Samenvatting van het examenmatrijs voor het vak bestuursrecht. Opleiding juridisch administratief dienstverlener. Ik heb met deze samenvatting een 8.3 behaald voor het examen.
Examenmatrijs Bestuursrecht Simpel en makkelijk uitgelegd (MBO)
Tout pour ce livre (35)
École, étude et sujet
MBO Amersfoort
Juridisch administratief dienstverlener
Bestuursrecht
Tous les documents sur ce sujet (2)
7
revues
Par: amystuifbergen • 7 mois de cela
Par: hafidadalger • 1 année de cela
Par: lievedewit • 2 année de cela
Traduit par Google
am very happy with my purchase, a very good summary!
Par: Abubakar41 • 3 année de cela
Traduit par Google
answers exam mould mbo exam administrative law school year 2019/2020
Par: noweltiemessen • 3 année de cela
Par: amirh14 • 4 année de cela
Par: Graciousbrown • 4 année de cela
Vendeur
S'abonner
ttannazz
Avis reçus
Aperçu du contenu
1.1
De wetgevende en rechtsprekende organen van de staat en de Raad van State zijn geen
bestuursorgaan.
De Eerste en Tweede Kamer en de regering vormen de wetgevende macht.
Het Rijk vormt de uitvoerende macht.
De gemeente vormt de rechtsprekende macht.
1.2
Gemeente → burgemeester, het college van B&W en de gemeenteraad.
Provincie → commissaris van de koning, gedeputeerde staten en provinciale
staten.
Rijk → ministers en de regering.
1.3
Medebewind is de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering
van regelingen van de hogere overheid.
Autonomie is onafhankelijke beslissingsbevoegdheid.
2.1
Legaliteitsbeginsel → de bevoegdheid van de overheid om op te treden moet
gebaseerd zijn op de wet.
2.2
Wet in formele zin → wetten die zijn vastgesteld door de regering en de Staten
Generaal samen.
Wet in materiële zin → zijn wetten die algemeen geldend zijn.
2.3
Beschikking → besluit van een bestuursorgaan dat is gericht op een individuele
persoon of op een concrete zaak.
Algemeen verbindend voorschrift → regels en wetten die algemeen geldend zijn.
Besluit van algemene strekking → ze hebben een algemene werking (algemeen
verbindend voorschrift, beleidsregels en plannen).
3.1
Hoge regelgeving gaat voor oude regelgeving.
Bijzonder bestuursrecht gaat voor algemeen bestuursrecht.
Nieuw gaat voor oud.
3.2
Algemeen bestuursrecht → regels die gelden voor alle verschillende
bestuurstaken van de overheid.
Bijzonder bestuursrecht → richt zich op de inhoud van de verschillende
bestuurstaken.
, 3.3
Attributie → de bevoegdheid van een bestuursorgaan staat in de wet.
Delegatie → bestuursorgaan kan zijn bevoegdheid overdragen aan een andere
bestuursorgaan (art. 10:13 Awb).
Delegans = draagt de bevoegdheid over.
Delegataris = heeft de bevoegdheid gekregen.
Delegatie is enkel toegestaan als de wet dit mogelijk maakt (art. 10:15 Awb).
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb).
Mandaat → in naam van het bestuursorgaan een besluit te nemen (Art. 10:1
Awb).
Mandans = verleent de mandaat.
Mandataris = verkrijgt de mandaat.
Er is geen wettelijke basis vereist.
4.1
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur regelen een zorgvuldige en eerlijke omgang
met de burger.
Fair play → open en onpartijdige houding (Art. 2:4 Awb).
Formele zorgvuldigheid → verzamelt relevante feiten om tot een goed besluit te
komen (Art. 3.2 Awb).
Verbod van détournement de pouvoir (specialiteitsbeginsel) → een bevoegdheid
gebruiken voor het doel waarvoor het is gegeven.
Materiële zorgvuldigheid → feitelijke besluit (belangenafweging, evenredigheid
en verbod van willekeur).
Motiveringsbeginsel → zorgvuldig uitleggen waarom het bestuursorgaan een
bepaald besluit heeft genomen (Art. 3:46 en 3:47 Awb).
Gelijkheidsbeginsel → de overheid dient burgers in gelijke gevallen gelijk te
behandelen.
Vertrouwensbeginsel → bestuursorgaan moet doen wat ze hebben toegezegd.
Geleden schade door opgewekte vertrouwen wordt dispositie-eis genoemd.
Rechtszekerheid → de overheid mag de opgebouwde rechtspositie van de burger
niet zomaar aantasten. Een bestuursorgaan mag niet zomaar op zijn eerder
genomen besluit terugkomen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ttannazz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.