complete samenvatting lesbrief Vraag en Aanbod, LWEO eindexamenstof
Economie VWO Vraag & Aanbod hoofdstuk 1 tot en met 6
Tout pour ce livre (3)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Economie
4
Tous les documents sur ce sujet (2002)
1
vérifier
Par: ankevanhilvoorde • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
Fleurvandeyckk
Avis reçus
Aperçu du contenu
Economie hoofdstuk 3 –vraag en aanbod
Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van oerproduct tot eindproduct via
schakels. En tussen de schakels bevindt zich een markt.
consument hoort niet bij de bedrijfskolom. Verzameling van bedrijving
Bedrijfstak = Bedrijven die eenzelfde soort productie verzorgen.
Integratie (verticaal) = Een schakel uit de bedrijfskolom wordt overgenomen door een al
bestaande schakel; de bedrijfskolom wordt korter. (vaak door onzekerheid of te hoge
transactiekosten)
Differentiatie = Een schakel uit de
bedrijfskolom wordt opgesplitst in 2 samengaan opsplitsing
schakels; de bedrijfskolom wordt langer. Verticaal integratie differentiatie
(kolom)
Specialisatie = Het bedrijf is actief in
minder bedrijfskolommen (gaat nog maar Horizontaal parallellisatie specialisatie
1 of enkele productsoorten verkopen) (tak)
Parallellisatie= Het bedrijf is actief in
meer bedrijfskolommen (verschillende
productsoorten).
De bestaansvoorwaarde voor veel bedrijven = het sterk verminderen of elimineren van
transactiekosten
Kosten, opbrengsten en winst methoden:
Mog 1: bedrijfsniveau, bedrijf (kijken naar 1 heel bedrijf = bedrijfsniveau)
- kijken naar totale winst/kosten.opbrengst
Mog 2: kijken per product (gemiddeld)
- kijken naar gemiddelde winst/opbrengst/kosten per product (:q)
Mog 3: - marginale methode
- kijkt naar verandering, verandering zegt iets over gemiddelde.
Kijken naar marginale winst/kosten/opbrengst etc
Transactiekosten = Alle kosten die samenhangen met het tot stand komen en afwikkelen
van een ruil.
Verzonken kosten = Gemaakte kosten kunnen nworden terugverdiend door te produceren
of de investering te gebruiken.
kosten die je niet meer kan terugverdienen als de productie stopt, omdat er geen andere
gebruiksmogelijkheden met het voorwerp zijn.
Berovingsprobleem (hold-upprobleem) = onstaat als na het afsluiten van een
contract de machtsverhoudingen tussen de contract partijen veranderen.
ontstaat als contract onvolledig is
Bij een samenwerkingsverband investeert de ene partij meer in de samenwerking dan de
andere partij, waardoor de machtsverhouding verandert. De ene partij kan de andere partij
van de verzonken kosten ‘beroven’.
, Afschrijvingskosten = kosten ten gevolge van de waardedaling van
kapitaalgoederen als gevolg van slijtage of veroudering. Ook wel afschrijven
Constante kosten = Kosten die niet afhankelijk zijn van productie (q) of afzet.
De afschrijvingskosten en de kosten van directie en adiministratie staan los van de
productieomvang. Deze kosten veranderen niet als de productie toe of afneemt
Alle constante kosten = TCK
Variabele kosten = kosten die afhankelijk zijn van de productie of afzet. Kosten die dus
veranderen als productie toe of afneemt. Bv loonkosten en materiaal kosten
Alle variabele kosten = TVK
Het totaalbedrag van de constante kosten verandert niet, maar wel de constante kosten per
spijkerbroek ofwel de gemiddelde constante kosten (GCK)
GCK = TCK/q
als de productie verhoogt, stijgen de totale variabele kosten, maar de variabele kosten per
spijkerbroek of de gemiddelde variabele kosten (GVK) blijven gelijk.
GVK = TVK/q
De totale kosten zijn gelijk aan de totale variabele kosten plus de totale constante kosten.
(TK = TVK + TCK)
De gemiddelde kosten zijn gelijk aan de gem. constante kosten + de gem. variabele kosten.
(GTK = GCK + GVK).
De gemiddelde totale kosten zijn gelijk aan de kostprijs ofwel de kosten per stuk
Soorten variabele kosten
- Proportioneel variabele kostenGVK blijven steeds hetzelfde. TVK stijgen evenredig.
- Progressief variabele kostenGVK worden steeds hoger naarmate productie stijgt. TVK
stijgen meer dan evenredig. = variabele kosten die meer dan evenredig stijgen met de
productie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Fleurvandeyckk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.