Ondernemingsrecht in hoofdlijnen
Hoofdstuk 1: Begrippen en algemene regelen
1.1 Ondernemingsrecht
o Definitie: de tak van het recht die de activiteiten van ondernemingen regelt
Bestaat uit economisch recht en vennootschapsrecht
Wat tot 1 november 2018
o Handels- en economisch recht
Betekenis handelsrecht: recht dat geschreven was voor handelaren (= kooplieden) en
commerciële verrichtingen (= daden van koophandel)
- Doel: handelstransacties vlotter laten verlopen
- Bv. vroeger kon alleen een handelaar failliet gaan
- Wat bevatte het handelsrecht:
- Bepaalde de geboorte van de handelaar
Wie is handelaar, wat zijn de verplichtingen van een handelaar
(inschrijven in handelsregister bv.)
Verschilpunten met het burgerlijk recht
- Functioneren van de handelaar
Technieken om handel te drijven bv. vennootschapsrecht
- Einde van de handelaar
Verdwijnen ten gevolge van financiële moeilijkheden of
herstructurering
Betekenis economisch recht: marktregulerend recht
- Hoe moest men zich op de markt gedragen
Zijn prijsafspraken mogelijk, aanbieden onder verkoopprijs, …
Na 1 november 2018
o Ondernemingsrecht
Wat maakt er deel uit van het ondernemingsrecht?
Economisch recht
- Recht dat betrekking heeft op het functioneren van ondernemingen
- 2 soorten regels:
Economisch privaat recht
o Relatie tussen ondernemingen onderling: bevat alles wat
vroegere handelsrecht bevatte
o Functioneren van een onderneming
o Insolventierecht
Publiek economisch recht: vroegere marktregulerend recht
o Om bepaalde politiek te volgen
Vennootschapsrecht
- Betrekking op vennootschap om risico te beperken
- Regels over oprichting, werking en vereffening van vennootschappen en
verhouding tussen verschillende vennoten
,1.2 Het begrip “onderneming”
o Onderneming is de sleutel van het ondernemingsrecht
Vb. als men zegt de ondernemingsrechtbank is bevoegd voor een verschil tussen
ondernemingen dus je moet weten wie een onderneming is
o Hoe weten wat een onderneming is?
Artikel I. 1 WER
Behoudens andersluidende bepaling, wordt voor de toepassing van dit wetboek
verstaan onder onderneming elk van volgende organisaties:
- Ieder natuurlijk persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitvoert
Beroepsactiviteit: kan je maar hebben als er een zekere
frequentie/duurzaamheid in de economische activiteiten zit
o Aanbieden van producten en diensten
o Onderscheid maken tussen occasioneel verrichte activiteit
en met regelmaat verrichte activiteiten
Zelfstandig: niet gebonden aan arbeidsovereenkomst
o Uitsluiten natuurlijke personen in dienstverband
o Bv. arts, tandarts, bedrijfsrevisor, …
- Iedere rechtspersoon
Fysiek persoon: heeft naam, nationaliteit, identiteit, woonplaats en
handelingsbekwaam (18 jaar)
Rechtspersoon: bij opstart onderneming een entiteit oprichten die
eigenschappen heeft zoals een fysiek persoon maar is een
rechtspersoon -> anders jij aansprakelijk
o Bv. NV, BV (besloten vennootschap, vroeger BVBA), VZW,…
- Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
Meestal kost rechtspersoon oprichten veel meer
Iedere andere samenwerking bv. scoutsgroep, sportclub, …
o Uitzonderingen die geen ondernemingen zijn
Iedere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die geen uitkeringsoogmerk (= niet
als doel dat de leden iets ontvangen) heeft en die ook in feite geen uitkeringen
verricht aan haar leden of aan personen die een beslissende invloed uitoefenen op
het beleid van de organisatie
- Bv. scouts
Allemaal overheden
- Bv. provincies, gemeenten, federale staat, OCMW, …
Iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbied
o Het begrip ‘onderneming’ is dus breder dan het klassieke handelaarsbegrip
o In heel wat boeken gebruikt men het oude ondernemingsbegrip: “elke natuurlijk persoon of
rechtspersoon die op een duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn
verenigingen”
Bij bijvoorbeeld faillissementsrecht gebruikt men een minder ruime definitie van het
begrip onderneming zoals gedefinieerd in art. I. 1 1 ste WER
Men sluit in deze materie alle publiekrechtelijke rechtspersonen uit en dus niet enkel
degene die goederen en diensten aanbieden
,1.3 Bronnen van ondernemingsrecht
o Vindplaatsen ondernemingsrecht/rechtsbronnen ondernemingsrecht
Wetboek van Economisch Recht
- 2013/2014: minister voegt alle wetgeving samen en onderbrengen in 1 groot
wetboek
- Geen doorlopend genummerd wetboek maar bestaat uit allemaal
onderscheidde boeken (boek I – XX)
Vb. boek XI is geweid aan octrooien
- Als je op zoek bent naar een artikel XX. 125 moet je in boek XX zoeken naar
het 125ste artikel
- Geeft geen volledig zicht op het economisch recht
art. II.1: WER is een algemeen juridisch kader die tot de bevoegdheid
van de federale overheid behoren
Vele materies zijn dus niet de bevoegdheid van de federale overheid
Wijst op belang van internationale wetten en decreten
Afzonderlijke wetgeving: individuele rechtsbronnen
- Bv. wetboek van vennootschappen en verenigingen, …
Internationale verdragen: regelen de internationale handel
- Bv. WHO is geregeld via een verdrag, Europese verdragen
Europese recht
- Bv. Verdrag werkende Europese Unie, verordeningen, richtlijnen, …
Verordening: rechtstreeks van toepassing
Richtlijn: moet worden omgezet door lidstaten tot intern recht
Gebruiken (beperkt)
- Vb. hoofdelijkheid: als je een schuld hebt met meerdere schuldenaars is
iedereen aansprakelijk voor het geheel terug te vorderen
Het begrip “handelszaak”
o Synoniem: handelsfonds
o Iedere onderneming heeft er een
o Kan je in pand geven als garantie bij een lening ofzo
o Wat is een handelszaak?
