Complete en uitgebreide samenvatting voor het vak goederen - en bijzondere overeenkomstenrecht van de 2de bachelor. Met deze samenvatting behaal je zeker een mooi resultaat.
Deel I: ALGEMENE BEGRIPPEN VAN HET VERMOGENSRECHT:
Hoofdstuk 1 – VERMOGENSRECHTEN: PERSOONLIJKE EN ZAKELIJKE RECHTEN:
I. Inleiding
II. De klassieke leer: een scherpe tweedeling
III. De leer van het personalisme
IV. De leer van het neopersonalisme: het onderscheid tussen eigendom en beperkte
vermogensrechten (kwalitatieve verbintenissen)
V. De keuze van de wetgever: het ‘numerus clausus – beginsel’ als formeeel
afbbakeningsmechanisme
- Het numerus clausus – beginsel bij zakelijke rechten
- Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
- Gesloten stelsel versus open stelsel
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
- Vordering verjaart na 10 jaar - Enkele zakelijke rechten zijn
(ART. 2262bis OBW) uitgerust met attributen
- Rechtsvordering voor - Vordering verjaart na 30 jaar
woonplaats van de (ART. 2262bis OBW)
verweerder - Rechtsvordering: exclusieve
- Geen publiciteit bevoegdheid rechter van
plaats waar goed gelegen is
- Belang van publiciteit
Publiciteit bij zakelijke rechten:
Zakelijk recht op schuldvordering: kennisgeving/erkenning door schuldenaar van vordering
Roerend zakelijk recht: bezit (‘bezit geldt als titel’ – ART. 3.24 BW)
Onroerend zakelijk recht: hypothecaire publiciteit (ART. 3.30 BW)
Gevolg: zakelijke rechten hebben een grotere tegenwerpelijkheid – dit wordt aangeduid als de
absolute gelding van zakelijke rechten.
De klassieke leer, een scherpe tweedeling:
De klassieke leer = objectief criterium:
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
- = aanspraak op bepaalde - = rechtstreekse heerschappij
gedraging vanwege persoon over een goed
- Rechtsverhouding tussen - Rechtsverhouding
twee rechtssubjecten rechtssubject
- Diensten, verleend door een rechtsobject
schuldenaar - Goederen
,Kritiek: misvatting dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn tegenover personen en
persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben!
Ook persoonlijke rechten kunnen betrekking hebben op goederen
- Voorbeeld: huurrecht
Ook zakelijke rechten doen rechtsverhoudingen tussen personen ontstaan
- Voorbeeld: erfdienstbaarheid
De leer van het personalisme:
Personalisme = een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten, nooit tussen een
rechtssubject en een goed
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
- Verbintenis ten laste van 1 - Passieve verbintenis:
persoon: de debiteur (SA) iedereen verplicht zich te
- Relatief recht onthouden van inbreuk op
zakelijk recht
- Absoluut recht
Kritiek: het personalisme heeft de interne kenmerken (bevoegdheden) en de externe kenmerken
(tegenwerpelijkheid) van vermogensrechten ten onrechte met elkaar verworven – onder andere ten
onrechte afgeleid dat vorderingsrechten geen gevolgen hebben in de verhouding tot derden (zie
bijvoorbeeld de theorie van derde – medeplichtigheid aan andermans contractbreuk)
Onderscheid op vlak van tegenwerpelijkheid:
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
Enkel tegenwerpelijk aan derden die Tegenwerpelijkheid aan derden door
kennis hebben van bestaan van rechten vervullen van publiciteitsmaatregel
(wel nog gradueel onderscheid:
onroerende eigendom meer
tegenwerpelijk)
ART. 3.28 BW: de verkrijging ter goeder trouw is niet mogelijk voor onroerende goederen die
overgeschreven zijn, maar wel voor roerende goederen.
De leer van het neo – personalisme:
Het onderscheid tussen eigendom en beperkte vermogensrechten (kwalitatieve verbintenissen):
Neo – personalisme = eigendomsrecht is een soort transcendent recht, dat de indeling tussen
zakelijke rechten en persoonlijke rechten overstijgt - onderscheid tussen (andere) zakelijke rechten en
persoonlijke rechten is enkel hierin te leggen dat aan zakelijke rechten een kwalitatieve, verbintenis
beantwoordt, terwijl een persoonlijk recht spiegelbeeld is van een persoonlijke verbintenis.
Persoonlijke rechten Zakelijke rechten
De schuldenaar van een persoonlijk Kwalitatieve verbintenis – verbintenis
recht is gehouden (niet kwalitatief) ten van de eigenaar van goed om
persoonlijke titel (als titularis van zijn beperkingen op zijn exclusief recht te
vermogen) – ART. 1165 OBW eerbiedigen, is aangegaan qualitate
qua (dwz: als eigenaar goed waarop
het zakelijk recht betrekking heeft)
Kritiek: door de uitbreiding van het eigendomsrecht tot alle vermogensrechten zou het
eigendomsrecht zijn eigenheid verliezen, deze kritiek is niet gerechtvaardigd.
