Samenvatting: ESW
Inleiding
Wat is sociaal werk?
Professionelen – vrijwilligers
Titel sociaal werken -> beschermd door wet van 1945
Definitie:
‘Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale
verandering en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen
bevordert.
Principes van sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid
en respect voor diversiteit staan centraal in het sociaal werk.
Onderbouwt door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en
inheemse of lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om
levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen.’
Praktijkgericht beroep:
Kern = ondersteunen in sociaal functioneren
Koppeling in de opleiding ->theoretische onderbouw en handelswijzen
VS.
Geen exclusief kennisdomein
Uitgevoerd door een aantal disciplines
Academische discipline
In VS al langer
Oprichting na WO II
Doel? -> inzetbare sociaal werkers
1999 Bologna-verklaring: inzetten op onderzoeksveld
Sociale verandering
Van individu (2001) -> collectief (2014)
Micro (individu), Meso (mens deel van een niveau vb. klas), Macro
(overstijgende vb.erasmus hoge school)
Proberen dingen geleidelijk aan te veranderen
Sociale cohesie -> sociale samenhang
Bijdrage aan sociaal weefsel samenleving
Bevorderen kwaliteit samenleving
Verbinden van de samenleving
Vb. autoloze zondag met verschillende activiteiten
Empowerment
Proces zelfversterking – niveau individu/ groep
1
, Grip krijgen op eigen situatie en omgeving via stimuleren van de participatie
Verwerven van controle
Aanscherpen kritische bewustzijn
aanspreken eigen krachten en talenten
‘geloof in de kracht van de mens’ beroep doen op diens krachten en talenten
Bevrijding van mens
Structuren die zorgen voor onderdrukking
Vb. racisme, ongelijkheid,… structureel probleem
Sociale rechtvaardigheid en mensenrechten
Mensenrechten als referentiekader
Mensenrechten als middel om doel te bereiken
Sociale grondrechten
Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden, iedereen gelijk vastgelegd in de
mensenrechten/grondrechten
Vb. het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een
algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo
hoog mogelijk werkgelegenheidspeil
Collectieve verantwoordelijkheid
Context faciliteren waar mensen voor elkaar opkomen -> solidariteit
Verschuiving van individuele naar collectieve aanpak van problemen
Respect voor diversiteiten
Superdiversiteit
Majority-minority cities: optelsom van de minderheden (mensen hebben een
migratieachtergrond)
Handelingsprincipe
(1) Belang van een open en respectvolle basishouding
(2) Een open dialoog tussen SW en gebruiker waarin probleemverkenning en
het generen van oplossingsstrategieën gezamenlijk gebeurt in een
participatief kader
(3) Een krachtgerichte kijk ontwikkelen waarbij de focus ligt op de
mogelijkheden en inspanningen van mensen en niet op de problemen en
tekorten
(4) Interculturele communicatievaardigheden ontwikkelen
(5) Een kritische kijk op de machtsverschillen in de samenleving en de
negatieve wijze waarop diversiteit soms benaderd wordt
2
, - Individueel Maatschappelijk Werk
Gericht op beïnvloeding van cliënt:
- Op persoonlijk vlak
- Op diens omgeving
… in het belang van de cliënt en de samenleving
- Sociaal Cultureel Werk
• Vorm van sociaal werk
– niet of minder specifiek gericht op het individu
– wel op een doelgroep, belanghebbenden,…
– Sociaal cultureel werk als verlengde van sociaal culturele praktijken:
als sociaal culturele praktijken geformaliseerd, geprofessionaliseerd, en
onder een overheidsregeling vallen, dan spreken we van SOCIAAL CULTUREEL
WERK
• Sociaal culturele praktijken versus sociaal cultureel werk
• Kerntaken van de Sociaal Cultureel Werker:
– Educatie
– Cultuur
– Maatschappelijke activering
– Organisatie
– Gemeenschapsvorming
- Maatschappelijke Advisering
• hulp en dienstverlening waarbij bemiddeld wordt tussen de cliënt, organisatie, wet-
en regelgeving
• rechtsregels gebruiken om problemen te behandelen of belangen te behartigen
• wijzen de weg, menselijk gezicht in wirwar
• afstemming tot stand brengen tussen belangen, ‘verlangen’ van de verschillende
actoren: de ‘bemiddelaar als tussenpersoon’
• levensdomeinen inkomen, arbeid, wonen, verblijf, zorg
Begrippen:
o 0de, 1ste, 2de en 3de hulp & dienstverlening
– 1ste lijn: rechtstreeks toegankelijk, laagdrempelig, … Bv. caw
– 0de lijn: “mantelzorgers”, niet professionelen die zorg voor anderen opnemen
– 2de lijn: zorg & dienstverlening NA doorverwijzing Bv. geestelijke
gezondheidszorg
– 3de lijn: gespecialiseerde en intramurale zorg bv. psychiatrisch ziekenhuis
3
, o Subsidiariteitsbeginsel
– De minst ingrijpende hulp verlenen, en hetzelfde effect bereiken dan bij
zwaardere hulp/dienst/zorg
o Emancipatorisch werken
– Verwant met empowerment –
– Specifieke cliëntrelatie – handelingsbekwaamheid cliënt/groep/gemeenschap
centraal
o Leren nemen eigen verantwoordelijkheid
o Keuzes leren maken, opkomen voor zelfstandigheid
o Zelfredzaamheid bevorderen ifv competentieverhoging
o Participatief werken
– Proces delen van beslissingen
– Actief betrekken van cliënt in zoektocht oplossingen
o Responsabiliserend werken
– Streven naar verantwoordelijk maken
- Kennis van de sociale kaart
Zowel theoretische als praktijkkennis door de sociale kaart.
Vensters
Onze kijk varieert afhankelijk van het perspectief door een bepaald venster. We kijken
achtereenvolgens naar: door wie, met wie, voor wie, waarvoor en hoe. We gebruiken de
term ‘hulpaanbod’ voor verschillende soorten van hulp-en dienstverlening, ongeacht de
aard, de inhoud en de aanbieder ervab.
Door wie? De betrokken overheden
Het Europeese niveau laten we hier even buiten beschouwing. Ook op het provenciale
bestuursniveau zoomen we verder niet in.
o De Vlaamse overheid
Bepaalt de regels voor het aanbod van hulp- en dienstverlening en
inspecteert de naleving ervan
Voorziet in middelen (subsidies) om het aanbod te kunnen uitbouwen
Het overgrote deel van het aanbod wordt georganiseerd door vzw’s
(verenigingen zonder winstoogmerk) of door lokale besturen en soms ook
door commerciële bedrijven. Daarnaast organiseert de Vlaamse overheid in
beperkte mate ook zelf een aanbod (vb. kind en gezin, consulenten in de
jeugdhulp,…).
Steeds vaker geven ze de middelen aan de mensen zelf (vb.
persoonsbudgetten voor mensen met een beperking). Verder werken ze aan
‘vlaamse sociale bescherming’ als een eigen laag bovenop de federale sociale
zekerheid.
4