Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcollege aantekeningen - Van diagnostiek naar behandeling 1 €3,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcollege aantekeningen - Van diagnostiek naar behandeling 1

 58 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat aantekeningen van alle 7 hoorcolleges van het vak Diagnostiek naar behandeling 1.

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 6 janvier 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Notes de cours
  • Inconnu
  • Toutes les classes
avatar-seller
Van diagnostiek naar
behandeling I - Hoorcolleges

Hoorcollege 1

Stoornissen versus onderwijsbehoeften
Hoe relevant is het eigenlijk om van stoornissen uit te gaan binnen de schoolcontext?
- Gedragsproblemen of probleemgedrag? Het overkoepelende begrip is
gedragsproblemen
- Er zijn meer gedragsproblemen dan gedragsstoornissen, na een bepaald moment
wordt een gedragsprobleem een gedragsstoornis
- Term stoornis: specifiekere (beschrijvende) categorie
- Continuïteit (dimensioneel) of discontinuïteit (categorisch  ja of nee) tussen
normaliteit en pathologie?
o Dimensioneel: er zijn meer dimensies binnen het systeem van het kind

Dimensioneel systeem (Pameijer, 2008): op verschillende dimensies wordt gedrag
beschreven met een continuüm van minder naar meer kenmerken en gradaties van ernst.

Continuïteit versus discontinuïteit?
Beide principes worden teruggevonden. Bijv. intelligentie kan je op meerdere manieren
bekijken:
- Discontinu: een bepaalde intelligentie kan een stoornis betekenen, bijv. een hele lage
intelligentie
- Continu: bijv. een hogere mate van intelligentie kan betekenen dat het kind hogere
leerprestaties heeft
Pameijer zegt: probleemgedrag is beter te beschrijven met een dimensioneel systeem.

Gevaar van diagnostische categorieën is reïficatie.
Reïficatie (TENTAMEN!): een stoornis als een ding gaat beschouwen, met eigenschappen,
waar je naar kunt kijken, dat er een idee is van wat de oorzaak is en waar de oorzaak te
vinden is, de stoornis gebruiken als een verklaring. Reïficatie: denkfouten die kunnen
ontstaan rond een stoornis:
- Redeneren in termen van ziektes i.p.v. afspraken
- Idee: een specifieke oorzaak gebonden aan een stoornis
- Te localiseren in hersenen
- Specifieke genen in het spel?
Als je het probleem categorisch benaderd dan ligt reïficatie op de loer.

Categorische beslissing vaak nodig voor praktische doeleinden:
- Wanneer medicatie?
- Wanneer intensieve behandeling
Voordelen dimensionele benadering:

, - Vaak betrouwbaarder en meer valide én
- Beter voor vaststellen onderwijs- en zorgbehoeften

Stoornis-labels in het onderwijs
Hoe relevant is het nou?  het is relevant maar combineer de categorische benadering
altijd met de dimensionele benadering. De dimensionele benadering geeft veel meer
informatie over de aanpak in de praktijk.
- Toekennen van stoornissen vandaag de dag (nog) populair in onderwijs
- Prikkel om stoornissen vast te blijven stellen  budgetten zoals PGB’s

We kijken altijd naar het kind in de context. Belangrijkste contexten van het kind zijn ouders
en school.

Classificeren stoornissen in het onderwijs: (P = persoon/kind, O = omgeving)
Positieve kanten:
- Acceptatie bevorderd, tolerantie/begrip voor het gedrag van het kind, altruïstische
reacties, mensen uit omgeving zijn bereid te helpen (P en O)
- Inzicht bij het kind zelf (P)
- Transparantie communicatie (vooral tussen deskundigen) (P en O)
- Maakt soms weg vrij voor behandeling en actie. Urgentiebesef neemt toe. (P en O)
- Stellen van reële doelen (P en O)

Negatieve kanten:
- Te veel gericht op tekorten in kind (P). Nadruk komt te liggen op categorische
benadering
- Label wordt als een statisch gegeven beschouwd, iets wat niet kan veranderen.
Daardoor kan het leiden tot negatieve verwachtingen en negatieve stereotypen over
kind. negatieve verwachtingen leiden tot een negatieve spiraal waardoor het kind
ook negatief gedrag gaat laten zien (selffulfilling prophecy)
- Label kan leiden tot perceptie van zwaardere problematiek en negatieve
emoties/stress bij leerkracht
- Kan leiden tot minder vertrouwen bij leerkracht in eigen mogelijkheden om kind te
onderwijzen (gedragsaanduidingen  hogere verwachtingen. Dus als het alleen maar
gaat over gedragingen leidt dat tot hogere verwachtingen, wanneer het gaat over
een label dan leidt dat tot lagere verwachtingen)
- Stoornis-labels corresponderen onvoldoende met schoolgedrag en
onderwijsbehoeften. Er is onvoldoende aandacht voor de verschillen tussen kinderen
met dezelfde labels. Een label betekent niet voor ieder kind hetzelfde.

