Samenvatting H9: anatomie en fysiologie, de essentie
7 vues 0 fois vendu
Cours
Medische kennis
Établissement
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Book
Anatomie en fysiologie, de essentie met MyLab NL toegangscode
Hier een duidelijke samenvatting van h9 van het boek; anatomie en fysiologie, de essentie. In 4/5 kantjes alles wat in het boek uitgelegd wordt samengevat, boek er niet meer nodig bij.
Er zitten overzichtelijke plaatjes in die je het helpen begrijpen.
Samenvatting H1t/m 3 en 8t/m12 Anatomie en fysiologie
H8 t/m H12; samenvatting anatomie en fysiologie, de essentie
Samenvatting H3: anatomie en fysiologie, de essentie
Tout pour ce livre (27)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Verpleegkunde / HBO V
Medische kennis
Tous les documents sur ce sujet (19)
Vendeur
S'abonner
emmeliewagenaar
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hst 9: Het bloed
9.1 samenstelling en functies van bloed
9.1.1 onderdelen t/m 9.1.4 bloedcellen
Bloed vloeibaar bindweefsel, bestaat uit bloedcellen en plasma.
Donkerrood: zuurstofarm, helderrood: zuurstofrijk. De temperatuur van het bloed
is altijd iets hoger dan je lichaamstemperatuur door de warmte die vrijkomt bij
het wrijven van het bloed door de bloedvaten.
3 soorten bloedcellen: bloedplaatjes, rode- en witte bloedcellen.
Bloedplaatjes (trombocyten): Belangrijke rol qua
bloedstolling.
Als wand bloedvat beschadigd raakt wordt er een kettingreactie
opgezet om dit te beperken. Bloedplaatjes zitten vol met
tromboplastinogeen. (eiwit dat vrijkomt als bloedplaatjes
kapot gaan), dit is de start van de bloedstolling.
Rode bloedcellen (erytrocyten): verantwoordelijk voor het
vervoer van zuurstof. 45% van het totale volume van een bloedmonster.
55%
Dit percentage heet het hematocriet
>1
99% van de totale hoeveelheid bloedcellen bestaat uit rode bloedcellen.
%
- geen kern 45%
- weinig andere organellen
(zo veel mogelijk ruimte voor hemoglobine).
Hemaglobine: ijzerhoudend eiwit dat zuurstof bindt. Kan ook met
CO binden, maar dan wel minder moleculen. Op plekken waar veel zuurstof is
2
neemt Hb zuurstof op en dit laat het los op plekken met weinig zuurstof.
Witte bloedcellen (leukocyten): beschermen van het lichaam. Bijv. tegen:
wonden
ziekteverwekkers (bijv. bacteriën of virussen)
tumorcellen
Verschillende soorten witte bloedcellen hebben weer een eigen taak, de ene
herkent en de andere ruimt lichaamsvreemde stoffen op.
- Groter dan de rode bloedcellen
- Wel een celkern
- Hebben alle organellen
Chemotaxis: als lichaam stoffen aanmaakt die witte bloedcellen aanmaken (als er
dus schade aan het lichaam ontstaat). Lichaam verhoogd dan productie witte
bloedcellen.
Normaal: 5.000/10.000 witte bloedcellen per mm3, wanneer er meer dan 11.000
cellen per mm3 komt, spreek je van leukopenie. (bijv. door bepaalde medicijnen)
, 3 hoofdgroepen witte bloedcellen:
1. Granulocyten (fagocyten)
‘opeten’ van de ziekteverwekkers en beschadigde cellen.
Bestaan uit 3 groepen:
1. Neutrofielen (talrijkst, hevige infecties, dol op schimmels en
bacteriën)
2. Eosinofiele (allergische reactie, infecties door parasitaire wormen)
3. Basofielen (‘eten’ niet, lokken andere granulocyten naar
beschadigd weefsel)
histamine de belangrijkste, zorgt bovendien dat witte bloedcel
snel uit bloedvaten naar de ontstoken weefsels kunnen komen.
2. Monocyten
De grootste onder de witte bloedcellen.
Dringen ontstoken weefsel binnen, veranderen in macrofagen en die
eten meerdere ziekteverwekkers tegelijk op.
Deze macrofagen overleven lange tijd.
Belangrijk voor bestrijden chronische infecties en bij het activeren
van de lymfocyten.
3. Lymfocyten
De belangrijkste onder de witte bloedcellen.
Zitten vooral in de lymfatische weefsels (Bijv. amandelen en de milt)
Herkenning van de ziekteverwekkers.
Volgende keer worden ze direct herkend en dan worden we
minder/niet ziek.
Bloedplasma: het vloeibare deel van het bloed. 90% bestaat uit water.
Samenstelling veranderd voortdurend vanwege de uitwisseling van deze stoffen
met weefsels. Zo neemt bloed koolstofdioxide op en geeft voedingsstoffen en
zuurstof juist weer af.
In het bloedplasma is opgelost:
- Plasma-eiwitten
Lever maakt de meeste plasma-eiwitten aan, problemen met de lever
zorgen dus ook voor ongecontroleerde bloedingen.
Meest voorkomende, 3 meest belangrijkste typen:
1. Albumine:
Transporteiwit, houd colloïd-osmotische druk in bloed in stand (deze
zorgt voor voldoende water in de bloedbaan (teveel? oedeem).
2. Globulinen:
Antilichamen (helpen lichaam te beschermen tegen
ziekteverwekkers)
3. Fibrinogeen:
Stollingsfactoren (zoals dus fibrinogeen) helpen het bloedverlies
tegen te gaan.
- Voedingsstoffen
- Zouten (elektrolyten)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmeliewagenaar. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.