• A – handelingen
o Observeren, herkennen, vastleggen
o EWS
• B1- handelingen
o Parameters
o Aspiratie, drainage
o O2- toedienen
o Vervangen en onderhouden van de interne tracheacanule
o Beademing met masker, met ballon, plaatsen van myocanule (hulpmiddel om vrije
luchtweg te krijgen
• B2- handelingen
o Staalafname, collectie van secreties en excreties
o Bloedafname
o Gebruik van en toezicht op een thoraxdrainagesysteem
o Bloedafname langs arteriële katheter
• C – handelingen
o Bloedafname door arteriële punctie
o Vervangen externe tracheacanule
• BBT= bijzondere beroepstitel
o Pleurale punctie bij spanningspneumothorax
o Gebruik van toestellen voor het bewaken van de cardiovasculaire, respiratoire en
neurologische functiestelsel
,
,Voorkennis uit het handboek: ABCDE voor verpleegkundige van p 32 tot 37 (perfusie en zuurstoftransport)
3.2. Opname van zuurstof in het lichaam
Na het inademen van omgevingslucht wordt zuurstof opgenomen door de alveoli. De weg van de longen naar de cellen
gebeurt in 3 stappen en hierna kunnen zich metabole processen zich voordoen.
1) Gasuitwisseling tussen alveoli en bloed
2) Transport door het bloed naar verschillende weefsels
3) Introductie in de interstitiële weefsels gevolg door opname in de cellen.
Alveoli zijn omringd door een kluwen van capillairen. Door middel van diffusie verplaatsen de zuurstofmoleculen zich
naar de capillairen. Hierna binden ze zich aan hemoglobine (Hb). Deze bevinden zich voor in de erytrocyten en zij gaan
dan de zuurstof verspreiden door het lichaam.
De mate waarin zuurstof in het bloed wordt opgenomen, wordt bepaald door:
1) Ventilatie: de luchtverplaatsing naar de alveoli
2) Diffusie: de mogelijkheid tot gasuitwisseling vanuit longblaasjes naar het bloed en omgekeerd
3) Perfusie: de doorbloeding van de longblaasjes
3.3. Ventilatie
De longen vullen samen met het hart de borstholte en zijn gescheiden van de buikorganen door het diafragma, de
belangrijkste ademhalingsspier. De borstwand en de longen zijn beide bekleed met pleurabladen. Daartussen ligt de
pleuraholte, die luchtdicht is.
De long is een elastisch orgaan en heeft de neiging om naar zijn oorspronkelijke kleinere volume terug te keren:
° het terugveren van weefsels (compliantie)
° de oppervlaktespanning van het waterlaagje dat de luchtwegen en longblaasjes bekleedt
• Hierdoor trekt de long de borstwand naar binnen waardoor een negatieve druk in de pleuraholte ontstaat.
• Tijdens aanspannen van het diafragma en de externe intercostaalspieren ( deze spieren trekken de ribben naar
boven en naar voren), wordt het volume van de borstholte groter waardoor de druk in de pleuraholte
negatiever wordt.
• Hierdoor wordt de long mee naar buiten gezogen en ontstaat een negatieve druk in de longblaasjes t.o.v. de
druk in de mond.
• Door dit drukverschil gaat er lucht stromen van de mond naar de longblaasjes: de inademing. De ingeademde
lucht stroomt de longen in o.b.v. drukverschillen. (van hoge druk naar lage druk)
• Vanaf de laatste toevoerende luchtwegen, de bronchioli terminales, is het drukverschil zo laag dat de
luchtstroomsnelheid daalt tot nul.
3.4. diffusie: gastransport in de terminale luchtwegen
Het gastransport vindt zich plaats in het terminale gedeelte van de luchtwegen op basis van concentratieverschillen.
(van hoge naar lage concentratie)
Het zuurstoftransport (diffusie) in de longen kan verstoord zijn door:
• Slijmvorming bij een longontsteking
• Longoedeem bij links decompensatio cordis
• ARDS (adult respiratoiry distress syndrome): hierbij slaan eiwitten neer in de alveolaire membraan
3.5. perfusie en zuurstoftransport
De doorbloeding van de longen ten behoeve van de gasuitwisseling wordt perfusie genoemd. Het is belangrijk dat het
bloed op veel plekken langs het membraan om de longblaasjes stroomt. Dit is noodzakelijk voor een effectieve diffusie
tussen de ingeademde lucht en het bloed.
, Hoofdfunctie van de longen is: Zuurstofopname en CO² afgifte. Maar de longen hebben ook nog andere
functies.
3.1. Synthese van mucus
We produceren +/- 100 tot 150 ml mucus per dag. Dit wordt geproduceerd door klieren en cellen die zich
bevinden in de trachea en het bronchussysteem tot en met de uiteinden van de nog kraakbeen
houdende bronchi.
De mucus wordt via de cilia continu naar boven toe gebracht, waarna het uitgehoest wordt. Men spreekt
van een mucociliaire escalator. Dit is een belangrijk verdedigingsmechanisme van de longen tegen
invasie van vreemde partikels en micro-organismen.
Functie van mucus: het vormt een dunne film op de mucosa van de luchtwegen, voornamelijk op
trilhaarepitheel.
3.2. synthese van fosfolipiden
Fosfolipiden: zijn een essentieel bestandsdeel van surfactans. Dit surfactans reduceert de
oppervlaktespanning van het vloeistoflaagje dat de binnenwand van de alveoli bekleedt.
Oppervlaktespanning: is de kracht die ontstaat doordat de aantrekkingskracht tussen de moleculen van
een vloeistof veel groter is dan die tussen vloeistof en een gas.
Door deze onderlinge aantrekkingskracht ontstaat er een bolvorm. Het vloeistoflaagje op de alveole is
dus verantwoordelijk voor een grote oppervlaktespanning waardoor de alveole (zonder surfactans)
moeilijk kan uitzetten en zelfs de neiging heeft om samen te vallen.
Surfactans zorgt ervoor dat de onderlinge aantrekkingskracht tussen de moleculen in het vloeistoflaagje
daalt. Dit heeft belangrijke fysiologische gevolgen:
• De alveole zal gemakkelijker uitzetten, waardoor er minder arbeid moet verricht worden bij
iedere ademhaling
• Alveolen kunnen minder makkelijk samenvallen.
Atelectase: is een aandoening waarbij (een deel van) de long geen lucht meer krijgt en daardoor
samenvalt. Dit wordt meestal veroorzaakt door een obstructie van de bronchus, 1 van de hoofdtakken
van de trachea.
Hoofdstuk 4: algemene observatie van de ademhaling
Voorkennis uit ABCDE voor VPK
Van p 41 tot 50 (3.17) – p 78 (3.36+3.37) – p81 tot 86 (3.40) – p 162 tot 164 (7.2) – P 176 tot 177(7.7+ 7.8) – P 187 (8.5)
Observatie en bewaking van de ademhaling zijn de volgende parameters van belang:
1) Ademfrequentie 2) Ademritme- en diepte
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HanneV47. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.