Conclusie Pameijer: classificeren in het onderwijs is nuttig, maar vervolgens wordt van
belang wat de aanpak wordt in de praktijk. Dan wordt de dimensionele benadering veel
meer van belang. De dimensionele benadering staat voorop: alle stappen die je doorloopt bij
HGD moeten iets opleveren voor het kind, maar ook zeker voor de omgeving/context.



Tweede artikel. Labeling bias.

,Het verschil in verwachtingen of percepties op grond van het feit dat een leerkracht al dan
niet gehoord of gelezen heeft dat iemand een stoornislabel heeft.  de leerkracht heeft
alleen nog maar de beschrijving gezien, het kind zelf niet, maar het label opzich geeft al de
perceptie dat het om zwaardere problematiek gaat, geeft stress en leidt tot lagere
verwachtingen dat de leerkracht in staat is om iets te veranderen aan het gedrag van het
kind.
Dit effect is nog meer aanwezig bij leerkrachten met voorkennis over labels.

Label bij een kind vergroot de bereidwilligheid dat bijv. leerkrachten eerder bereid zijn om
een behandeling te implementeren, maar ze willen er persoonlijk niet per se meer tijd in
steken.

Ohan  vignetten bij elementary school teachers (beschrijvingen van kinderen)

Sayal  negatieve werking van het label/uitspreken van een vermoeden. Dit kan heel lang
doorwerken. In het onderzoek komt naar voren dat wanneer er bij jonge kinderen het
vermoeden wordt uitgesproken dat er sprake is van ADHD dit nog steeds invloed heeft op
tien jarige leeftijd.

Speciale onderwijsbehoeften: verwijst naar behoefte van de leerling ten aanzien van
instructie of een bepaalde pedagogische aanpak. Dus: instructiebehoefte en/of
pedagogische behoefte = wenselijk aanbod.
Oriëntatie verschuift naar: wat heeft kind (bovenop standaard aanbod) nodig van leerkracht,
school, ouders of begeleiders.
Ondersteuningsbehoeften: wat hebben ouders, leerkracht, etc. nodig.

Hoe bepaal je deze behoeften?  belangrijk doel van diagnostiek
Vanuit beginsituatie ga je naar doelen voor het kind.

Pameijer (2008) en Pameijer & Draaisma:
Stap 1: reëel korte termijn doel vaststellen
Stap 2: wat heeft kind (en keerkracht en ouders) extra nodig om dit doel te bereiken:
systeem met hulpzinnen (Bijv. dit kind heeft een leerkracht nodig die de opdracht herhaald).

Voorbereiding practicum 1. Intakefase

Diagnostisch proces staat centraal. Omdat dit proces grote gevolgen kan hebben voor een
kind, wordt dit gedaan aan de hand van normatieve modellen of procedures  NVO
richtlijnen.

Diagnostische vraagstellingen:
1. Beschrijvend – wat is er aan de hand?
2. Verklarend – waarom is dit aan de hand?
3. A. Indicerend (in enge zin) – welke van deze behandelingen is het meest geschikt? (de
mogelijkheden voor behandelingen liggen er al, maar er moet gekeken worden of het

, kind voldoet aan bepaalde indicaties, zijn er kenmerken in de omgeving die beter
passen bij de ene of andere behandeling?)
B. Indicerend (in ruime zin) – hoe kunnen deze problemen worden aangepakt?
4. Evaluatief – heeft de aanpak het gewenste effect gehad?

Het is afhankelijk van het doel van de diagnostiek op welke vraag de nadruk ligt. Diagnostiek
is (meestal) gericht op advies. In ieder geval spelen verklarende en indicerende vragen vaak
een rol.

NVO versus HGD

NVO richtlijnen = vorm van (redeneren bij) diagnostisch proces, richtlijnen om
orthopedagogen in op leiding op te leiden in de diagnostiek.
HGD = inhoud van het diagnostisch proces
 uitgangspunten sluiten erg op elkaar aan.

We doen wat de HGD ons voorschrijft (de stappen) en we schrijven dat op volgens de vorm
die de NVO voorschrijft

HGD kent verschillende uitwerkingen gericht op verschillende contexten
- Wij werken met HGD voor de jeugdzorg
- Soms wat aanvullen vanuit boek voor het onderwijs

Uitgangspunten NVO en HGD
NVO (inhoudelijke richtlijnen)
1. Dialogisch
2. Systeemgericht en transactioneel
3. Veranderingsgericht

HGD
1. Doelgericht
2. Gericht op behoeften van kind en opvoeders
3. Transactioneel referentiekader
4. Gericht op samenwerking
5. Aandacht voor beschermende factoren
6. Systematisch en transparant

Overlap op verschillende punten:
- Er wordt gekeken naar het kind in het hele systeem/context. Dit staat bij beide
centraal
- Doelgericht en veranderingsgericht: je gaat altijd doelgericht te werk, daarbij ga je er
vanuit dat er verandering mogelijk is.
- Dialogisch en samenwerking: alle betrokkenen in het proces worden meegenomen
en als orthopedagoog probeer je samen met het cliëntsysteem iets te doen aan het
probleem. Je staat naast de cliënt.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sabinemartens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter