Dit document omvat een samenvatting voor het vak Bestuursrecht 2 gegeven aan Hoge School Saxion op de opleiding Vastgoedkunde. De samenvatting omvat hoorcollege's, powerpoints en extra literatuur. Tevens zijn er kleurmarkeringen toegevoegd voor de plaatsing van tabjes, dit kan eventueel gevolgd wor...
Bestuursrecht 2 – College 1
Het recht bestaat uit het:
- Publiekrecht: Wat burgers niet kunnen
- Bestuursrecht: Hierin gaat het over wat bestuursorganen mogen doen.
- Staatsrecht: Hoe wordt een land bestuurd en welke rechten en plichten gelden er.
- Strafrecht: Wat strafbaar is, hoe er gestraft wordt en wat de straf is.
- Privaatrecht: Wat burgers kunnen
- Materieel recht: Hierin gaat het over wetten en regels.
- Formeel recht: Hierin gaat het over procedures.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nederland is een soevereine staat, wat betekend dat een bestuursorgaan dingen mag doen
zonder dat hij hiervoor verantwoording moet afleggen aan een ander. De soevereine staat
heeft gezag over een territoriaal gebied, dit is een gebied dat deels zelfstandig regeert,
maar de staat, staat erboven. Nederland is een staat met:
- Een koningshuis: een familie waarbij de volgende koning(in) wordt bepaald door
erfopvolging.
- Een regering: De koning en ministers
- Een parlement/Staten Generaal: De eerste en tweede kamer
- Decentrale overheden
- Semi-bestuursorganen: Zoals het CBR.
Het koninkrijk der Nederlanden, bestaat uit 4 landen, namelijk; Nederland, Aruba, Curaçao
& Sint Maarten. Alle 4 de landen zijn grotendeels zelfstandig.
Daarnaast zijn er nog 3 overzeese gemeenten, dit zijn Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Zij
zijn een onderdeel van het koninkrijk der Nederlanden en heten bijzondere gemeenten.
Nederland heeft een koning (ook wel monarch genoemd). Deze bestuurd een koninkrijk
(ook wel monarchie genoemd). Een monarchie is een regeringsvorm waarbij de macht bij 1
persoon ligt.
Art. 24 GW – Erfopvolging
Het koningschap wordt opgevolgd door de wettelijke opvolgers van Koning Willem I.
Willem van Nassau-Dillenburg/Willem de Zwijger/Willem van Oranje erfde het prinsdom
Oranje in Frankrijk. Deze Willem was zelf afkomstig uit het Duitsland, uit het plaatsje Nassau.
Deze willen was stadhouder en wordt nu gezien als ‘De Vader des Vaderlands’.
Koning Willem I was de eerste koning van Nederland, deze titel kreeg hij pas toen het
Koninkrijk der Nederlanden werd opgericht. Deze Willem werd ook wel Prins van Oranje-
Nassau genoemd.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De koning heeft eigenlijk geen echte functie, hij ondertekent bijvoorbeeld wel wetten, maar
als hij dit niet zou doen, dan doet een minister dit wel.
De grondwet is een constitutie, een samenhangend geheel van regels die iedereen moet
nastreven. In hoofdstuk 1 staan de grondrechten, in de overige hoofdstukken, hoofdstuk 2
t/m 7, de globale inrichting van de staat.
In Nederland is er een soort van sprake van ‘Scheiding der machten/trias politica’:
, Bestuursrecht 2 – Tentamensamenvatting
Wetgevende macht = Formele wetgever
Art. 81 GW Het vaststellen van wetten wordt gedaan door de regering en Staten
Generaal:
- Art. 42 GW De regering bestaat uit de koning + ministers
- Art. 51 GW De Staten Generaal bestaat uit de eerste kamer + tweede kamer, zij
vertegenwoordigen Nederland.
De regering benoemd zelf ministers bij koninklijk besluit, dit is een besluit van de regering.
Een minister kan leiding geven aan een ministerie.
De minister president is ‘primus inter pare’ ofwel eerste onder zijn gelijken, dit betekend dat
een lid van een groep dezelfde rechten heeft als anderen, maar toch een verhoogd aanzien
heeft.
De tweede kamer wordt gekozen door directe verkiezingen, ofwel de burgers stemmen op
personen. Na de verkiezingen gaan de winnende partijen in overleg, dit wordt de formatie
genoemd om tot een coalitie, een samenwerking, te komen. ‘
De tegenhangers van de regering wordt de oppositie genoemd. Dit zijn alle partijen die
tegen de uitvoerende macht zijn.
