Samenvatting werken aan verandering
(meso)
Agogie Inleiding
Agogie: grieks=agein=voeren, leiden
Aanwijzingen voor de wijze waarop je mensen kan helpen, begeleiden of beïnvloede bij
veranderingsprocessen.
Agogiek: mensen meevoeren. Je voert of leidt mensen geleidelijk mee doorheen
verandering. Het zijn aanwijzingen.
Beïnvloeding en verandering:
1) Niet toevallige beïnvloeding – wel professionele beïnvloeding
2) Wel met de bedoeling dat mensen het op een of andere manier “beter”krijgen
3) Agogische beroepen zijn dan
Als je iemand wilt beïnvloeden, dan wil je het op één of andere manier beter krijgen
->professionele agogie
Mensen die aanzetten tot verandering, maar niet de intentie hebben dat het beter
wordt -> sekteleider: manipuleert mensen, dus niet met de intentie dat ze het beter
hebben
Agogen= veranderen en beïnvloeden bv. marketeer (koopgedrag veranderen), chirurg (niet
psychosociaal), wiskundeleraar (kennis)
9 kenmerken
1) Het gaat om psychosociale verandering
Psyche = ziel of geest
Sociaal = onderlinge verhouding tussen mensen
Beide zijn moeilijk los te koppelen bv. hoe je gedraagt wordt bepaald door wat je
voelt, gelooft, denkt = psyche en psychische gesteldheid bepaald door opvoeding en
met wie je omgaat bv. werken in een gedreven team of een gelaten team
Psycho-sociaal:
-individu: gevoelens, houdingen, gedrag, gedachten, fantasieën
-groep: communicatie
-samenleving: waarden en normen
Het heeft effect op de psyche en de onderlinge verhouding tussen mensen. De twee
hebben een sterke invloed op elkaar. Chirurg is geen agoog want hij is niet bezig met
de psyche
2) De verandering wordt door de betrokkenen gewenst
Het belang van diegene om wiens verandering het gaat staat centraal
Als je werkt in agogisch beroep-> mensen niet dwingen in verandering
Degene die verandering wilt, staat de wens centraal
3) De beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats
, Samenvatting werken aan verandering
(meso)
Diegene die verandering probeert te bewerkstellingen doet dit op basis van beroep
dat hij uitoefent. Kunnen ook onbetaald zijn bv. vrijwilligers. Veranderaar is
herkenbaar en aanspreekbaar. Helpen veranderen (een deel van) zijn taak is. als
vrijwilliger ben je agoog ivm pesten. Je moet niet noodzakelijk een professional zijn.
het moet niet jouw beroep zijn.
4) De beïnvloeding is doelgericht
Veranderen naar een situatie die op voorhand (min of meer nadrukkelijk) bedacht en
gepland is. Je gaat niet zomaar veranderen omdat iets niet klopt bv. Drugsverslaving:
je moet doelgericht werken. Er voor zorgen dat zijn/haar functioneren beter wordt. Je
gaat met collega’s overleggen.
5) De veranderaar werkt systematisch
Omstandigheden creëren dat ze beoogde verandering vergemakkelijken niet in het
wilde weg en niet toeval. Systematisch te werk gaan om mensen mee te hebben. Met
bepaalde systematiek te werk gaan.
6) De beïnvloeding vindt bewust plaats
De beïnvloeding voor beide partijen is open en eerlijk (praten)
7) De beïnvloeding wordt vrijwillig ondergaan
Diegene die beïnvloedt wordt onderwerpt zich vrijwillig en bediscussieerbaar. De
beïnvloeding of verandering wordt vrijwillig ondergaan. Dit is bediscussieerbaar. Bv.
als je ziet dat iets ongezond is zowel mentaal als fysiek.
8) De beïnvloeding is niet wederzijds
Beïnvloeding is van de agoog naar diegene die verandert wordt. De agoog probeert
impact te hebben en de persoon aan te zetten tot verandering, maar dat wilt niet
zeggen dat dat impact heeft op de persoon zelf. De beïnvloeding is niet altijd
wederzijds. Het is eenrichtingsverkeer.
9) Het gaat om (jong) volwassenen
Kinderen = orthopedagogie
Agogiek= de leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte, beroepsmatige beïnvloeding
die gericht is op het bereiken van een meer wenselijke geachte psychosociale situatie van
volwassenen (individueel of in onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust zijn
en die deze situatie ook nastreven.
Wie wordt beïnvloed of verandert?
- Agoog: diegene die de andere helpt veranderen
- Niet term patiënt: roept passiviteit, afhankelijkheid, onzelfstandigheid op
- Ouders, CLB assistent, verslaving consulent -> agogen
Psychosociaal veranderen op verschillende niveaus:
, Samenvatting werken aan verandering
(meso)
Micro: veranderen op micro gaan over wat verandering teweeg brengt bij individuen of
kleine groepen bv. een gezin of groep waar iedereen elkaar heel goed kent.
Verandering bij individuen en kleine groepen: ervaringen, gedrag, zelfbeeld, identiteit,
ambitie.
