Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting filosofie €12,46   Ajouter au panier

Resume

samenvatting filosofie

 2 vues  0 fois vendu

Samenvatting Filosofie (71p). Dit vak wordt gegeven in het tweede semester van de tweede bachelor biomedische wetenschappen aan de KU Leuven. Het vak wordt gegeven door Andreas De Block. Punt behaald met behulp van deze samenvatting 15/20

Aperçu 4 sur 73  pages

  • 12 octobre 2024
  • 73
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (36)
avatar-seller
elisabaetens
FILOSOFIE
Inleiding
Enkele filosofische vragen
 Besmet zonder symptomen, hebben deze mensen een ‘ziekte’ of een besmetting?
 Long covid = covid? Zelfde aandoening, zelfde ziekte? Op basis waarvan beslissen of deze
hetzelfde zijn?
 Wetenschap: voortschrijdend inzicht (inzichten voortdurend aangepast) en consensus (de
waarheid?). Wat zegt dat over wetenschap en hun autoriteit?
 Vrijheidskonvooi: tegen Big Pharma, overheerst te veel. Doel van Big Pharma wel de
volksgezondheid? Wordt deze niet juist geschaad door invloed/macht van Big Pharma?


Wat is filosofie?
 Zelf een filosofische vraag
 Etymologie filosofie: ‘liefde voor de wijsheid’ of ‘een verlangen om te weten’
A) Aristoteles: Alle mensen verlangen van nature naar wijsheid en weten (dus ook
wetenschappers)
Definitie die aangeeft welke kenmerken er noodz en voldoende zijn om iets filosofie te noemen.
 Opsomming van kenmerken of eigenschappen die je vindt bij alle filosofen/filosofieën en
uitsluitend bij filosofen/filosofieën.
 Op grond waarvan noemen we iets (een boek, een theorie, …) filosofie/filosofisch?
 Wat bedoelen we wanneer we spreken over filosofie?

Een attitude
Onverstoorbare houding, zelfs in het licht van de dood. Het onverstoord zijn, het relativeren van de
gebeurtenissen = houding kenmerkend voor Socrates (Socrates is een !-e filosoof)
 Houding is niet voldoende voor filosofie

Attitude van de verwondering, filosofie = hetgene dat begint in verwondering en op het einde die
verwondering behoudt (Alfred North)
Filosofen vgln met kinderen, deconstrueren. Nieuwsgierige, verwonderde wezens en blijven
verwonderd. (Louis C.K.)
 de verwondering van de kinderen is voor sommige een belangrijk component maar
definieert het filosofische niet volledig

Kritisch denken en Descartesiaanse twijfel. Twijfel als methodisch instrument gebruiken om tot
absolute zekerheden te komen.
Filosofie = kritische rationele reflectie op betekenis en waarde van al wat is
 In vraag stellen wat andere mensen als vanzelfsprekend beschouwen, is niet naief
 Descartes: In vraag stellen van onze eigen vermogens zoals onze zintuigen en onze cognitieve
vermogens => hij twijfelt aan wiskunde, bestaan van de wereld…
o Zintuigen belangrijke rol bij verwerven van onze kennis => is onze kennis dan wel
betrouwbaar?
o Wordt ons denken voortdurend op een dwaalspoor gebracht?
 Openen van andere mogelijkheden en bekritiseerde elementen vervangen door elementen
die beter bestand zijn tegen kritiek
 Filosofie niet enkel beperkt tot alleen Descartesiaanse twijfel en kritisch denken
 Wetenschappers en filosofen lijken heel wat attitudes gemeenschappelijk te hebben

,Een methode
Descartes schreef een boek waarin hij de twijfel zelf tot een methode maakt
Enkele methoden die in de filosofie gebruikt worden:
Conceptuele analyse
op zoek gaan naar een definitie van iets dmv argumenten, gedachte-experimenten, en de definitie
wordt gegeven in termen van noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor de correcte toepassing
van het begrip.
 Analyse van een begrip in meer eenvoudige begrippen en deze eenvoudige begrippen
kunnen vertaald worden als de noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor het correcte
gebruik van dit begrip
 Niet alleen door filosofen gebruikt en niet door alle filosofen
 Doel = bepalen waarover we precies spreken als we spreken over tijd, liefde, vrijheid…

Gedachte-experiment
 Instrument van de verbeelding, dat wordt gebruikt om nieuwe informatie over een thema te
verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe empirische data
 Voordelen
o Verhelderen van een probleem door visualisatie
o Leveren van gegevens die gebruikt kunnen worden bij een theorie
o Omzeilen van financiële, technologische en morele problemen
 Komt ook voor bij fysica, biologie, wiskunde, etc
 Niet voldoende en uitsluitend voor filosofie

Voorbeeld:
Stel je zit in een kamer => je stelt vragen aan iem in een andere ruimte, krijgt de vragen beantwoord
door andere persoon in andere ruimte
 Die andere persoon is mss een mens of mss een artificiele intelligentie
 Antwoorden gegeven op je vragen => kan je opmaken of het een echte mens is of een AI
 Deze gedachte exp wordt veel gebruikt in de filosofie

Argumenten
 Veel schema’s als A en B kloppen dan komen we bij conclusie en dan zijn er nog aanvullende
argumenten
 Komt ook voor bij juristen, politiek, wetenschappers
 Niet voldoende of uitsluitend voor filosofie
 Je gaat van premissen naar een conclusie => vanuit enkele waarnemingen kan je tot een
conclusie komen

