Sociologie: Alle kennisvragen op een rij!
HOODSTUK 1: Op ontdekkingstocht door een bekend gebied
1. Leg uit: het maatschappelijk leven is contingent maar niet arbitrair. Geef hiervan
een voorbeeld.
Contingent, maar niet arbitrair
Contingent: maakbaar
Arbitrair: willekeurig/ toevallig
Er is geen unieke manier om samen te leven, om te zijn, er zijn verschillende manieren. We kunnen
keuzes maken, we zijn niet geprogrammeerd om op één manier te leven.
Bv. huwelijkssystemen, religies, mode, eten en drinken, hybride werken (thuiswerken)
—> geen maatstaf dus maakbaar (contingent)
Er zijn redenen waarom bepaalde keuzes gemaakt worden.
Bv. thuiswerken komt door corona
—> niet toevallig (niet arbitrair)
2. Leg uit wat sociologie als wetenschap wil bekomen en leg uit aan de hand van het
fenomeen echtscheiding.
Sociologie gaat op zoek naar verklaringen, antwoorden voor wat we doen, het gaat hierover de
achterliggende patronen. Op zoek gaan naar verklaringen achter de zichtbare fenomenen.
Hoe leven mensen samen in allerlei deelgebieden (familie, school, vereniging, …)
Wat zijn de kenmerken van deze samenlevingsverbanden
Door welke wetmatigheden ze worden gestuurd
Echtscheiding
Tegenwoordig zijn er veel meer echtscheidingen dan in de jaren 80 (dit is bewezen door data). Een
oppervlakkig antwoord kan zijn dat mensen elkaar niet graag meer zien maar sociologen gaan een
stap verder en zoeken echte verklaringen.
Nadelen van echtscheiding.
Alleenstaande vrouwen hebben hoger risico op armoede
Vele kinderen lijden onder de scheiding van hun ouders (slechte schoolresultaten)
Complexe samenlevingsvormen (samengestelde gezinnen)
Verklaringen van toename echtscheidingen
Van eenverdiener naar tweeverdieners vrouwen onafhankelijker
Verminderde sociale druk om bij elkaar te blijven voor de kinderen
Dalende sociale controle op privéleven door kerk en familie
Toename sociale contacten buiten het gezin
Langere levensverwachting
Huidige tijd lockdown
1
, 3. Leg uit wat sociologie als wetenschap wil bekomen aan de hand van het fenomeen
zelfdoding.
Emile Durkheim was een socioloog die de zelfdodingcijfers onderzocht heeft. Zo kwam hij tot de
conclusie dat de zelfdodingsratio’s een gemeenschappelijke factor hadden namelijk sociale
integratie. Hij kwam tot 4 mogelijke vormen voor zelfdodingsverklaringen
Altruïstische zelfdoding: te veel geïntegreerd (in de maatschappij)
o Bv zelfmoordterroristen, kamikaze, collectieve zelfmoord in een sekte.
Egoïstische zelfdoding: te weinig integratie, sociaal erg geïsoleerd zijn. Een reden kan
depressie zijn.
o Bv veel landbouwers plegen zelfmoord, het is een geïsoleerd beroep, zijn veel alleen,
daklozen.
Fatalistische zelfdoding: te veel regels, , ze zien geen uitweg
o Bv mensen in de gevangenis, euthanasie
Anomische zelfdoding: te weinig regels: mensen vallen tussen 2 periodes bv werken —>
werkloos, getrouwd —> gescheiden. De fase’s daartussen zijn er weinig regels en mensen
zijn vatbaarder voor zelfdoding. Er is chaos in deze transitie.
4. Leg uit was sociologie als wetenschap wil bekomen aan de hand van het fenomeen
ziekte en dood.
• Data: lagere socio-economische omgeving, meer ziekte en dood
• Verklaring
o (Artefact: niet alle cijfers kloppen)
o Sociaaleconomische situatie
Financieel:
Laagbetaalde jobs zijn vaak ook uitputtender voor het lichaam
Minder geld is vaker slechtere levensomstandigheden (ongezond
huis ,…)
Bv aan de lopende band werken of docent zijn.
Sociaal netwerk:
Op mensen beroep kunnen doen
Niet gaan sporten
Voedingsgewoonten:
Gezond eten of niet gezond
Geld (gehakt vs biefstuk)
Kennis (weten wat goed is)
Levensstijl:
roken, drinken, weinig slaap ,…
2
, 5. Geef een definitie van sociologie en leg uit.