,Appreciatie:
Deze uitbreiding van het eigendomsrecht tot onlichamelijke zaken heeft weerklank gevonden
in de latere evolutie: de dematerialisering van het goederenrecht heeft ertoe geleid dat
eigendom op onlichamelijke zaken vanuit economisch oogpunt steeds belangrijker wordt
Ginnossar heeft het eigendomsrecht verheven boven de andere zakelijke rechten
Hoofdstuk 2 – BIJZONDERE KENMERKEN VAN ZAKELIJKE RECHTEN:
I. Bescherming tegen insolvabiliteit (accessoire zakelijke rechten)
II. Volgrecht
III. Het voorwerp van zakelijke rechten: specialiteit, eenheid en zakelijke
subrogatie
Bescherming tegen insolvabiliteit (accessoire zakelijke rechten):
Zakelijke rechten: uitgerust met een recht van voorrang
- Zakelijk recht wordt niet aangetast door samenloop (ART. 3.5 BW)
- Rangorde bepalen via het anterioriteitsbeginsel (ART. 3.4, 1ste lid BW)
persoonlijke rechten: onderworpen aan regel van gelijkheid van schuldeisers
- Kritiek: begrip recht van voorrang beantwoord niet aan de realiteit
Zakelijke rechten verlenen geen recht van voorrang in boedel, blijven buiten boedel
accessoire zakelijke rechten: verlenen een daadwerkelijk recht van voorrang
Het volgrecht:
= de derde – verkrijger (onder bezwarende titel) is van rechtswege gebonden door de
zakelijke rechten die op het goed rusten (ART. 3.4, 2de lid BW)
Nuanceringen:
- Volgrecht is niet absoluut bij alle zakelijke rechten:
Onroerende zakelijke rechten: altijd absoluut (worden bekendgemaakt in de
hypothecaire registers – ART. 3.28 BW)
Roerende zakelijke rechten: het volgrecht wordt uitgeschakeld in verhouding tot de
derde – bezitter te goeder trouw (ART. 3.28, §1, 2de lid BW)
- Huurrecht (persoonlijk recht) heeft een volgrecht (ART. 1743 OBW)
Ook persoonlijke rechten zijn dus uitzonderlijk met een volgrecht uitgerust
Het voorwerp van zakelijke rechten: specialiteit, eenheid en zakelijke subrogatie:
1. Het specialiteitsbeginsel:
= een zakelijk recht kan alleen betrekking hebben op geïndividualiseerde zaken, een zakelijk
recht kan enkel gevestigd worden op aanwijsbare goederen (ART. 3.8, §1 BW)
- Voorbeeld: zakelijk recht op een geldsom is niet mogelijk
- Een zakelijk recht kan echter wel gevestigd worden op een juridische universaliteit
Geheel van goederen aan afzonderlijk zakenrechtelijk statuut onderworpen
, Indien het onderpand van zakelijke rechten niet langer identificeerbaar is, kan het zakelijk recht niet
meer worden uitgeoefend (onder het oude recht).
Traditionele opvatting: bijgevolg maakt vermenging van het object een einde aan het recht
- Voorbeeld: als houder van soortgoederen deze vermengde met eigen stortgoederen (zelf
eigenaar), dan kwam het eigendomsrecht van de eigenaar in gedrang
Moderne opvatting: vermenging doet een mede – eigendomsrecht ontstaan (ART. 3.12 BW)
2. Eenheid:
Eenheidsbeginsel: zakelijk recht kan enkel gevestigd worden op autonoom
vermogensbestanddeel (goed), niet op inherent bestanddeel hiervan (ART. 3.8, §2, 2de lid)
- Inherent bestanddeel = een noodzakelijk element van dit goed dat er niet kan worden
van afgescheiden zonder afbreuk te doen aan de fysieke/functionele substantie
Voorbeeld: men kan geen vruchtgebruik toestaan op de lak van een auto
- Natrekking (ART. 3.55 BW) als toepassing van het eenheidsbeginsel
Voorbeeld: het bouwwerk wordt een inherent bestanddeel van de grond
3. Zakelijke subrogatie (= zaakvervanging – ART. 3.10 BW):
= wanneer het zakelijk recht bij het verlies van het oorspronkelijke object blijft voortbestaan
op een vermogensbestanddeel dat in de plaats van het oorspronkelijk object is getreden
Gevolg: het zakelijk recht kan door zakelijke subrogatie na het verlies van het oorspronkelijke
object blijven voortbestaan op de tegenwaarde van het initiële onderpand
- Hypotheek kan overgaan op vervangende onderpand, zo blijft het recht van voorrang
Voorwaarden voor zakelijke subrogatie:
1. Er bestaat een zakelijk recht
Enkel de titularis van een zakelijk recht wordt beschermd door zakelijke subrogatie
2. Het onderpand van het zakelijk recht gaat teniet (juridisch/materieel)
Het oorspronkelijke object van het zakelijke recht gaat teniet
3. Er is een vervangend onderpand
Het oorspronkelijke object moet vervangen zijn door een andere zaak
4. Subsidiair mechanisme (speelt slechts wanneer er geen andere remedie is)
5. Het oorspronkelijke onderpand voor de vervanging en het in de plaats tredende
vermogensbestanddeel nadien moeten op elk ogenblik in de vervangingskosten
individualiseerbaar geweest zijn (gevolg van specialiteitsbeginsel)
Mechanisme om ongerechtvaardigde verrijking tegen te gaan!
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Anoniempje6. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €20,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.