DATAMANAGEMENT
1 HARDWARE & DATABASE
Database management systeem (DBMS)
= programma speciaal geschreven voor een operating systeem & dit ‘praat’ dan met de hardware, verwerken vooral data
- Beheert verschillende databases tegelijk & doet datamanipulatie op hoger niveau van detail door relaties te vormen
- Data ligt buiten applicatie opgeslagen & data kan door applicatie programma’s opgehaald worden door gebruik te
maken van relationele databases met SQL (= structured query language)
- Functies:
o Data manipulatie: door tabellen te creëren waarbij via SQL data gemanipuleerd kan worden
o Multi-user support (concurrency control): meerdere toegangen tegelijk mogelijk zonder inconsistent te zijn
o Access control: bijhouden wie wat doet & bepaalde toegangen geven aan specifieke personen
o Audit: controleren wie wat doet & die bijhouden
o Consistency Monitoring - transactions: uitvoeren van volledige transactie of volledig niks, zal zichzelf
herstellen indien transactie faalt via rol forward of rol backward
o Backup: recente kopie van data, spiegelen van data (dupliceren)
o Recovery: servers kunnen data terug laden na disk failure met behulp van recovery van de disk
- Structuur: meeste zijn relationele databases & bewaren data is een set van tabellen
Primary key & foreign key
- Primary key (primaire sleutel) = unieke identifier/entiteit voor een record (rij) in een database. Het zorgt ervoor dat
elke rij in een tabel uniek is, zodat er geen duplicaten zijn.
o Voorbeelden zijn een patiëntnummer of een medisch dossiernummer in een medische database.
- Foreign key (vreemde sleutel) is een kolom (of set van kolommen) in een tabel die verwijst naar de primary key van
een andere tabel.
o Deze maken relaties tussen tabellen mogelijk, bijvoorbeeld; een patiëntnummer in een tabel met afspraken
kan als foreign key verwijzen naar de primary key in de patiënten tabel
→ Samen helpen primary en foreign keys om relaties tussen data te structureren en integriteit te waarborgen in een
relationele database
1:n relatie + voorbeeld (tekening) &
= 1 op veel relatie
- Één record in een tabel (de "ene" kant) kan gerelateerd zijn aan meerdere records in een andere tabel (de "vele" kant)
- Bijvoorbeeld, één patiënt kan meerdere afspraken hebben, maar elke afspraak hoort bij één specifieke patiënt.
n:m relatie + voorbeeld (tekening)
= veel op veel relatie
- Meerdere records in de ene tabel kunnen gerelateerd zijn aan meerdere records in een andere tabel, dit vereist
meestal een derde, koppeltabel.
- Bijvoorbeeld, een arts kan meerdere patiënten behandelen, en een patiënt kan door meerdere artsen worden
behandeld.
2 MEDICAL CODING & CLASSIFICATION
Wat is medical coding?
= proces waarbij medische diagnoses, procedures, diensten en apparatuur worden omgezet in gestandaardiseerde
alfanumerieke codes. Deze codes worden gebruikt in medische dossiers, facturering, en verzekering om te zorgen voor een
uniforme manier van rapportage en communicatie
- Voorbeeld: ICD voor coderen van diagnoses
1
, Leg uit ATC
= Anatomical Therapeutic Chemical code
= hiërarchisch classificatiesysteem dat medicijnen categoriseert op basis van lichaamsdeel waarop ze inwerken, therapeutisch
effect en chemische eigenschappen door maken van impliciete relaties
- Functies:
o Structurering: verdeelt medicijnen in vijf niveaus, van het orgaansysteem tot de specifieke werkzame stof
o Onderzoek: gebruikt voor het analyseren van medicijngebruik en internationale vergelijking
o Toepassing: essentieel voor formuleringbeheer en farmaceutisch onderzoek
- Voorbeeld: C10AA01 → code voor simvastatine, een cholesterolverlagend middel
- Bekendste maar geen semantiek: GM dat op meerdere ziektes inwerken kan je moeilijker/niet gaan koppelen
- ATC helpt om medicijnen systematisch en gestandaardiseerd te classificeren
Leg uit ICPC
= International Classification of Primary Care
= juxtapositie code
= systeem dat wordt gebruikt om gezondheidsproblemen en zorgprocessen in de eerstelijnszorg, zoals bij huisartsen, te
classificeren. Het categoriseert symptomen, diagnoses, en behandelingen op een gestandaardiseerde manier.
- Functies:
o Groepeert gezondheidsproblemen in 17 hoofdgroepen: zoals ademhaling, spijsvertering, en geestelijke
gezondheid, huid,… & elke hoofdgroep dan opgedeeld in 7 componenten
o Eenvoudig in gebruik voor het vastleggen en analyseren van patiëntenzorg in de eerstelijnszorg
o Wereldwijde standaard: helpt huisartsen wereldwijd om medische informatie uniform vast te leggen en te
delen
- Toepassing: gebruikt om medische gegevens te coderen, zodat zorgverleners efficiënter kunnen werken en
patiëntendossiers kunnen analyseren voor onderzoek en kwaliteitscontrole
- Kan nog op papier gebruikt worden
- Nadelen: krappe code, beperkt in aantal nummers
Leg uit ICD10
= International Classification of Diseases – clinical modification
= wereldwijd systeem voor coderen van diagnoses en aandoeningen, gebruikt om ziekten, verwondingen en andere
gezondheidsproblemen systematisch te classificeren
= combinatie code (geen enumeratie), juxtapositie code
= classificatie
- Meest gebruikte code
- Functie:
o Bestaat uit 21-tal hoofdstukken opgedeeld in blokken/secties & deze nog eens opgedeeld in categorieën: je
kan niks afleiden uit de code
o Bezit inclusie & exclusie termen: onderscheiden voor bepaalde categorieën
o Gebruikt voor medische documentatie, verzekering en statistische analyses
- Voordelen: eenvoudig bewaren, terughalen & analyseren van klinische gegevens, delen & vergelijken, kan door de
overheid worden gebruikt voor terugbetalingen
- Nadelen: vrij complexe structuur, te complex voor artsen & clinici om te gebruiken in het veld, soms absurde codes
gemaakt voor enkelvoudige gevallen, niet semantisch (longkanker moet je classificeren bij longziekte of bij kanker),
anomalieën (door geen mogelijkheid tot expliciete relaties)
Leg uit SNOMED-CT
= Systematized Nomenclature of Medicine - Clinical Terms
= uitgebreide, gestructureerde medische terminologie gebruikt om klinische informatie vast te leggen en uit te wisselen
= multi-axiale code, juxtapositie code
= terminologie, elke concept krijgt zijn eigen code, expliciete relaties mogelijk
- Uitgebreide set aan codes & termen voor diagnoses, symptomen en medische concepten die op verschillende assen
gecodeerd kunnen worden → diagnose kan opgebouwd worden uit meerdere codes & relaties tussen deze codes
- Pre-coördinatie: veel voorkomende combinaties krijgen een aparte diagnostische code, soort short-cut
- Post-coördinatie: individuele concepten afzonderlijk gevormd & later samengevoegd
- Voordelen: veel doeltreffender, nieuwe/ongekende ziektes beter in kaart brengen, expliciete relaties mogelijk, pre-
coördinatie in codes, post-coördinatie in codes, grote granulariteit
- Nadelen: geen semantiek in code (willekeurige getallen)
2