Sociologie is de wetenschap die de maatschappelijke patronen en structuren bestudeert, in hun
ontstaan, voortbestaan en veranderen. Alsook het sociaal handelen van mensen in wisselwerking
met deze patronen en structuren.
• Sociale handelen van mensen bestudeert
o Sociaal: samen met anderen, betrekking op andere (positief of negatief)
o Handelen: dingen doen
• In hun ontstaan, voortbestaan en veranderen (contingent maar niet arbitrair)
• Evenals de daaruit voortgekomen patronen en structuren (kader) bv als je ergens geboren
wordt, is er al een deel van je parcours op de wereld klaargelegd zoals: op 3 jaar naar
kleuterschool, op 12 naar lagere school. Maar als we ouder worden, kunnen we onze
verantwoordelijk opnemen en kunnen generaties wel dingen veranderen.
6. Leg het verschil uit tussen cultuur en structuur (positionele dimensie) en illustreer
met een voorbeeld.
Structuur: de vorm van iets, wat zichtbaar is. Zichtbaar via communicatie en interactiepatronen.
Binnen een netwerk.
Cultuur: de afspraken, de sfeer, de betekenis, dit moet je beleven. Waarden en normen,
doelstellingen en verwachtingen.
Bv. een gezin bestaat uit mama, papa en kindjes (structuur), elk gezin is anders (cultuur)
3
, Hoofdstuk 2: Een veld van tegengestelde krachten
7. Leg het idee uit dat er in de samenleving diverse krachten tegelijk actief zijn. Geef
hiervan een voorbeeld.
Samenleving getypeerd in 2 krachten
Centrifugale maatschappelijke krachten: rukken sociale weefsel uit elkaar
Centripetale maatschappelijke krachten: verstevigen samenhang samenleving
In de geschiedenis vind je 100+ voorbeelden van mensen die oorlog voeren en elkaar niet helpen
maar omgekeerd ook. Bv Sparen: Als een gezin spaart, is dit goed maar niet is niet goed voor de
economie, het zou beter zijn dat er geld wordt uitgegeven.
8. Wat is het Mattheüseffect? Illustreer met een voorbeeld?
Het mechanisme dat de middenklasse meer profijt uit de overheidsuitgaven halen op vlak van
onderwijs, gezondheidszorg en cultuur dan de lagere-inkomensgroepen. Nochtans was het de
bedoeling om via deze subsidies de drempel te verlagen voor lagere-inkomensgroepen. Bv. Kinderen
van hoger opgeleiden studeren meestal langer dan kinderen van lager opgeleiden. Deze kinderen
krijgen dan langer kindergeld en die ouders van kinderen die werken krijgen geen studiebeurs.
Laagopgeleiden die sneller gaan werken betalen onrechtstreeks mee via belastingen aan de
kinderbijslag van hun leeftijdsgenoten en aan de studiekosten.
9. Waarom kunnen mensen niet zonder een samenleving? Leg uit en geef een
voorbeeld. Wat heeft het begrip ‘mangelwesen’ hiermee te maken?
Mensen maken onontkoombaar deel uit van de samenleving. Het individu neemt stapsgewijs de
samenleving in zich op. Net zoals de samenleving niet iets is dat een eigen leven leidt, maar wel
ge(her)creëert door de interacterende individuen.
Voorbeeld: Als nieuwe hogeschool student ga je je gedrag aanpassen aan de anderen. Je gaat ook
een pc nemen en notities nemen. Tegelijkertijd ga je je willen afzetten van de grijze massa en dat
uiten in bijvoorbeeld kledingstijl.
Magelwesen: Als mens hebben we elkaar heel hard nodig, vooral in de begin jaren van ons leven. We
worden geboren en we kunnen niets. De mens is de soort die langst van elkaar afhankelijk is. We
hebben wel aangeboren instincten maar heel veel hebben we van andere geleerd.
10. Wat is ‘vervreemding’? Leg uit en geef een voorbeeld.
Wanneer dingen in de samenleving die wij zelf gecreëerd hebben, zich tegen ons gaan keren. Een
bekend voorbeeld is de film van Charlie Chaplin ‘Modern Times’. Hierin zien we dat de
industrialisering en de daar bijhorende loopband totaal niet gunstig is voor de arbeiders zelf en voor
het milieu (schade op lange termijn).
4