Hoofdstuk II : rechtssubjecten
IGH, reperation for injuries, 1948
De vraag was of de VN (internationale organisatie) over rechtspersoonlijkheid beschikt? Na de moord op de
VN-gezant Bernadotte in Jeruzalem in 1948 verzocht de Algemene vergadering het IGH advies te geven over
de vraag of de VN de noodzakelijke internationale rechtspersoonlijkheid had om voor personeel dat tijdens
de uitoefening van officiële functies gewond raakt, van de verantwoordelijke staat schadevergoeding te eisen.
Het Hof oordeelde “the organization was intended to exercise and enjoy, and is in fact exercising and enjoying, functions
and rights which can only be explained on the basis of the possession of a large measure of international personality and
the capacity to operate upon the international plane.”
Het IGH oordeelde dat gezien het feit dat de VN was opgericht door vrijwel alle staten van de wereld, zij
‘objectieve’ rechtsperoonlijkheid bezat. Dit betekende, in de omstandigheden van het geval, dat de VN een
vordering kon instellen tegen Israël, hoewel Israël geen partij was bij het VN-handvest.
Hoofdstuk III : staten
Duits-Pools Arbitragetribunaal, Deutsche Continental Gas Gesellschaft, 1929
Gaat over een duits bedrijf dat gevestigd is in Rusland. Naar aanleiding van de eerste Wereldoorlog (kaart van
EU wordt hertekent), bevindt het Duits bedrijf zich nu op het poolse grondgebied. Polen gaat zich dit fabriek
toe- eigenen, Duitsland is hier uiteraard niet mee akkoord.
Ze gaan de zaak aanhanging maken voor arbitrage. “Un état existe qu’à la condition de posséder un territoire,
une population habitant ce territoire et une puissance publique que s’exerce sur la population ». Een
arbitragezaak waar wordt gezegd dat een staat enkel bestaat wanneer er een grondgebied, een bevolking en
gezag is.
Arbitrale uitspraak, Island of Palmas, 1928
de arbiter, Max Hoever, wordt gevraagd in een geschil op te treden tussen de VS en Nederland. Het vond
plaats aan het einde van de Spaanse oorlog: er waren 2 grootmachten, de VS komt op en Spanje gaat neer
als grootmacht in 1898. De oorlog wordt gewonnen door de VS en Spanje moet een aantal van zijn kolonies
afgestaan aan de VS.
Palmas was één van die kolonies. De Amerikaanse generaal gaat naar het eiland maar komt tot de bevinding
dat daar Nederlanders wonen i.p.v. Spanjaarden. Er ontstaat een betwisting tussen de VS en Nederland.
Ze claimen allebei het grondgebied. VS heeft het gebied verworven maar de Nederlanders oefenen
staatsgezag uit. Het geschil wordt voorgelegd aan de arbiter: deze zegt dat ontdekking niet meer voldoende
is, een onvolledige titel geeft aan diegene die het grondgebied ontdekt had. De titel moest aangevuld
worden met effectieve uitoefening van het staatsgezag. Spanje oefenende dit niet uit, Nederland wel. Er
waren 2 claims en diegene die het staatsgezag uitoefende was sterker. Het grondgebied behoorde dus
Nederland toe. “the title of discovery (..) exists only as a inchoate title, as a claim to establish sovereignty by
effective occupation.”
, IGH, North Sea Continental Shelf case, 1969
Conflict over de afbakening van het continentaal plat (veel grondstoffen) tussen Nederland, Duitsland en
Denemarken. Hierbij werd besloten dat ondanks er een basisbeginsel is van stabiliteit van grenzen, er geen
regel is binnen het internationaal recht die zegt dat de grens van een staat bepaald moet zijn. het
internationaal Gerechtshof zegt dat er een splitsing moet gebeuren op billijke wijze.
PHIJ, Legal status of Eastern Greendland, 1933
Zaak tussen Denemarken en Noorwegen voor het Permanent Hof van Justitie. Deze zaak gaat over de status
van Groenland, in 1931 claimt Noorwegen deze gebieden. Denemarken reageert en zegt dat deze gebieden
van hun zijn. het Hof moet bepalen aan wie het grondgebied toekomt en zal inhoud geven aan het concept
“effectif occupation”. Deze zaak is complex aangezien Denemarken en Noorwegen vroeger 1 land waren.
Het Hof zal iets gelijkaardigs zeggen als bij Island of Palmas. Men moet ook de intentie of de wil hebben om
effectief de soevereiniteit uit te oefenen en men moet ook het staatsgezag effectief uitoefenen.
Volgens het Hof is het duidelijk dat Denemarken gezag uitoefende en het Hof bazeert zich daarop.
ð Indien betwist is welke staat de titel op een bepaald grondgebied heeft, speelt effectieve bezetting
een beslissende rol.
IGH, frontier dispute between Burkina Faso and Mali, 1986
Ze hebben een grensgeschil en gaan naar het Hof. Er wordt verwezen naar de Cairo declaration, waar
verwezen wordt naar de onschendbaarheid van de grenzen. Het Hof lost het geschil op, door een toepassing
te maken van een regel van regionaal gewoonterecht.
IGH, territorial dispute between Libya and Tchad, 1994
Hierin bevestigd het internationaal Gerechtshof dat er iets bestaat als “een principe van stabiliteit van de
grenzen.” Ze hebben een geschil over het grondgebied. Het zijn twee buurlanden. Eer dat er beslist is over
de grens, het grondgebied, moet dit een zekere stabiliteit hebben. Anders zou het in strijd zijn met het
beginsel stabiliteit van de grenzen. Ja het kan gewijzigd worden, maar moeilijk.
Toepassing moet worden gegeven aan de bedoeling en wil van de partijen, zoals die door hen in de woorden
van het verdrag zijn neergelegd. Grensverdragen gaan voor op het principe van rebus sictantibus.
Arbitrale uitspraak over grensgeschil tussen Colombia en Venezuela, 1922
Een zaak tussen Colombia en Venezuela 1922 waar men een grensgeschil had en teruggrijpt naar het
beginsel van de 19e eeuw (uti possedetis de jure). Het geschil werd gebracht voor de Zwitserse federale
raad die aangesteld was als arbiter. Deze zegt dat het beginsel werd ontwikkeld door de Latijns-Amerikaanse
diplomaten die beslist hebben dat de administratieve provinciale grenzen van het Spaanse rijk in Zuid-
Amerika zouden gebruikt worden en zouden getransformeerd worden naar internationale grenzen. Dit leidt
tot stabiliteit en het voorkomen van conflicten.
Arbitrale uitspraak, Territorial dispute between Ethiopië en Eritrea, 2002
Er was een commissie opgericht met de bedoeling over een bepaald grondgebied te oordelen wie het
toebehoorde. Na WOII wordt beslist wat er met Eritrea moet gebeuren. De grootmachten komen niet
overeen. Er is geen eensgezindheid waardoor de Algemene Vergadering een plan voorstelt: Eritrea zal niet
onafhankelijk worden maar opgenomen door Ethiopië als een afzonderlijke, autonome provincie. Dit
gebeurde ook maar vrij snel zal er een evolutie plaatsvinden in Ethiopië. De autonomie van Eritrea wordt
uitgehold en het wordt een zelfde provincie als alle andere in Ethiopië. Er komt dus een guerrillabeweging
die strijdt voor de onafhankelijkheid.
Dit leidde tot een burgeroorlog en met de steun van verschillende bewegingen in Ethiopië komen ze aan de
macht. Er wordt een referendum gehouden en een overgrote meerderheid van de inwoners wil een