ERFGOED EN HERBESTEMMING
1. OUTLINE
Enkel lezen
2. DEFINIËRING, INDELING EN CATEGORISERING
HINT: verschil indeling en categorisering (en onderdelen)
2.1 Definiëring
- Erfgoed = wat met van de voorouders erft -> nalatenschap
- = wat mensen waarderen, wat te bewaren waard is, zich mee identificeren,…
- = verzamelbegrip voor alles wat we overerven (materieel of immaterieel)
2.2 Indeling cultureel en natuurlijk erfgoed
- Cultureel erfgoed = door de mens gemaakt
o Vb: gebouwen, literatuur, kunst, taal, media,…
- Natuurlijk erfgoed = dat door de natuur is ontstaan
o Vb: natuurgebieden, fossielen, plant- en diersoorten,…
2.3 Categorisering
2.3.1 Materieel erfgoed
= tastbaar erfgoed
- Roerend erfgoed
o = verplaatsbaar, niet grondgebonden
o Vb: schilderijen, meubels, publicaties
o Mobiel erfgoed
Vb: voertuigen, vaartuigen, vloegtuigen,…
Behalve als het ingeschreven is in een land, dan behoort het tot dat land, dus
wordt het onroerend goed
o Vb: Coca-Cola = materieel roerend erfgoed
- Onroerend erfgoed
o = niet verplaatsbaar
o Monumenten (waardevol bouwkundig erfgoed)
Religieuze gebouwen, belforten, stations, bruggen, luchthavens,
sportcomplexen, oorlogs- & vredesmonumenten,…
o Landschappen
Natuurlandschappen, cultuurlandschappen, waardevol stedenbouwkundig
erfgoed,…
o Archeologische sites
o Varend erfgoed
o Heraldiek = wapenkunde, leer van familiewapens
- Slechts uitzonderlijk wordt onroerend goed verplaatst (vb: openluchtmuseum Bokrijk)
2.3.2 Immaterieel erfgoed
= niet tastbaar
- Omvat elementen van cultuur, traditie,…
- Vb: muziek, geuren, dans, religie, recepten, ambachten,…
1
,3. OORZAKEN VAN VERVAL
- ‘tand des tijds’ & speech over tijd
- De natuur heeft zijn eigen opruimingsstelsel
Tijd
- Kunstenaars waren altijd al geboeid en geïntegreerd door thema’s rond ‘tijd’ en
vergankelijkheid
3.1 De vier ‘elementen’ uit de klassieke filosofie
- Aarde
o Vb: aardbevingen
- Lucht
o Vb: winderosie
- Water
o Vb: sneeuw (vriesschade) – water (overstromingen) – damp
o Water zet uit als het vriest -> schade gaat optreden op zwakste punt
o !! als ontwerper: waar gaat al het vocht naartoe?
- Vuur
o Vb: brand, bezonning (zonlicht -> verkleuring), belichting,…
Deze 4 elementen zullen onder verschillende omstandigheden optreden:
- Normale omstandigheden
o Temperatuurschommelingen (uitzetting), winderosie, watererosie, vorst,…
- Bijzondere omstandigheden
o Blikseminslag, rukwinden, hevige regen- of sneeuwval, agressief milieu,…
- Uitzonderlijke omstandigheden
o Natuurrampen, orkaan, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tsunami, droogte,…
3.2 Schimmels of zwammen
- = ook fungi genoemd
- Schimmels + bacteriën = reducenten in ecosysteem
- Ecosysteem = natuurlijk systeem dat bestaat uit alle organismen in een bepaald gebied,
samen met abiotisch systeem en de wisselwerking tussen beide
- Schimmels zijn heterotroof = ze zijn afhankelijk van andere levensvormen voor hun
stofwisseling
- Bacteriën in de douche vermijden door:
o Damp afvoeren -> ventileren
o Genoeg licht
o Kuisen met verdund bleekwater en hitte
- Zwammen en bacteriën houden van:
o Donker
o Vocht
o Warmte
- Planten zich voort:
o Geslachtelijk: door sporen
o Ongeslachtelijk: vegetatieve wijze met schimmeldraden of door knopvorming
- Schimmels spelen een belangrijke rol bij de biologische afbraak van plantaardig materiaal
2
, 3.2.1 Gevaarlijk voor monumenten
Huiszwam
- = op verdiepingen en zolder
- = schadelijk voor houten constructies
- Vooral in vochtige en niet te koude omgeving
- Wat wijst er op huiszwam:
o Geur: ‘zweet’ van de zwam
o Kijken: sporen in stof -> oranje kleur
- Wat doet een huiszwam:
o Vanaf het begint te zweten gaat het groeien
o Vreet alles op
o Kan zich verplaatsen door mortel (niet door baksteen)
- Hoe behandelen:
o Verschroeien met brander of gas
Bij bakstenen
Oppervlakkig
o “au de javel” behandeling
Duur
Moet door experten gebeuren
o Zoeken naar vruchtlichaam
- Vb: verhaal van mycelium in kasteel en de barones
- Vb: verhaal van zijn neef en de buurman tandarts
Kelderzwam
- = enkel in kelders
- = zwart mycelium
3.3 Planten
- Ongebruikelijke plantengroei
o Vb: wortelschade aan funderingen en rioleringen
- Klimplanten
o Vb: woekerplanten zoals klimop
3.4 Dieren
- Insecten -> plagen
- Wormen
- Knaagdieren
- Uitwerpselen van dieren
- Vb: verhaal van Engeland “doodskloppertjes” die vrouwtjes lokken met lokroep
- Vb: huisboktor (soort kever), houtwormkever
o Komen in hout
o Eerst te weten komen welk beestje er in uw hout zit
o Vb door naar boorgaten te kijken of zoeken naar dode kevers (op de grond)
o Hoe bestrijden?
Met gassen (voor alles wat vliegt en kruipt)
Gevaarlijk voor uzelf!
3