Intuïties
 Kennis die op een onmiddellijke manier wordt verkregen. Het zijn heldere en
welonderscheiden ideeën (Descartes)
 Spontane overtuiging - het gezond verstand
 Intuïties zijn variabel
 Geen unieke filosofische methode

MAAR:
 Geen unieke methodes
 In de mate dat ze toch uniek zijn, zijn ze niet algemeen filosofisch

,Een domein
 Onbeantwoordbare vragen en fundamentele problemen
 Vb: bestaat god, wat is ziekte?
 Maar ook niet beantwoord(bar)e vragen en zeer fundamentele problemen in andere
disciplines
 Het domein van de filosofie is moeilijk te bevatten

Vier deeldomeinen (waar houden deze domeinen zich mee bezig)
A) Metafysica = studie van wat bestaat en van de aard van wat is
Wat betekent het om te bestaan?
o Bestaat vrije wil? Bestaan getallen? En als deze bestaan, hoe bestaan ze dan?
o Geen eenduidig gemeenschappelijk kenmerk van metafysische problemen
B) Logica: Geldigheid of ongeldigheid van redenering en argumenten? Grond waarvan zijn deze
geldig of ongeldig? Wanneer ongeldig?
o Is dus de studie van geldigheid van redeneringen en argumenten
o Drogreden: slippery slope => als we vandaag A doen, zal vroeg of laat B volgen => en B
is hoogst onwenselijk
o Regen => nat, maar niet nat => regen
o Post hoc, ergo propter hoc ("hierna, dus hierdoor") => niet-geldige redeneringen
o Affirming the consequent
Voorbeeld:
Als vogels voldoende voedsel vinden ver weg van bebouwing => komen ze niet naar
voederplank in de tuin => het gaat dus goed met de vogels & hebben genoeg voedsel
Dit is een foute redenering, het kan ook zijn dat er geen vogels meer zijn of dat er teveel
lawaai is
C) Epistemologie: Aard, structuur en mogelijkheid van kennis? Kan je iets begrijpen zonder het te
weten of iets weten zonder te begrijpen?
o Brain in a vat: hersenen in labo, worden gestimuleerd zodat brein denkt dat die in
aula zit/buiten is, …
Brain in a vat experiment:
= hoopje hersenen op een ander planeer in een potje gestuurd door wezens door
elektrische stimulaties => weet je dan zeker dat je bv in de les zit
o Kunnen we zeker weten dat we geen brain in a vat zijn? (nee)
o Kunnen we ooit ‘echte’ kennis hebben?
D) Moraalfilosofie: Studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad.
Verschillende intuïties gebaseerd op morale verschillen?
o Verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen, geboden en verboden
= normatieve universum
o Trolley-probleem:
 Wagon op hol geslagen
 Die gaat richting uit van 5 mensen die door schurk vastgemaakt zijn op de sporen
 Als er niets gebeurt sterven die mensen
 Je kan aan hendel trekken zodat die wagon van spoor wisselt waar 1 persoon ligt
 Of manier om wagon te stoppen => zware man duwen zodat de trein stopt
 Dit is dezelfde situatie als daarnet => maar moreel wel een verschil tussen iemand
op de sporen te gooien of aan een hendel te trekken

, Wetenschapsfilosofie = metafysica, logica, epistemologie
Wetenschapsfilosofie kunnen we onderverdelen in twee deeldomeinen
 Algemene wetenschapsfilosofie: fundamentele filosofische kwesties die verband houden met
wetenschap
 Toegepaste wetenschapsfilosofie: filosofische vragen met betrekking op specifieke
wetenschap

De geschiedenis van filosofie
Filosofie werd doorheen de geschiedenis voortdurend uitgedaagd door andere vormen van kennis
zoals die mythologie, theologie en de wetenschappen. Filosofie heeft zich steeds moeten
herdefiniëren
Antieke oudheid: mythologie
 7e eeuw v.C.: Het verklaren van fenomenen aan de hand van goddelijke gebeurtenissen
 5-6e eeuw v.C.: Thales Anaximander en Anaximenes waren de eerste natuurfilosofen die
ervan overtuigd waren dat zowel de levende als de levenloze natuur voorkomt uit een of
andere oerstof 🡪 wereld is een natuurlijke ordening die vanuit zichzelf moet worden
begrepen
o Thales: Alles bestaat uit water en de aarde drijft als een gigantisch vlot op de
kosmische zeeën.
o Anaximander: Ongedefinieerd substantie met de aarde als een ton.
o Anaximenes: Lucht is de oorsprong van alles en de aarde zweeft als een ufo op
omringende luchtstromen.
 4e eeuw v.C.: Plato en Aristoteles: Homines universales

Middeleeuwen: religie
Verhouden van filosofie tov het geloof => middeleeuwen valt samen met stijgende belang van het
christendom

Moderne tijd: wetenschap
 Verhouden van filosofie tov de wetenschap
 Vat krijgen op wat moderne wetenschap is
 Aanvullend, kritisch tegenover moderne wetenschap
 Descartes & Newton => vanuit hedendaags perspectief deden ze zowel aan wetenschap als
aan filosofie => probeerden enerzijds filosofische problemen op te lossen met evolutionaire
wetenschappelijke methoden en anderzijds riepen hun resultaten ook nieuwe filosofische
problemen in het leven

Filosofie heeft zich moeten herdefiniëren door andere dominante disciplines, die vaak ook wel
gedeeltelijk overeenkomen
Conclusie
 Geen noodzakelijke en voldoende kenmerken, eerder prototypes en randgevallen
 Attitude, Methodes, Deeldomeinen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisabaetens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€12,46
  • (0)
  Ajouter