H7

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
H5+6

Portaal: praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
Tout pour ce livre (236)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
Leraarbasisonderwijs/PABO
Taal
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
Pabogirlzz
Aperçu du contenu
H3 Taalverwerving
Kinderen die starten op school kennen al veel taal. Ze kunnen ook lachen om grapjes
omdat ze een taalbewustzijn hebben. Taalverweving is op 4 jarige leeftijd nog niet
afgerond, maar er is wel een basis. De eerste levensjaren zijn belangrijk voor een goede
taalverwerving, hier wordt de basis gelegd. Hoe meer taal stimulans in de vroegere
jaren worden gegeven, hoe meer kansen het heeft om zijn taalvaardigheid later op te
bouwen tot een hoger niveau. Vve (voorschoolse en vroegschoolse educatie) besteed
veel aandacht aan taal. Voorschoolse educatie is voor peuters van 2.5 tot 4 jaar.
Vroegschoolse educatie is voor groep 1 en 2.
Eerste taalverwerving: het behaviorisme, het nativisme, de interactionele benadering en
nieuw onderzoek.
Tweedetaalverwerving: de interferentietheorie, de universalistische theorie, de
interactionele benadering en tweetalige opvoeding.
Eerste taalverwerving gaat om de verwerving van de moedertaal.
Behaviorisme zegt dat taalverweving verloopt via imitatie (nadoen), positieve feedback
(bekrachtiging goed gedrag) en conditionering (aanleren nieuw gedrag door herhaling).
Nativisme: de menselijke geest beschikt over aangeboren kennis en vermogens
waardoor kinderen instaat zijn om bijvoorbeeld zelf de structuur van een taal te
doorgronden. Kinderen stellen zelf regels op, op de grond van de taal die ze hebben
gehoord. Ze passen die regels vervolgens consequent toe. Hierdoor ontstaan er fouten.
Voorbeeld = tafel in het meervoud is tafels dus dan is paard in het meervoud paards.
Taalleervermogen: gaat om een eigenschap die ze vanuit de geboorte meekrijgen. Noam
Chomsky zegt dat kinderen geboren worden met een taalleervermogen (Language
Acquistion Device, LAD) dat heb ik staat stelt elke taal te leren waarmee ze in contact
komen. Ze beschikken ook over een aangeboren grammatica. Benadering zet zich in
voor het eigen taalleervermogen van kinderen. Kinderen kunnen met hun eigen
taalleervermogen regels construeren waarmee ze nieuwe zinnen kunnen maken. Als
het niet goed is word de regels bijgesteld. Zo komen kinderen dichterbij de regels van
de volwassene. Deze benadering word ook wel de creatieve constructietheorie genoemd.
Nadruk ligt op wat zich afspeelt in het hoofd van de taalgebruiker en besteedde minder
aandacht aan de aangeboden taal.
Interactionele benadering: kinderen leren taal door imitatie en hun aangeboren
taalleervermogen, maar dit werkt alleen als kinderen veel interactie hebben met hun
omgeving. Drie eisen als taalgroeimiddel:
1. Taalaanbod
2. Taalruimte, ruimte voor taalproductie
3. Feedback op de vorm en de inhoud van taaluitingen van het kind.
Chaerlaekens onderscheidt de verschillende soorten taalaanbod en geeft aan dat de
periode van 0-5 jaar de verzorgingstaal de belangrijkste is. Verzorgingstaal is de taal die
, gebruikt wordt in de rechtstreekse interactie met het kind. Taalgebruik van verzorgers
groeit als het ware mee met de ontwikkeling van het kind. Ouders passen zich vaak
onbewust aan, aan het niveau van het kind.
Nieuw onderzoek zegt dat het proces taalverweving langzamerhand steeds duidelijker
wordt. Kinderen leren taal doordat ze concrete taalwaarnemingen generaliseren.
Taalregels bestaan uit een dynamische verzameling van constructies van diverse
afmetingen en maten van abstractie. Mits er genoeg taal aangeboden is, worden er
patronen herkend in de taal die ze om zich heen horen (concrete taalwaarnemingen) en
deze patroneren kunnen ze in andere situaties dan toepassen (generaliseren). Deze
visie benadrukt de rol van de omgeving, maar stelt ook dat het kind taal op een actieve
manier moet verwerken. Kritische periode is de periode tussen 0 en 7 jaar. Waarin het
menselijk brein sterk gericht is op het verwerven van taal. Belangrijk dat een kind de
kans krijgt om zich te ontwikkelen om het gebied van taal.
Er zijn verschillende factoren om de eerste taalverwerking van een kind te bevorderen:
- Modelleren door volwassene: een goed model om te imiteren. Om taal te leren is
er een omgeving nodig met volwassenen die in een begrijpelijke taal spreken,
zodat het kind word gestimuleerd om veel te praten. Een rijk en goed taalaanbod
is dus belangrijk.
- Feedback: feedback geven op wat het kind zegt door te handelen, te spreken, het
goede voorbeeld te geven en soms te corrigeren.
- Ruimte voor taalproductie: Taalaanbod in de omgeving is goed, kind leert vanzelf
meer woorden en begrippen te gebruiken en te begrijpen. Varieert wanneer een
kind zelf taal gaat produceren: meeste beginnen tussen de 1 en 1.5 jaar met
praten, maar sommige ook pas met 3 jaar. Stille periode is de periode waarin
kinderen wel taal begrijpen maar nog niet produceren. Verschilt per kind hoe
lang deze periode is.
● Taal en denken stimuleren van elkaar: de dialoog tussen volwassenen en kinderen
of kinderen onderling stimuleert de ontwikkeling van denkprocessen.
Metalinguïstische bewustzijn = kind heeft een impliciete kennis van taal en kan zich
in gesproken met volwassenen bewust worden en reflecteren en de taal
verbeteren.
Tweedetaalverwerving betreft de verwerving van een andere taal dan de moedertaal.
Tweede taal voorbeeld: Kind spreekt thuis Engels en krijgt op school voor het eerst te
maken met Nederlands. Op de middelbaar leert kind Duits: vreemde taal want het is
geen voertaal in Nederland.
Simultane tweetaligheid is wanneer een kind met twee- of meer talen tegelijk opgroeit.
De verwerving van de twee talen loopt parallel aan elkaar. Vader is Nederlands, moeder
is Engels. Ze spreken beiden vanuit hun moedertaal tegelijk. Kinderen verwerven de taal
met hun metalinguïstisch bewustzijn.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Pabogirlzz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.