Dit document is geschreven door een student die alles lessen volgde. Behaalde een mooie score van 14/20. De samenvatting is voldoende uitgebreid en klaar voor gebruik.
4) collectief ( vb. door gemeenschap => onderwijs , wegen)
Schaarse middelen
Niet zeldzaam , waardeveschijnsel (we moeten er geld voor betalen)
Als het gratis was , dan zou het niet beschikbaar zijn
Economisch principe
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Economie (def.)
Studie v/h menselijk streven naar bevreding van behoeften mbv. Schaarse
middelen.
2
,2. Welvaart & welzijn
Welvaart
Mate waarin mensen met schaarse middelen in behoeften kunnen voorzien.
Vb. door liefde
Welzijn
Bredere invulling
Gevoel van ‘ welbevinden’
Bedrediging van verlangens ( bv vriendschap, liefde)
! hoge welzijn niet altijd samen met hoge welvaart!
(vb 3x in jaar op reis = hoge mate welvaart , maar niet van welzijn)
3. Soorten goederen
Vrije goederen
Bv. water / lucht
Zijn NIET schaars
Economische goederen Bv. goed / dienst
SCHAARS goed
3 soorten :
1) Zuiver individueel goed
Rivaliteit & uitsluiting bv. Iphone of een fiets
( als je die koopt , kan een ander die niet nog eens kopen)
2) Zuiver collectief goed
Geen rivaliteit & geen uitsluiting bv. Politie/brandweer
(politie en brandweer zijn er voor iedereen)
3) Quasicollectief goed
Door sociale (vb onderwijs => uitsluiting is mogelijk, vb privéschool)
& praktische redenen door overheid (vb tol op snelwegen)
2
, Economische goederen :
Consumptie goederen
In het gezinshouden:
1) Verbruiksgoedern bv. Cola (1x , niet duurzaam)
2) Gebruiksgoederen bv. iphone ( langere periode, duurzaam)
Investeringsgoederen
Bedrijfshouding : (nodig om andere goederen te produceren)
1) Kapitaalgoederen vb. machines
2) Vlottende investerings goederen vb. grondstoffen
4. Consumptie & productie
Consumptie :
- Besteding inkomen
- Aanweding econ goederen voor niet-productieve doeleinden
Productie :
- Verwerven inkomen
- Toegevoegde waarde ( =nut) aan econ goed
inductie = vanuit groot aantal feitelijke gegevens ( statistiek
deductie = vanuit een bepaald algemeen beginsel
2
, 6. Ceteris Paribus clausule
Als het overige gelijk is , onder overigens gelijke omstandigheden
1 iets variabel , de rest constant => wat is de invloed van de variabele?
Bv. BMW model vergeleken met de leeftijd kopers
7. Micro / meso / macro
Niet – economische factoren : voorkeuren of preferenties
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur brentstudent1234. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.