Pedagogische Vragen in Historisch Perspectief (P_BPVRHIS)
Autre
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 6.1
3 vues 0 fois vendu
Cours
Pedagogische Vragen in Historisch Perspectief (P_BPVRHIS)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
De canon van het onderwijs
Dit keer een opdracht met de samenvatting van de literatuur (H17 Los en artikel Nelleke Bakker), jaartallen uit het hoofdstuk, interessante vraagstukken uit de jeugdzorg en als afsluiter een video over misstanden in de gehandicaptenzorg. De video is erg heftig om te zien! Wel heel interessant als j...
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 5.1
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 6.2
Pedagogische vragen in historisch perspectief voorbereidingsopdracht 3.1
Tout pour ce livre (7)
École, étude et sujet
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Pedagogische Wetenschappen
Pedagogische Vragen in Historisch Perspectief (P_BPVRHIS)
Tous les documents sur ce sujet (16)
Vendeur
S'abonner
aversteegh
Aperçu du contenu
PVHP WG 6.1
1. Bestudeer de literatuur behorende bij deze werkgroep.
Om meer grip te krijgen op het artikel van Nelleke Bakker kun je het artikel hier via
FeedbackFruits Interactive Document lezen.
Hieronder een samenvatting van de stof:
Artikel Nelleke Bakker
Selectie voor het buitengewoon onderwijs
In het eerste deel van de tekst wordt beschreven hoe 'debiele' kinderen werden
onderscheden van kinderen met leerstoornissen en gedragsproblemen door IQ
testen. Het afnemen van een IQ test was een voorwaarde om naar het speciaal
onderwijs te kunnen gaan. De uitslag bepaalde welk type school bij het kind paste. Je
had de volgende typen scholen:
- Scholen voor zwakzinnigen voor kinderen met een verstandelijke beperking
- LOM-scholen voor kinderen met leerstoornissen zoals dyscalculli en dyslexie.
Er bleven leerachterstanden, maar men was blij met de ontlasting van de
gewone school en mogelijkheid tot ontwikkeling van het eerst onopvoedbare
kind. Later nam deze school ook kinderen met MBD (voorloper ADHD) op. In
de jaren 90 werd zij samengevoegd met de debielenschool.
- ZMOK-scholen (zeer moeilijk opvoedbare kinderen) voor kinderen met
gedragsproblemen. Voorheen psychopatenschool.
Er werd ook gesproken over de autoriteit van de toelating. In het begin lag dit bij de
schoolarts en het schoolhoofd. De schoolarts nam de medische en mentale test af,
terwijl het schoolhoofd keek naar vorderingen in het normale onderwijs. Samen
konden zij de ernst van de leerproblemen vaststellen. Aangezien er veel kritiek was
op IQ testen (WERKGROEP 5.2) vonden hoogleraren pedagogiek dat dit alleen
gedaan mocht worden door bevoegde personen (lees psychologen/pedagogen). In
het begin moesten zelfs pedagogen in training bij psychiaters hiervoor. Uiteindelijk
kregen pedagogen de overhand en werd er ook waarde toegekend aan de omgeving
van het kind. Zo zou bij arbeiderskinderen de omgeving voor slechte resultaten op
school kunnen zorgen. Dit sloeg zover door dat sommige kinderen met
gedragsproblemen zelfs op de Freudiaanse manier (persoonlijkheidsstoornissen bij
kinderen) werden benaderd. Denk aan kinderen met
verwaarlozende/overbeschermende moeders met alcoholverslaafde vaders (Bakker,
2015) (Hier is sprake van gehechtheidsproblematiek. Deze problematiek wordt later
bij de psychologie gelegd in de zogenomede MOB's) Uiteindelijk werd door de
overheid vastgesteld dat er ook een derde persoon, de
schoolpsycholoog/orthopedagoog, deel uit moest maken van de toelating tot speciaal
onderwijs. Zij waren vanaf toen verantwoordelijk voor de mentale testen. De arts
, nam alleen de fysieke test af en het schoolhoofd hield dezelfde verantwoordelijkheid
(Bakker, 2015).
'Zwakbegaafdheid'
Vervolgens vindt er een versnelde groei van de pedagogiek op school plaats.
Enerzijds heb je pedagogen die zeggen dat je kinderen met een beneden-gemiddeld
IQ op normale scholen moet houden. Anderzijds heb je mensen die zeggen dat je die
kinderen op een speciale school moet zetten.
Dit had te maken met preventie van geestesziekten in de jonge kindertijd. Men
wilde programma's ontwikkelen voor kindren, die verstandelijk, emotioneel of moreel
afweken. De theorieën van Bowlby en Freud versterkten deze trend. De overheid
was bang voor de nieuwe jeugdcultuur en het aantal MOB's groeide. Dit is een
voorloper van de jeugdzorg. Arbeiderskinderen werden vaak voor laagbegaafd
aangezien.
Gelukkig kwam Van Houte met het oordeel van de meer complexere
samenleving (verbeterde zorg, waardoor veel misgeboorten overleefden, selectieve
migratie, differentiële productie en meer individueel onderwijs). We moesten
kinderen beter beschermen, omdat 'emotionele verwaarlozing' vaak de oorzaak was
van het falen op school. Kleinere klassen en meer professionele ondersteuning aan de
leerkracht zou 'zwakbegaafdheid' moeten verhelpen. Toevallig was dat de kinderen,
die achter geraakt waren op school of gedragsproblemen hadden, bijna allemaal in
aanraking kwamen voor een behandeling op een MOB. De oorzaken hiervoor werden
in de omgeving gezocht en meestal was dit emotionele verwaarlozing. Hun IQ was
echter niet gemeten. De conclusie was dat gewone scholen hun eisen moesten
aanpassen op deze kinderen. Denk aan het aanpassen van het curriculum en
ondersteuning door deskundigen.
De groei van de academici in de speciale zorg en institutionalisering door
slechte categorising, zoals de term 'zwakbegaafden', het pathogoliseren van beneden-
gemiddelde testuitslagen en de ongefundeerde schattingen van het aantal kinderen
met leerproblemen is hier niet van belang. De angst van 'debilisering van de massa'
(opkomende jeugdcultuur) is eerder de oorzaak van differentiatie en individualisering
van het reguliere onderwijs. Falen op school werd moeilijker aanvaard in tijden van
snelle economische groei, industrialisatie en volledige werkgelegenheid.
Van diagnose naar prognose
Dit stuk laat de steeds belangrijkere rol van de pedagoog t.o.v. de psycholoog op
school zien. IQ testen werden gecombineerd met kwalitatieve observatie in de klas.
Langdurige betrokkenheid bij het kind zorgde van een medisch-psychologische naar
een pedagogische benadering. Er ontstonden discussie tussen experts. Enerzijds had
je experts die het belang van vroege onderkenning en verwijzing inzagen om
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur aversteegh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.