Verandering bij groepen: mensen die elkaar kennen, met elkaar omgaan en ook herkenbaar
als in een situatie. Bij groepen speelt ook jaloezie, communicatie, onderlinge besluitvorming,
…
Meso: groepen waar meer anonimiteit is. Mensen die elkaar kennen, maar wel anoniemer
bv. mensen in de aula.
Organisaties, groepen verschillen van organisaties: communicatie is anoniemer en formeler.
We kennen elkaar op afstand. Zowel binnen de profit als de non-profit -> social-profit is
veranderen een must.
Psychosociale factoren in organisaties: hiërarchie, belangentegenstellingen, geschreven
regels en formele posities. Kleinere samenlevingsverbanden bv. buurten, professionele en
vrijwilligers organisaties.
Macro: grote schaal, maar niet duidelijk wie er wel of niet bijhoort bv. alle Antwerpenaren of
Belgen.
Grote samenlevingsverbanden = anonieme verzameling van mensen, niet duidelijk wie er wel
en niet toe behoort en wisselende samenstelling. Communicatie via massa- en sociale media,
wetten en formele regels die gedrag regelen. Psychosociale veranderingen: toenemend
klimaatbewustzijn, burgerbewegingen, bewustwording impact van marktwerking op de
gezondheidszorg. Visies en strategieën bekijken die grotere samenlevingsverbanden (buurt,
stad, samenleving) aanzetten tot verandering. Hoe wordt er gecommuniceerd naar grote
groepen -> gebeurd door massamedia bv. TV, kranten, radio,…
Organisatiekunde
Kenmerken van een organisatie: de hechtheid van de groep, formaliteit, afspraken,
structuren
van minst organisatie naar het meeste organisatie:
1) de kinderen die krijten tijdens een speelstraat
2) vriendengroep
3) eenmanszaak-koffiebar
4) opbouwwerkers-SAAMO Gent
5) jeugdbeweging
6) een klas in de middelbare school
, Samenvatting werken aan verandering
(meso)
Wat is een organisatie: organisaties zijn sociale entiteiten. Dit wil zeggen dat er mensen van
pas komen die gericht op een doel zij en ontworpen als systemen van bewust
gestructureerde en gecoördineerde activiteiten en verbonden zijn met de externe omgeving
(Daft)
Belang van een organisatie: de middelen bijeenbrengen om gewenste doelen en resultaten
te bereiken. Goederen en diensten efficiënt produceren. Innovatie stimuleren, zich
aanpassen aan een veranderende omgeving en die beïnvloeden. Waarde creëren voor
eigenaren, klanten en werknemers. Ruimte bieden voor continu uitdagingen op het gebied
van diversiteit, ethiek, carrièrepatronen, motivatie en coördinatie van werknemers.
Onderdelen van een organisatie/de basics van organisatiekunde: Strategie, structuur, cultuur,
mensen -> eens dat je wijzigt in bv. structuur, mensen, strategie, cultuur heeft dat invloed op
de andere. Bv. fusioneren van 3 gemeentes is een verandering op macroniveau. Deze fusie
speelt in op de structuur. We gaan ons herstructureren d.w.z. dat er 3 gemeentes worden
gemengd. Vanaf je iets wijzigt, verandert het geheel. Mensen kijken naar veranderingen
vanuit hun standpunt bv. Dan word ik een nummer of dan heb ik mijn voordelen niet meer.
Profit: is ontstaan om winst te maken en als doel winst om continuïteit.
Sociaal profit: is door maatschappelijke problemen ontstaan en heeft als doel
maatschappelijke problemen oplossen
Missie geeft de globale doelstellingen van de organisatie weer en tot welke doelgroepen de
organisatie zich richt. Daarnaast geeft ze ook weer hoe de organisatie gezien wil worden door
de omgeving en hoe de organisatie zich onderscheidt van andere organisaties.
Een visie van een organisatie is visionair. Wat willen we nu? Een visie van een organisatie is
waar streeft de organisatie naar? Waar willen we als organisatie naartoe? Visie geeft de
organisatie richting: hart van het beleidsplan. Het is toekomstgericht. Band tussen visie en
missie is dat de visie concrete vertaling van manier waarop de organisatie haar waarden op
lange termijn wil realiseren. Visie is voortdurend in verandering.
Waardenperspectief zijn de basiswaarden die het gedrag van medewerkers oriënteren. De
motivatie van medewerkers ligt hoger naarmate hun persoonlijke waarden overeenstemmen
met die van de organisatie. Waarden vormen het stabiele cement van de organisatie.
Waarden van een organisatie sluit zich aan de cultuur van de organisatie.
Strategiebepaling/organisatiestrategie= je hebt een doel en je neemt iets voor. Doelstellingen
en actieplan.
Concrete vertaling van de missie en visie = strategische doelstelling.
Concrete en nauwkeurige omschrijving (SMART) van het gewenste eindresultaat van een
handeling of een proces = operationele doelstelling
Doelstellingen geven een identiteit aan de organisatie, plaats in de maatschappij.
Doelgroepen weten duidelijk wat ze van de organisatie mogen verwachten. Doelstellingen