Productie en Logistiek Management
1. Deel I: Inleidende beschouwingen over PLM
Doel van PLM: Goederen en diensten op de markt brengen:
- Overeenkomstig de marktvereisten
- Met de gevraagde kwaliteitseigenschappen
- Aan competitieve prijzen
- Zo efficiënt mogelijk
- Op het gepaste tijdstip
⇒ Matching supply with demand!
Het dalend percentage van productie in het BBP is onder meer het gevolg van een
statistisch artefact: De toegevoegde waarde bepaalt de sector waar een bedrijf toegewezen
wordt (textiel, metaalverwerkend, chemie,...). Er wordt dus geen rekening gehouden met de
totale waarde creatie die (in een slimme economie) zeer sterk ligt in pre-en post-productie
diensten (outsourcing). Denk aan ICT, financiering, research en ontwikkeling, transport,
retailing en na-verkoop diensten. Die activiteiten worden soms uitbesteed en komen dus
terecht bij niet-industriële activiteiten (diensten). Het belang van industrie voor de nationale
economie is dus groter dan de cijfers laten uitschijnen/
Is er sprake van reshoring op de dag van vandaag? Loonstijging in opkomende economieën
(vb. China). Minder arbeid nodig met nieuwe technologie. Transportkosten wegen zwaar
door. Groeiend belang van dienstverlening na verkoop. Is innovatie mogelijk zonder
productie? Er wordt meer belang gehecht aan het concept “Full cost of production” (vb Apple
heeft ge-reshored).
De toekomst van de industrie is een slimme industrie. De technologie zorgt ervoor dat de
productie-methoden steeds minder “arbeidsintensief” zijn. De competitie in de industriële
sector zal in de toekomst steeds minder afhangen van loon-verschillen.
Er komen bij de evaluatie van een proces 3 maatstaven kijken:
- (Doorloop)tijd: de volledige tijd die we nodig hebben om het proces in zijn geheel te
doorlopen.
- Voorraad: de hoeveelheid eenheden die op een gegeven moment het proces
doorlopen. De hoeveelheid werkkapitaal dat vast zit.
- Hoeveelheid: de hoeveelheden eenheden die per tijdseenheid verwerkt worden door
het proces “Throughput”.
, 2. Deel II: Voorraadbeheer
2.0 Inleiding
Voorraden zijn belangrijk maar hoeveel willen we ervan aanhouden?
- 25%-30% van de activa (90% van werkkapitaal).
- Constant onder discussie.
- Van strategisch belang voor winstgevendheid bedrijven.
- Impact op de nationale economie.
Waarom?: Voorraden wordt aangehouden omdat:
- Het fysisch onmogelijk is zonder voorraad.
- Te risicovol is om goederen te laten toekomen juist op het moment dat er vraag is.
- Economisch onverantwoord is om geen voorraad aan te houden: prijs-
schommelingen, inflatie/deflatie, schommelingen in productie temperen,
transportkosten besparen, kortingen, tekorten vermijden.
We bekijken enkele kosten:
- Tekortkosten: Stilleggen van productie, verlies aan vertrouwen van de klant,
spoedbestelling, naleveringskosten, schade, gevaar,... Impact op het toekomstig
koopgedrag van de klant (vb. klant koopt een substituut product).
- Bestelkosten: transportkosten + handling in/out (order plaatsen, ontvangen, controle,
betaling, …).
- Aankoopprijs/kostprijs: de kost van de goederen zelf, mogelijk verminderd met een
hoeveelheidskorting of eenmalige promoties.
- Voorraadkosten: kapitaalkosten (AK-kost), kosten van de ruimte (bv huur,
schoonmaak, etc), Handling (opslaan, verplaatsen, registreren, etc), Veroudering
(waardevermindering van producten).
2.1 Meten van voorraad
Statisch meten van voorraad: een momentopname of een gemiddelde doorheen de tijd:
- Voorraadwaarde: huidige waarde van de totale voorraad.
𝑉𝑜𝑜𝑟𝑟𝑎𝑎𝑑𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
- Gemiddelde doorlooptijd in jaar: 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑔𝑜𝑒𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛
.
𝑘𝑜𝑠𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑣𝑒𝑟𝑘𝑜𝑐ℎ𝑡𝑒 𝑔𝑜𝑒𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛
- Voorraadrotatie: 𝑣𝑜𝑜𝑟𝑟𝑎𝑎𝑑𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
.
Voorraadanalyse doorheen de tijd:
- Voorraadprofiel: we bekijken de totale voorraadwaarde , het aantal weken voorraad
en de voorraadrotatie. We kunnen een grafiek opstellen die de waarde geeft van de
totale voorraad doorheen een periode, deze kan toenemen door bijvoorbeeld
assemblage van een product door de grondstoffen die in voorraad staat te
gebruiken samen met andere onderdelen om afgewerkte producten te maken. De
kost van de grondstoffen en andere onderdelen vermeerderd met de kost van het
assembleren zelf geeft de kostprijs van een afgewerkt product.
- Cumulatieve input/output grafiek: we kunnen van de cumulatieve input en ook de
output een grafiek maken, de verticale afstand tussen deze twee geeft de
, hoeveelheid voorraad weer. Het horizontale verschil geeft de tijd die nodig is om
input naar output om te zetten oftewel de doorlooptijd: lead time.
We vinden een verband tussen de gemiddelde voorraad, de gemiddelde doorlooptijd en de
gemiddelde productie (correcter: gemiddelde input), die bekend staat als de Wet van Little:
𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑣𝑜𝑜𝑟𝑟𝑎𝑎𝑑 = 𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑑𝑜𝑜𝑟𝑙𝑜𝑜𝑝𝑡𝑖𝑗𝑑 × 𝐺𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒. Als we dan
1
𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑𝑒 𝑡𝑖𝑗𝑑 𝑖𝑛 𝑣𝑜𝑜𝑟𝑟𝑎𝑎𝑑
nemen, dan krijgen we de voorraadrotatie. We kunnen de cumulatieve
I/O functie ook uitbreiden met de dimensie waarde, daarbij krijgen we een driedimensionale
grafiek waarbij we de waarde van de voorraad op de 𝑧-as zetten.
2.2 Deterministische modellen
Er zijn twee grote vragen bij voorraadbeheer:
- Wanneer gaan we bestellen? → 𝑂𝑃 = 𝐿 × 𝐷 (orderpunt = levertermijn (leadtime) X
demand).
- Hoeveel gaan we bestellen? → Q (bestelhoeveelheid).
Opmerking: Voor dit eerste stuk gaan we ervan uit dat er geen onzekerheid is.
We bespreken enkele variabelen:
- 𝐷 de jaarlijkse vraag
- 𝑄 de bestelhoeveelheid
*
- 𝑄 de optimale bestelhoeveelheid (dus aan de laagste totale kost)
𝑄
- 𝐼𝐶 voorraad cyclus (Inventory Cycle), de gemiddelde hoeveelheid voorraad: 2
.