Didactiek 1
1. Op zoek naar goed kleuteronderwijs
1.1 het kleuteronderwijs
Over het begrip ‘kleuteronderwijs’ bestaan verschillende visies en aanpakken, die verschillen van
school tot school en van klas tot klas:
- als je het over kleuteronderwijs hebt, weet iedereen waarover het gaat
- de ene denkt aan de beeldende creativiteit van de kleuterleidster, de andere denkt aan het
denkwerk en voorbereidingswerk buiten de uren
- wat kleuters moeten nastreven is voor de ene duidelijk, voor de andere mysterieus
Als we het over het kleuteronderwijs hebben, dan zien we enerzijds verschillende visies en
anderzijds vinden we verschillende aanpakken terug. We zien verschillen op vlak van omgang, leiding
nemen, organiseren, klasinrichting, materiaalaanbod, houding tov collega’s, doorlichting, visie,
lerarenopleiding…
Verschillende visies: als je aan de doorsnee mens iets gaat vragen over kleuteronderwijs, dan zal je
verschillende visies terugvinden. De ene zal denken aan het knutselen (knippen en plakken, kleuren
en verven), de andere zal denken aan de techniek, wiskundige en taalvaardige activiteiten die worden
aangeboden in de kleuterklas. De ene denkt aan het creatieve denkwerk en voorbereiding na de
schooluren, de andere zal denken aan de vele vrije tijd en vakanties die de kleuteronderwijzers
hebben.
Verschillende aanpakken: op de ene school zal alles klassikaal verlopen en op de andere in hoeken, op
de ene school zal je met een parallel-collega samenwerken en op de andere niet, de ene
kleuterleidster zal netjes/afgewerkte knutselwerkjes afgeven en de andere laat het kind het volledig
zelf doen, de ene leidster laat de kleuters een hele dag vrij spelen en de andere laat ze werken en
geeft ze al werkbladen of zelf huiswerk.
1.2 Didactiek van het kleuteronderwijs
Didactiek: de theorie van het leren onderwijzen.
Didactiek v/h kleuteronderwijs: de leer over de wijze waarop kleuterleidster hulp kan bieden bij het
ontwikkelingsproces van kleuters.
Didactiek is een denkkader: het biedt didactische kapstokken die opgebouwd zijn obv vele generaties
ervaringen van onderwijsmensen. We zullen meer in gaan op 2 denkkaders:
- Ontwikkelingsgericht onderwijs
- Ervaringsgericht onderwijs
Welke visie het beste bij jou past, zal je gaande weg leren ontdekken. Dit door de visies beter te leren
kennen, maar ook door vaardig te worden en inzichten te verwerven.
1
, 1.3 het model van didactisch handelen
2. start v/h didactisch handelen: het kind, de context
en de doelen
Volgens het leerplan van het katholieke onderwijs gaat de leerkracht vanuit een focus werken waarop
je aanbod en aanpak is afgestemd. Die focus is het resultaat van het beslissingsproces waarbij 3
vragen centraal staan:
1. Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen?
2. Wat biedt vraag en context?
3. In welke mate realiseren we het leerplan?
2
, 2.1 focus op de beginsituatie
We vertrekken steeds vanuit het kind/leerling en vanuit de context, dan pas met de beginsituatie
= de focus ligt steeds op het kind/leerling en context en dan pas in kaart brengen van de beginsituatie
De beginsituatie kent 2 invullingen:
1. de beginsituatie van de kinderen (= doelgroep)
- de groepsgerichte focus
- de individugerichte focus
2. de context als beginsituatie
2.1.1 een kindgerichte onderwijsvisie
Een kindgerichte visie: deze visie komt tot uiting door als leerkracht na te denken over de
beginsituatie van de kinderen. M.a.w. analyseren over wat de kinderen al kennen en kunnen, wat hen
motiveert en stimuleert.
- Door op deze observaties verder te werken ga je verder inzetten om de
ontwikkeling maximaal te ondersteunen
- Als leerkracht ga je concrete doelen bepalen waarrond er ontwikkelingskansen
kunnen worden gemaakt
3
, -
2.1.2 de beginsituatie mbt de doelgroep
Groepsgerichte focus: bestaat uit 3 elementen
1. de belevingswereld van de kinderen
2. het aanvangsniveau van de klasgroep
3. info in verband met het leef- en leerklimaat van de klas
De belevingswereld van de kinderen:
- het kennen van de interesses en belangstellingen van de kleuter motivatie
- vb jonge kleuters: ‘ikjes’ zoals ik en mijn boekentas, ik was mij, mijn lichaam
vb oudere kleuters: fantasieverhalen zoals piraten, ridders en kastelen
Het aanvangsniveau van de klasgroep:
- het niveau van de kleuters op verschillende ontwikkelingsdomeinen kennen,
rekening houden met de mijlpalen van de vaardigheden die per kind kunnen
verschillen (kinderen hebben tijd nodig om te ontwikkelen en te rijpen)
- de voorkennis weten; welke woordenschat zijn ze al vaardig over een thema
- het aanvangsniveau en de voorkennis zorgen ervoor dat kleuter wordt
uitgedaagd en een stapje hoger zal zetten. Dit is de zone van naaste ontwikkeling
Info in verband met het leef- en leerklimaat van de klas:
- wie zijn de medekleuters?
- wat is het klasklimaat?
- hoe is de groepssfeer?
De individugerichte focus: een kleuter is geen onbeschreven blad; een kind is iemand, kan wat, vindt
wat en heeft een eigen manier van ontwikkelen. Een groep kleuters is geen eenheid, maar er zitten
verschillen in op vlak van interesses, manier/tempo van ontwikkelen, motivatie…
4