Leerdoelen didactiek 1
1. Op zoek naar goed kleuteronderwijs
Leg uit: ‘in praktijk vinden we verschillende visies die uitmonden in verschillende aanpakken, die
kunnen verschillen van school tot school en van klas tot klas’. Zie p8-10
Als we het over het kleuteronderwijs hebben, dan zien we enerzijds verschillende visies en anderzijds
vinden we verschillende aanpakken terug. We zien verschillen op vlak van omgang, leiding nemen,
organiseren, klasinrichting, materiaalaanbod, houding tov collega’s, doorlichting, visie,
lerarenopleiding…
Verschillende visies: als je aan de doorsnee mens iets gaat vragen over kleuteronderwijs, dan zal je
verschillende visies terugvinden. De ene zal denken aan het knutselen (knippen en plakken, kleuren
en verven), de andere zal denken aan de techniek, wiskundige en taalvaardige activiteiten die worden
aangeboden in de kleuterklas. De ene denkt aan het creatieve denkwerk en voorbereiding na de
schooluren, de andere zal denken aan de vele vrije tijd en vakanties die de kleuteronderwijzers
hebben.
Verschillende aanpakken: op de ene school zal alles klassikaal verlopen en op de andere in hoeken, op
de ene school zal je met een parallel-collega samenwerken en op de andere niet, de ene
kleuterleidster zal netjes/afgewerkte knutselwerkjes afgeven en de andere laat het kind het volledig
zelf doen, de ene leidster laat de kleuters een hele dag vrij spelen en de andere laat ze werken en
geeft ze al werkbladen of zelf huiswerk.
Geef een voorbeeld: ‘in praktijk vinden we verschillende visies die uitmonden in verschillende
aanpakken, die kunnen verschillen van school tot school en van klas tot klas’. Zie p9-10
Leg uit waarom m’n nood heeft aan een referentiekader van waaruit de gebruikte methoden kunnen
worden besproken en geëvalueerd.
Geef de definitie van didactiek. Zie p11
Didactiek is de theorie van het leren onderwijzen. De didactiek van het kleuteronderwijs is de leer
over de wijze waarop de kleuterleidster hulp kan bieden bij het ontwikkelingsproces van kleuters.
Waarom is didactiek een denkkader en hoe gebruik je dit? Zie p11
Didactiek is een denkkader dat is opgebouwd uit verschillende kapstokken die gebaseerd zijn op
verschillende generaties ervaringen van onderwijsmensen. De voorbije jaren werd er heel wat
onderzoek gedaan naar wat ‘goed onderwijs is’ en verschillende onderwijsmensen werkten hier
ideeën over uit.
1
, 2. Start v/h didactisch handelen: het kind, de context,
de doelen
A. Geef aan wat de start van het didactisch handelen
is
Onderscheid de 2 invullingen van de beginsituatie. Illustreer deze.
De beginsituatie kent 2 invullingen: de beginsituatie van de doelgroep. Hierbij wordt gekeken naar de
groepsgerichte focus (wat is het aanvangsniveau, wat zijn de belangstellingen van de kinderen en wat
is het school- en klasklimaat) en de individugerichte focus (een kind is geen onbeschreven blad en
ontwikkelt op zijn manier en tempo, niet alle kleuters zijn hetzelfde maar er zijn verschillen). En we
kijken ook naar de context als beginsituatie; wat is de klascontext, de schoolcontext en de actualiteit.
Wat betekent een kindgerichte onderwijsvisie voor jouw klaspraktijk.
Een kindgerichte onderwijsvisie wil zeggen dat je als leerkracht gaat nadenken over de beginsituatie
van jouw doelgroep. Wat kunnen en kennen de leerlingen al, wat motiveert en stimuleert hen? Door
hier op in te spelen ga je maximaal inzetten op het ondersteunen van de ontwikkeling en ga je als
leerkracht concrete doelen bepalen waarrond je ontwikkelingskansen kan creëren.
Verduidelijk en beargumenteer: waarom is een grondige verkenning van de beginsituatie van de
kleuter en van de context belangrijk?
Een grondige verkenning is nodig. Dit om de beginsituatie van de kleuter beter te leren kennen; hoe is
de kindgerichte visie, wat is de groepsgerichte focus en de individugerichte focus? Maar ook om de
context beter te leren kennen; welke factoren zijn er binnen de school, de klas en de actualiteit?
Leg uit: gedifferentieerde beginsituatie, dynamische beginsituatie, actuele tov verwachte
beginsituatie.
Gedifferentieerde beginsituatie: geen enkele beginsituatie zal voor elk kind hetzelfde zijn. Elk kind
heeft zijn eigen talenten en manier van ontwikkelen. Er zitten verschillen op vlak van interesses,
manier en tempo van ontwikkelen, motivatie, zelfsturing…
Een dynamische beginsituatie: een beginsituatie kan veranderen en als leerkracht moet je dit kunnen
waarnemen en je gedragingen hierop laten inspelen
Een actuele tov een verwachte beginsituatie: een verwachte beginsituatie is de beginsituatie die de
leerkracht verwacht bij het aanvangen van een activiteit. De actuele beginsituatie is verschillend dan
de verwachte door actuele gebeurtenissen of belangstellingen.
Leg het verband uit tussen ‘beginsituatie’ en ‘zone van naaste ontwikkeling’.
De beginsituatie is het in kaart brengen van het kennen en kunnen, de vaardigheden, de motivatie en
interesses…. De actuele beginsituatie is hetgeen wat een kleuter op een bepaald moment vaardig is,
2