden:
Het gebruik van flitskaarten. Leerlingen krijgen bijvoorbeeld kaartjes met een begrip van woordenschat op de ene kant en de
definitie op de andere kant. Ze testen zichzelf door de vraag te lezen, het antwoord te bedenken, en daarna te controleren of
ze het goed hebben. Dit herhaald oefenen versterkt hun geheugen en begrip van de stof.
Flashcards / voorbeeldtoetsen / Cornell system (notitiesysteem) / wisbordje / oefenproblemen(vragen) aan het einde van een
hoofdstuk
Cornell methode: De Cornell-methoden is een notitietechniek waarbij een pagina in drie delen wordt verdeeld (boek dicht;
uit geheugen)
+ geen training vereist - testing is vooral voordelig wanneer het gaat om ophalen
+ kost weinig tijd en wordt voortgezet totdat items meer dan eens correct zijn
+ brede toepasbaarheid beantwoord binnen en tussen oefensessies, en met lange
+ afnemen van toetsen die korter en frequenter zijn in plaats intervallen.
van langer en minder frequent. - geen onderzoek naar de mate waarin de voordelen van
+ onderzoeken hebben bewijs geleverd voor de testen afhangen van de kenmerken van studenten, als
werkzaamheid in representatieve onderwijscontexten. voorkennis/bekwaamheid.
+ De poging tot het ophalen van informatie zorgt ervoor dat
allerlei gerelateerde informatie in het geheugen geactiveerd
wordt en dat deze gekoppeld wordt aan het woord dat je
vervolgens ophaalt uit je geheugen. Deze nieuwe koppelingen
maken het gemakkelijker het woord op een later moment op
te halen.
Distributed practice (spreiden van leeractiviteiten / spacing effect)
Uitleg:
Verspreid de oefening met nieuwe stof over de tijd in plaats van veel te oefenen in een korte periode.
Voorbeelden:
Het herhalen van rekensommen over meerdere dagen. In plaats van alle sommen in één les te oefenen, krijgen leerlingen
elke dag een paar sommen. Zo spreiden ze het oefenen uit over een langere periode, wat hun langetermijngeheugen
versterkt. Bijvoorbeeld: op maandag oefenen ze optelsommen, op woensdag aftreksommen en op vrijdag weer
optelsommen.
+ door leermomenten te spreiden wordt je geconfronteerd - studieboeken groeperen vaak leeroefeningen, namelijk
met je eigen vergeten. Daarnaast herhaal je de stof wat voor door gerelateerd materiaal op één hoop te gooien en
betere opslag in het langetermijngeheugen zorgt. eerder behandeld materiaal niet in latere lessen te
+ weinig tot geen training vereist behandelen.
+ kost weinig tijd - studenten zullen niet uit zichzelf de strategie toepassen,
+ brede toepasbaarheid tenzij de leerkracht hen daartoe stuurt.
+ werkt bij studenten met verschillende leeftijden.
Self-explanation (zelfverklaren)
Uitleg:
Het uitleggen van (delen van) het informatieverwerkingsproces dat je doormaakt tijdens het leren. Doordat je informatie in
je eigen woorden aan jezelf uitlegt, koppel je de nieuwe kennis aan de bestaande voorkennis.
Voorbeelden:
- Bij het maken van een natuurkunde opgave zou je bijvoorbeeld hardop aan jezelf kunnen uitleggen waarom je een
bepaalde formule wilt gebruiken om de opgave op te lossen.
- Wanneer een leerling hardop uitlegt hoe hij of zij een wiskundesom oplost. Terwijl de leerling de stappen doorloopt, zoals
"Eerst moet ik de getallen optellen en daarna het antwoord delen door twee," verduidelijkt hij zijn eigen redenering. Dit
helpt bij het beter begrijpen van het probleem en het versterken van het leerproces.
+ minimale training vereist. - kost veel tijd.
+ brede toepasbaarheid. - geen onderzoek naar de mate waarin de voordelen van
+ het verbetert het geheugen, begrip en probleem oplossend zelfverklaren afhangen van de kenmerken van studenten,
vermogen. als voorkennis/bekwaamheid.
- onduidelijk hoelang de kennis wordt vastgehouden bij
langere vertragingen, er is alleen getest op korte
vertragingen.
- verder onderzoek nodig in representatieve
onderwijscontexten.
Elaborative interrogation (uitleggen waarom)
Uitleg:
Je leest het te onthouden feit en bedenkt een verklaring voor dit feit. Je gebruikt vragen als Waarom? en Hoe?
Voorbeelden:
Leerlingen verklarende vragen laten beantwoorden, zoals: "Waarom vond de Eerste Wereldoorlog plaats?" In plaats van
alleen feiten te memoriseren, moeten de leerlingen nadenken over en uitleggen waarom gebeurtenissen zijn gebeurd. Dit
stimuleert hen om dieper na te denken over de stof en relaties tussen verschillende concepten te leggen, wat het begrip en
de retentie van kennis bevordert.
+ minimale training vereist. - alleen toepasbaar bij feitelijke informatie.
