HO1: SW en sociale verandering: eeuwige partners
Wat verstaan we onder ‘sociale verandering’?
Wat is sociale verandering
Sociaal
De betrokkenheid van mensen op elkaar (actief of passief, gewild of ongewild, concreet
of structureel, ...) Vertrekt vanuit een holistische benadering
Het belang van mensen (bv.: sociale aspect van een problematiek)
Aandacht voor mensen of groepen met een tekort aan welzijn (focus op bepaalde
kenmerken van een persoon, zijn aanknopingspunten voor acties van SW’ers die gericht
zijn op reductie van ene tekort, achterstand, onrechtvaardigheid)
Kenmerken sociale verandering
Wijzigingen in interactiepatronen tussen mensen (op een andere manier omgaan met
elkaar)
Jongeren maken zich los van hun ouders
Anders over eigen ervaringen denken (andere betekenis eraan geven)
Iemand die met pensioen gaat moet anders leren omgaan met vrije tijd
Evoluties in de samenleving die onze manier van samenleven veranderen
Migraties veranderen bevolkingssamenstelling van onze buurten
Gebeurtenissen beïnvloeden onze levenswijze, we moeten onze gewoonten aanpassen
en een nieuwe levensstijl zoeken
Verkeersongeval dat leidt tot een handicap
Ontwikkelingen rondom ons zorgen ervoor dat we onze positie in onze eigen leefwereld
moeten veranderen
Duurzaam karakter een blijvend karakter, veranderingen met een langdurig effect
Uitzichten sociale verandering
Vooruit- of achteruitgang
Positief of negatief (bv.: echtscheiding kan allebei)
Probleem of uitdaging
Pessimistische of optimistische kijk (bv.: arbeidsplaats kan allebei)
Bruusk of geleidelijk
Plots, onverwacht of geleidelijk en voorspelbaar (bv.: aanstaande moeder kan allebei)
Gewild of ongewild
Kies je zelf of overkomt het je (bv.: twintiger die gaat verhuizen kan allebei)
Automatisch of geïnduceerd
Niet gepland en gepland, maakbaarheid (bv.: jeugdrechtbank opgelegde sociale
verandering)
Actief betrokken of passief ondergaan
Actor, mee in gang zetten of slachtoffer, ondergaan (bv.: bewonersraad)
Veranderingen in verschillende bestaanskringen
Individu, groep en gemeenschap of samenleving
Persoonlijke BK (je leefwereld), functionele BK (verbonden vanuit bepaalde rol),
structurele BK (systeem)
Oorzaken (endogeen, binnen de persoon en exogeen, buiten de persoon) en antecedenten
1
, Psychologische
Psychisch en gedragsmatig functioneren
Fysische, biomedische
Lichamelijk en fysisch functioneren
Familiale
Relaties in het gezin en de familie
(Peer)-groep
Peergroepen vervullen in de identiteitsvorming van individuen een belangrijke functie
Demografische
Wijzigingen in de samenstelling van de bevolking
Economische
Produceren en consumeren van goederen en diensten
Sociologische
Ontstaan uit het collectief handelen van individuen en groepen
Stedenbouwkundige
Gebruik van ruimte door de bewoners van de planeet
Culturele
Processen van zingeving en betekenisgeving aan eigen ervaringen en die van anderen
Ecologische
Onze biosfeer, het milieu, de ruimte waarin we (over)leven
Opmerkingen
Antecedenten zijn vooral van exogene aard
Verschillende fenomenen zijn met elkaar verbonden
Soms zijn sociale veranderingen de reden om dingen te veranderen, O en G zijn niet
duidelijk
Sociale verandering is een interpretatie van de werkelijkheid
Geen reflexbogen: geen vast patroon tussen sociale verandering en sociaal handelen
Verschil tussen waarneming en interpretatie
Interpreteren is subjectief: we gebruiken een interpretatiekader
Gelijkaardige interpretatie: intersubjectieve interpretatiekaders
Interpretatiekaders opgepast voor verkeerde of misplaatste conclusies
Hoe gaan mensen met sociale veranderingen om
Individuen: coping strategieën (korte termijn), biografische strategieën (lange termijn)
Groepen: organiseren
Gemeenschappen: ‘beleid’ ontwikkelen (overheid, management)
2
, HO2: Over het verschil tussen ‘sociaal handelen’ en ‘sociaal werken’
Mensen zijn subject van sociaal handelen in situaties van sociale veranderingen. Wat betekent
dit? Welke rol kan de sociaal werker hier spelen?
Mensen zijn subjectief van sociaal handelen: (relatieve) autonomie en
verantwoordelijkheid
Mensen= autonoom individu
Persoon is als entiteit het oriëntatiepunt om aan maatschappijopbouw te doen, zo is het
welzijn van elk individu het uitgangspunt om aan welzijnsbeleid te doen
Verantwoordelijkheidsdragers
Verantwoording afleggen ten aanzien van hun omgeving en de samenleving (nu
misschien zelfs veel te groot, ‘je staat er alleen voor’)
Inherent aan subject zijn; actorschap; de persoon gaat actief met de situatie om,
beïnvloedt ze, interpreteert en waardeert ze
Zelfverantwoordelijkheid t.a.v. zichzelf en de omgeving (individualisme)
Zelfverantwoordelijkheid: geen individualisme, meer solidariteit, duurzaamheid
Sociaal handelen: omgaan met sociale veranderingen
3 basisdimensies van sociaal handelen
1. Zelfsturing
Richting geven aan eigen belangen op basis van eigen interpretatiekader, veel of weinig
Het vermogen tot zelfsturing van peuters, personen met een zware verstandelijke
handicap is beperkt. De mogelijkheden om tot adequaat sociaal handelen te komen
zullen dus ook beperkt zijn en de behoefte aan steun groter.
2. Intra-individuele afstemming
Balansbaarheid, nieuwe evenwichten zoeken
Jongen die verliefd wordt op een jongen en beseft dat hij homo is. Alles wat hij tot nu
toe over relaties, seksualiteit heeft geleerd gaat hij vanuit een andere ingesteldheid
bekijken. Misschien moet hij van een groot verzet tegen zijn homo-aard komen tot
aanvaarding en een nieuwe identiteit ontwikkelen.
3. Inter-individuele afstemming
Afstemming tussen individu en hun sociaal-maatschappelijke omgeving
Interculturele
Waarden, doelen en omgaan met conflicten die daarbij komen kijken
Een duurzame relatie aangaan met iemand impliceert het kennismaken met een
andere gezinscultuur.
Intercommunicatieve
Communicatieve samenhang tussen mensen
Feedback kunnen geven, kunnen omgaan met meningsverschillen
Interpositionele
Functies, posities en het zoeken naar nieuwe verhoudingen
Zelfstandig gaan wonen, op zoek gaan naar een nieuwe verhouding met je
ouders
3