1 De sociologische verzuchting
Sociologie heeft geen vaste definitie (reden: moeilijk te definiëren)
Het bepalen van een definitie zorgt voor verdeling tussen sociologen
Definities kunnen worden gebruikt om verschijnsels vast te leggen, maar zijn minder geschikt om verschijnsels te
begrijpen
Sociologie leert ons inzichten verwerven over de samenleving
Belangrijkste les / inzicht:
• Alles is contingent …: alles in de samenleving (bv. wetten, regels, tradities, …) had anders kunnen zijn
• …, maar daarom niet arbitrair (of willekeurig): het is niet omdat het anders kon, dat er geen goede reden is
waarom het zo is!
– A heeft grote kans om te leiden tot B; niet A leidt tot B
– We maken uitspraken op basis van verbanden (= niet sluitend)
Concreet voorbeeld van contingent, niet arbitrair: Huwelijksvormen
• Wat een huwelijk is, is contingent : verandert met tijd
• Murdock bracht culturen in een fichebank in kaart. Hiervoor noteerde hij kenmerken over deze culturen.
Bij ons is een huwelijk verbinding tussen twee personen
In fichebank zien we: monogamie maar bij 20% van de culturen!
– Contingent: toont dat vorm variabel is (= aantal personen in huwelijk)
– Niet arbitrair: reden voor meer dan twee personen in één huwelijk was in bepaald geval om de
economische situatie in die gemeenschap (= vrouw trouwde met man + al zijn broers)
Van wetten en reglementen opgelegd door God/natuur wetten en reglementen door mensen gemaakt
Contingent ontkennen: zeggen dat “wij” ontwikkeld zijn en dat “de andere” minder ontwikkeld is, of dat “de
andere” gaat convergeren naar onze soort maatschappij
Contingent aanvaarden: “wij” maken de keuzes, niets wordt ons opgelegd
waarom volgen mensen de wetten, regels en tradities dan, als we deze zelf kunnen veranderen?
Religie was uitgangspunt die we lange tijd niet in vraag stelden (vanzelfsprekend):
Volgens Rousseau: civiele religie starten rond eigen wetten (oa op school gegeven)
Voorbeeld van “civiele religie” :
• Dictators zorgen voor een religieuze sfeer rond hun persoon, in plaats van wetten met geweld op te leggen.
Ze kunnen zichzelf profileren als redder van het volk.
Waarom is het contingente niet arbitrair?
Rode draad door sociologie maar geen pasklaar antwoord op, 3 vb :
• Aanloop naar ontwikkeling sociologie:
De fundamenten van sociologie liggen in een tegenstelling
De Verlichting (= bevrijding van geloof ) en Tegen-Verlichting
– Verlichting: geloof dat vrijheid goede dingen zal opleveren, dat een samenleving kan leven met het
feit dat alles contingent is. Verwerping vd religie, interesse vd mens in religie komt voort uit
universele natuur vd mens
– Tegen-Verlichting: geloof dat vrijheid de mensen slecht en egoïstisch maakt (omdat er niets wordt
opgelegd), dat een samenleving niet kan leven met het feit dat alles contingent is
Sociologie moest discussie overschrijden is een kind van de Verlichting
1
, • Comte, uitvinder van de term sociologie:
– voorstander van Verlichting
– …geloofde dat we regels nodig hebben (omdat deze niet komen uit redelijk gedrag), maar dat deze
niet “opgelegd” mogen worden
– 3 stadia in ontwikkeling vd samenleving : 1) theologisch 2) methafysisch 3)
wetenschappelijk/posivistisch Sociologie moet zich met laatste bezighouden: samenleving door
rede gestuurd
– Stichtte Religie van de Mensheid: energie richten op menselijke doelen
– …meent dat er twee krachten inspelen op menselijk handelen: rede en emotie
Voorbeeld van de twee krachten van Comte:
• Een kind beoefend momenteel tennis en voetbal, maar mag maar één sport kiezen om te beoefenen. Het
kind besluit om vanaf nu enkel voetbal te spelen aangezien hij hierin het beste is.
– Rede: gericht door wetenschap: kiest voor voetbal omdat hij hierin het beste is
– Emotie: gericht door religie: waarom maar uit deze twee sporten kiezen?
• Actuele discussie: hoe leven met contingentie?