De eerste kamer wordt gekozen door indirecte verkiezingen, ofwel zij worden gekozen
door de provinciale staten. Degene die vanuit de provinciale staten stemmen worden
gekozen door de burgers vanuit de provincie. In de eerste kamer zitten 75 zetels, dit is geen
fulltime baan.
Een wet introduceren gaat als volgt = wetgevingsprocedure:
1. De regering stelt een wet voor. Dit wordt gedaan door een minister, namens de
regering, gezien de regering partijloos is.
2. Dit voorstel wordt ingediend bij de tweede kamer, zij kunnen een amendement
aanvragen (het voorstel wijzigen) of stemmen.
3. Indien zij akkoord gaan wordt het doorgeven aan de eerste kamer, zij controleren het.
4. Art. 47 GW Daarna gaat het terug naar de regering, waar de koning het ondertekent
met de verantwoordelijke minister.
De tweede kamer controleert de regering, in de tweede kamer zitten geen leden van het
kabinet.
Uitvoerende macht
De uitvoerende macht bestaat uit de regering (koning + ministers) welke de wetten uitvoeren.
Zij worden gecontroleerd door de 1e en 2e kamer. Indien ze niet functioneren kan er een
motie van wantrouwen worden ingediend, dit gebeurd als er geen vertrouwen meer is in
het kabinet, de ministers en/of de staatssecretaris. In dit geval stapt of de bewindspersoon,
of het kabinet op.
Rechterlijke macht
Nederland is geen echte trias politica, dit komt doordat de koning invloed heeft op alle
machten:
Wetgevende macht: De koning zit in de regering, daarnaast is hij voorzitter van de
Raad van State welke de wetgevende macht adviseert.
Wet uitvoerende macht: De koning zit in de regering
Rechterlijke macht: De koning benoemt rechters.
, Bestuursrecht 2 – Tentamensamenvatting
Art. 45 GW
In de ministerraad hebben alle ministers, die in de regering zitten een overleg. Hier is de
koning en de staatssecretarissen niet bij. Wat ze bespreken is geheim, de minister president
brengt vaak een verslag uit aan de koning. De ministerraad mag worden bijgewoond door
een staatssecretaris als het gaat over hun aandachtsgebied.
Art. 46 GW
Ministers zijn verantwoordelijk voor hun ministerie/portefeuille, soms worden ze geholpen
door een staatsecretaris.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een meerderheidskabinet bestaat uit partijen die een meerderheid hebben in de 2e kamer.
Hierdoor kunnen regeringsvoorstellen op de steun van de 2e kamer rekenen.
Bij een minderheidskabinet kan met steun toch een meerderheid in de 2e kamer worden
verzorgd.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In de AWB gaat het over:
- Besluiten
- Handhaving
- Rechtsbescherming
Art. 1.3 AWB Besluiten
Een besluit is een schriftelijke beslissing van een Art. 1.1 AWB bestuursorgaan, en het gaat
over een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een rechtshandeling is een handeling waarbij
je wil dat er een rechtsgevolg komt, dit kan zijn een privaatrechtelijke rechtshandeling en een
publiekrechtelijke rechtshandeling zijn. Er zijn 2 soorten bestuursorganen:
- A-Orgaan: Deze is krachtens het publiekrecht opgericht. A-Organen bestaan dus op
grond van het publiekrecht, hij staat dus in de wet genoemd.
- B-Orgaan: Iemand die geen A-Orgaan is maar wel openbaar gezag heeft. Een B-
Orgaan handelt namens de overheid maar het kan een private partij zijn, zoals het
CBR.
Een besluit kan 2 dingen zijn:
- Art. 1.3 B Beschikking
Een beschikking is een uitspraak van de rechter die schriftelijk is weergegeven,
hierbij kun je aanwijzen voor welke persoon(en) deze is genomen. Hierbij kun je pas
een bezwaar 6:4 AWB en verder/ beroep indienen nadat de uitspraak is
gedaan.
- Besluit van algemene strekking (BAS)
Een besluit van algemene strekking is een beslissing die geld voor iedereen. Hierbij
kun je niet naar de rechter maar heb je wel een Art. 3:15 AWB zienswijze , dit
is een reactie op een regel die nog niet is genomen. Een BAS kan 2 dingen zijn:
- Algemeen verbindende voorschriften (AVV): Regels die voor iedereen gelden, zoals
een bestemmingsplan/omgevingsplan
- Beleidsregels/structuurvisies: Hoe een bestuursorgaan zijn werk moet doen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RietmanJade. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.