Geen wettelijke definitie
Geheel van middelen die de onderneming heeft waarmee de onderneming zijn
ondernemingsactiviteit drijft, je klanten aantrekt en tracht te behouden
o Wat maakt deel uit van de handelszaak?
Feitelijkheid die zelf te bepalen is
Zelf bepalen wat deel uitmaakt van je handelszaak
- Bv. bij verkoop van je zaak -> stoelen mee verkopen of niet
o Wat als partijen niet aangeven wat tot de handelszaak behoort?
Elementen dat sowieso tot de handelszaak behoren
- Handelsnaam, winkelinrichting, huursale, kasregister
Elementen die niet tot de handelszaak behoren
- Schulden, liquide geld, …
o Wat met klanten?
Probleem omdat juristen zeggen dat dat een res nullius (= “niks”) is
- Kan niet verplichten dat klanten na overname terugkomen
Niet- concurrentiebeding
- Als je een zaak overdraagt mag je geen concurrentie worden om de hoek ->
beperkt in geografische ruimte (van A naar Gent verhuizen)
, o Handelszaak is geen juridische entiteit
Handelszaak is geheel van van elkaar onderscheidde feiten
Moet kijken naar regelgeving die op elk apart feit van toepassing is
- Je verkoopt merk, naam,… allemaal andere regels
Bv. merk moet via inschrijving in het register
o Welke transacties kunt u doen bij een handelszaak?
Verkoop
In pand geven: waarborg schuldvorderingen
Verhuren
1.4 Algemene beginselen van economisch recht
o Doelen economisch recht: (art. II.2)
Vrijheid van ondernemen
- Iedereen is vrij een economische activiteit uit te voeren (art. II.3)
- Beperkingen op deze vrijheid kunnen resulteren uit de in België van kracht
zijnde internationale verdragen, het algemeen normatief kader van de
economische unie en de monetaire eenheid zoals vastgesteld door of
krachtens de internationale verdragen en de wet, alsmede uit de wetten die
de openbare orde en goede zeden betreffen en de bepalingen van het
dwingend recht (art. II.4)
Bescherming van eerlijke concurrentie
Bescherming van de consument
1.5 Algemene regelen voor ondernemingen
o Verschillen ondernemingsrecht en burgerlijkrecht
Bewijsregels
Bevoegde rechtbanken
Bewijs
o Wat zijn bewijsregels? U hebt een transactie met een ondernemer gesloten en op een
bepaald moment is er een probleem -> moet kunnen bewijzen dat er een overeenkomst
gesloten is en wat het probleem is
Bewijs ten opzicht van een onderneming
- Je kan zelf een ondernemer zijn of een koper
Bewijsregels van het ondernemingsrecht
- Bewijs is veel soepeler, veel eenvoudiger kunnen bewijzen t.o.v. ondernemer
Bewijsregels van het burgerlijk recht
- Veel stroever, moeilijker bewijsbaar
o Burgerlijk recht: transacties tussen 2 burgers
375 euro grens: als je transacties hebt met waarde onder de 375 euro kan je alle
bewijsmiddelen gebruiken
- Geschrift
- Bekentenis
- Getuigen
- Vermoedens
- Eed
Boven 375 euro: kan alleen bewijzen via een geschrift
- Authentieke akte: opgesteld door bevoegd persoon bv. notaris
Bevat authentieke gegevens (vastgesteld door notaris)
Onaanvechtbaar want notaris doet authentieke uitspraken