+ kost weinig tijd. - effect neemt toe met voorkennis, beperkte voordelen bij
+ verbetert geheugen voor feiten. Je hangt nieuwe kennis op onvoldoende voorkennis.
aan de voorkennis. Effectiever wanneer je zelf een verklaring - onduidelijk hoelang de kennis wordt vastgehouden bij
bedenkt en niet wanneer die aan je wordt langere vertragingen, alleen getest op korte vertragingen.
gegeven. - verder onderzoek nodig in representatieve
onderwijscontexten.
Interleaved practice (cross-kennis)
Uitleg:
Een leerstrategie waarbij je verschillende onderwerpen of vaardigheden in een gemengde volgorde oefent.
Het is belangrijk dat bij het introduceren van een nieuw onderwerp, eerst daarmee wordt geoefend.
Voorbeelden:
Het combineren van verschillende rekenvaardigheden in één les. In plaats van alleen optellen te oefenen, kun je ook
vermenigvuldigen, aftrekken en delen in dezelfde oefensessie verwerken.
Bijvoorbeeld:
1. Begin met een paar optelvragen.
2. Vervolgens, stel enkele aftelvragen.
3. Daarna, wissel je over naar vermenigvuldigen en eindig met delen.
Door deze verschillende soorten oefeningen af te wisselen, leren leerlingen om verschillende strategieën toe te passen en
versterken ze hun begrip van wiskundige concepten.
+ geen training vereist. - werkt alleen voor verwante lesdoelen.
+ kost weinig tijd (oplossingstijden vertragen) - geschikt voor bekwame studenten.
+ door iets naast elkaar te oefenen worden de verschillen en - er lijken grote beloftes voor deze leerstrategie, maar er is
overeenkomsten meer zichtbaar. nog onvoldoende onderzoek gedaan naar de effectiviteit.
Summarization / samenvatten
Uitleg:
Een korte weergave van de kernpunten van een tekst.
Voorbeelden:
Samenvatten kan wel handig zijn bij nieuwe informatie, als de gemarkeerde informatie vervolgens wordt omgezet in flash
cards/zelftests.
+ positiever effect dan markeren en herlezen. - intensieve training vereist, niet altijd haalbaar.
- de kwaliteit van het samenvatten hangt af van het effect.
- kost veel tijd.
Highlighting / markeren
Uitleg:
Het accentueren van belangrijke informatie in een tekst.
Voorbeelden:
Markeren of onderstrepen kan wel handig zijn bij nieuwe informatie, als de gemarkeerde informatie vervolgens wordt
omgezet in flash cards/zelftests.
+ studenten zijn al vertrouwd met de techniek en nemen deze - het eventuele positieve effect van arceren hangt af van de
spontaan over. kwaliteit van het arceren (vaak wordt niet het goede
gearceerd wanneer er geen voorkennis is).
- markeren kan negatieve gevolgen hebben op
het maken van interferenties.
The keyword mnemonic
Uitleg:
Geheugensteuntje (ezelsbruggetje) waarbij je een woord/afbeelding koppelt aan nieuwe informatie. Dit helpt bij het
onthouden van woorden, vooral bij het leren van vreemde talen. De techniek maakt gebruik van associaties om de nieuwe
informatie makkelijker te herinneren.
Voorbeelden:
Bij het leren van Engelse woordjes. Stel, een leerling leert het Engelse woord "cat" (kat). De leerkracht helpt de leerling een
Nederlands woord te vinden dat erop lijkt, bijvoorbeeld "kat", en koppelt dit aan een beeld van een kat. Dit visuele en
fonetische verband helpt de leerling het Engelse woord makkelijker te onthouden.
+ lijkt bruikbaar voor talen (dent/dentist; tooth). - training nodig om de juiste sleutelwoorden te vinden.
+ het is veelbelovend voor sleutelwoord vriendelijke - levert mogelijk geen duurzaam leren op.
materialen. - effecten zijn beperkt tot materialen die bruikbaar zijn voor
afbeeldingen.
Imagery use for tekst learning
Uitleg:
Een leerstrategie waarbij je visuele beelden gebruikt om tekstuele informatie beter te begrijpen en te onthouden.
Voorbeelden:
De leraar legt uit hoe fotosynthese werkt, waarbij planten zonlicht, water en kooldioxide omzetten in zuurstof en glucose.
Vervolgens vraagt de leraar de leerlingen om zich een plant voor te stellen die in de zon groeit.
De leerlingen sluiten hun ogen en visualiseren hoe de zonnestralen op de bladeren vallen, hoe water vanuit de wortels
omhoog beweegt, en hoe lucht door de bladeren komt.
Daarna kunnen ze een tekening maken over wat ze hebben gezien. Dit helpt hen de processen van fotosynthese beter te
begrijpen en te onthouden.
+ werk van Leutner et al. (2009) spreekt over het potentiële - er is meer onderzoek nodig om te bewijzen dat dit effectief
nut van het gebruik van afbeeldingen voor het leren van is.
tekst. - alleen werkbaar voor onderwerpen die geschikt zijn voor
+ breder toepasbaar dan het trefwoord ezelsbruggetje. mentale plaatjes.
- werkt niet bij studenten met verschillende leeftijden.
Rereading
Uitleg:
Herlezen.
Voorbeelden:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jvdl1999. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.