Wervelkolom
Examen: bijvraag over lumbale regio overzicht ppt
DEEL 1a: THORACALE WK
Voor palpatie TWK:
buiklig en scapula heffen voor neutrale stand:
Angulus inf: T7
Angulus sup: T2
Spina scapulae : T3
Palpatie sternum :
Bij vrouwen mediaal blijven en dan kan je tot rib 7 gaan
Incisura jugularis
Sternoclaviculair gewr
1 ste rib
2de naast ribbeltje (angulus costae)
Processus xyphoideus door linea albinea te volgen (ribbenboog)
Verhouding proc spinosi-proc transversum:
Proc spinosus ligt meer caudaal tov proc tranversum
T1-T3 = 0,5 niveau hoger
T4-T6 = 1 niveau hoger
T7-T9 = 1,5 niveau hoger
T10-T12 = 1,5 ; 1 en 0,5 niveau hoger
Vb: palpatie proc spinosus T7 dan 1,5 niveau hoger voor proc transversum (is gevoelig)
lateraal, hierop duwen endan voel je proc spinosus mee kippen
Nog meer naar lateraal angulus costae hoe hoger je gaat hoe dichter deze gaat liggen
Onderscheid tussen C6_C7_T1:
Zit op tafel en flexie nek en uitstekende wervel palperen
Extensie: C6 valt weg want C7 hangt vaster doordat deze vasthangt aan CTO
Links en rechts kijken: C7 draait mee en T1 niet
Ribben:
Bovenste meer naar ventraal en onderste ribben meer naar lateraal, tijdens AH kan je altijd eens
voelen: P in zit en handen lateraal in intercostale ruimte en P laten inademen en zien of er even veel
opening is langs beide kanten
Onder clavicula in intercostale ruimte voelen best lateraal of helemaal mediaal (minder
beweegelijkheid)
, Doelstelling is na te gaan of het gezondheidsprobleem waar de patiënt zich mee aanbiedt een
indicatie is voor kinesitherapie. Dit hebben we in eerste instantie al tijdens de anamnese gedaan,
maar we zullen dit verder trachten te staven tijdens ons hand-on onderzoek. Kunnen wij als
kinesitherapeut deze patiënt helpen of moeten we hem doorsturen naar een andere
hulpverlener?
➔ Deze vraag proberen we te beantwoorden door middel van de anamnese (subj.: zie onlineles
methodisch handelen - anamnese) en het functieonderzoek (“obj.”)
AFO
= oriënterend onderzoek = “begin” trechter !!
= info over: Bewegingsexcursie (NL - ↓ - ↑), -verloop (klik, crepitaties, aberrant movement of
compensaties), -bereidheid, pijn (lokalisatie, aard, moment van optreden)
1. Functionele & provocerende bewegingen
2. Lokaal anatomische/analytische bewegingen (fl, ext, LF, (zuiver rot), 3D-fl & ext)
3. Specifieke screening (AFBT): voeten en handpalmen tegen elkaar en voorover buigen
Flexie:
P in zit met voeten op de grond, als T jezelf aanpassen tot op hoogte P door been op tafel en
eventueel nog dieper leunen op ander been
OF tafel hoger met kussentje onder voeten maar dan zit P minder stabiel
P legt handen gekruist op schouder
Been T op de tafel tegen rug van P, fixeren in snuitgreep thv T12 naar ventraal caudaal:
Je kan wervel nooit vastnemen dus erboven
Vragen zover mogelijk naar beneden toe bewegen tot het niet meer gaat of ik stop zeg (niet
zeggen naar ventraal)
Andere arm op schouder P aan andere kant
Extensie:
P in zit met rechte rug en armen gekruist op schouders
T gaat met zijn arm eronder en dan als ‘blok’ naar voor leunen maar geen te grote lordose!
Fixatie T12 ventraal craniaal dus vingers onder spinosi snuitgreep
Eventueel wnr je spinosi niet voelt door spier vragen om even te buigen endan te strekken en
snuitgreep goed eronder zodat ze niet ‘wegvalt’
Lateroflexie
Naar andere kant van waar T staat: heterolatraal
P in zit met armen gekruist en T onderdoor de armen en hand op heterolaterale schouder en
terug been achter P en door benen buigen
Fixeren T12 naar ventraal en centraliseren: soms is dat naar T toe en soms naar T weg afh van P
Naar kant van waar T staat: homolateraal
Langs boven tussen armen en hand onder oksel
, 3D
Homolaterale flexie rechts:
T aan rechter kant, P in zit met armen gekruist
T gaat onderdoor armen en hand onder oksel, fixeren T12 (ventraal-caudaal, centraal, en afh v
rot)
Kantelen naar T, rot naar T en dan voorover buigen (eerst de 3 bewegingen apart laten uitvoeren
en dan in 1 keer)
Heterolaterale flexie rechts:
T staat rechts + fixatie T12
Armen langs onderdoor en op schouder en fixeren
dan rot naar T, wegkantelen van T en voorover buigen
Homolateraal ext rechts
T staat rechts + fixatie T12
Arm onderdoor en op schouder
Wegdraaien van T, wegkantelen van T en ext
Heterolaterale ext rechts:
T staat rechts + fixatie T12
Arm onderdoor en onder oksel, wegdraaien van T, kantelen naar T en ext
REGIONAAL PROVOCATIEF
Herkenbare pijn
3 vragen: Wat voel je? Waar? Is dit herkenbaar?
PA
Handen in zelfde richting behalve vanboven want anders met vingers in nek duwen dus hand
omdraaien, handen loodrecht op de kromming
Onder: Ventraal craniaal
Midden: Ventraal
Boven: Ventraal caudaal
Duwen met handpalm ongeveer 5 sec
Waar test positief is dan segmentaal test uitvoeren:
2 vingers op proc transversi en met andere hand ulnaire zijde erop duwen
verschil van 2/10 op vasscore want sws beetje gevoelig
Starten op ondergrens en hoger gaan
Compressietest:
P in zit en duwen op schouders met handen of onderarmen, zelfde als vorig semester
Meer gewicht op corpora terwijl bij lumbaal meer op facetten