– Habermas: mensen van alle standen mogen met elkaar discussiëren met wetenschappelijk onderbouwde
argumenten, redelijke mensen bij elkaar worden het eens arbitraire verdwijnt
– Luhmann: niet akkoord met Habermas (door open communicatie zouden regels niet meer arbitrair
zijn), we moeten leren leven met het contingente
arbitraire aanvaarden
Rechtspositivisme: (Luhmann) wet verdient (onafhankelijk van de inhoud) respect als deze op correcte wijze (= met
de afgesproken procedures) tot stand is gekomen (bv meerderheidsregel)
Sociologie: 1 vd manieren waarop hedendaagse mensen zoeken naar wat orde mogelijk maakt in een maatschappij
die weet dat ze zichzelf schept
Sociale orde: heeft te maken met wat de maatschappij voorspelbaarheid en berekenbaarheid (= het kunnen rekenen
op anderen) geeft
Nieuwe vragen:
• Probleem van de orde: hoe scheppen we voorspelbaarheid?
– Niet: behouden van bestaande machtsverhoudingen, status quo
– Wel: behouden van mogelijkheden om tot regels te komen + van waar komt gemoedsrust en voorspelbaarheid
in het leven?
• Hoe ver kunnen we iets voorspelbaar maken?
Zijn er niet-contingente regels? (legitimerende derden)
– Natuur: onze biologische / fysieke beperkingen (voorbeeld: we kunnen niet vliegen, we leven niet
eeuwig, …) biologische aspecten hebben effect
– Geschiedenis: voorafgaande keuzes leggen beperkingen op
– Samenhang: samenhang tussen maatschappelijke aspecten (voorbeeld: gezin en economie, rol man en
vrouw einde traditionele rolverdeling
2 De taak en houding van de socioloog
Hoofdlijn van het hoofdstuk: “de socioloog heeft drie taken (lees: drie manieren om zijn hoofdtaak te vervullen), en
om deze taken te verwezenlijken moet de socioloog vier houdingen aannemen”
2
, De taak van een socioloog: de sociale werkelijkheid van de mens doorzichtig maken en de mensen (via die kennis) meer
greep geven op hun eigen leven
• Drie taken:
– Empirisch-analytische (cijferaar): betrouwbare kennis verwerven dmv onderzoek over de samenleving,
sociale netwerken in beeld brengen en inzichten verwerven in relaties
* Bij een stelling:
· “Klopt de stelling?”
· “Is het een nieuw fenomeen?”
· “Vindt dit fenomeen enkel hier plaats, of ook elders?”
“Waarom?” (moeilijkste vraag)
* Concrete voorbeelden:
· “Meisjes doen het beter op school dan jongens”
– Klopt: geen nieuw fenomeen, ook elders, reden: houding
· “Onveiligheidsgevoel is groot door criminaliteit”
– Klopt niet: geen goed nieuws voor bv. rechtse partijen
· “De mens is sterk aan het individualiseren”
– Klopt niet: klasse en geslacht nog steeds invloed op denken
* Analyse: zoeken naar samenhang en verklaringen, waarvoor socioloog beroep doet op theorieën
* Theorie: algemene uitspraak over het menselijk gedrag, waarbij specificatie waarnemingen kan
verklaren
· Functionalistische theorie: “vorm van een instelling wordt bepaald door die van andere instellingen” → bv.
gezin en economie
* Hypothese: een stelling die uit een theorie wordt afgeleid en die door empirisch onderzoek moet
worden getoetst
* Opnemen van de empirisch-analytische opdracht…
• …vanuit beleidsvragen: vaststellingen interpreteren in licht van bestaande theorieën
• …vanuit theorie: nagaan welke implicaties theorieën hebben, deze onderzoeken en indien nodig de
theorie bijschaven
· Beiden blijven best gekoppeld!
– Kritische (mythejager): het tonen van een dieperliggende werkelijkheid die meestal anders is dan de
werkelijkheid zoals zij op het eerste zicht lijkt te zijn
∗ Overheden, ondernemingen, …hebben soms belangen bij bepaalde visie op de wereld → zullen
bepaalde besluiten negeren, verwerpen met legitimerende stellingen
∗ Niet enkel het geval met overheden; kan ook botsen met algemeen gangbare opvattingen, waarbij
overheden dan juist bondgenoot kunnen zijn van de socioloog
· Voorbeeld: bij het lerarentekort in Nederland was het de opvatting dat salaris en statusverlies de
oorzaak was. Onderzoek toonde aan dat dit niet het geval was. De overheid nam op zijn beurt
initiatief om een journalist de opdracht te geven het onderzoek duidelijk te maken naar bevolking
toe d.m.v. een boek
∗ Pioniers van de kritische functie:
· Karl Marx
· Sigmund Freud
∗ “Kritische functie steunt op de hoop dat een zo realistisch mogelijke kijk op de werkelijkheid de
beste kansen biedt op welvaart, welzijn en vrijheid voor iedereen”
3