H01 - VERMOGENSRECHTEN: PERSOONLIJKE EN ZAKELIJKE RECHTEN
§1. Inleiding
Vermogensrechten
- Persoonlijke rechten
- Zakelijke rechten
- Intellectuele rechten
Belang van het onderscheid tussen persoonlijke en zakelijke rechten heeft gevolgen:
• Enkel zakelijke rechten kunnen zakelijke attributen hebben
o Volgrecht
o Bescherming tegen insolvabiliteit
o Specialiteitsbeginsel
o Zakelijke subrogatie / Zaakvervanging
• Verjaringsregime
o Persoonlijke vordering: 10 jaar (art. 2262bis BW)
o Vordering zakelijk recht: 30 jaar (art. 2262 BW)
• Territoriale bevoegdheidsverdeling
• Verschillende publicatiemechanismen: verschilt naar aard van het goed
o Zakelijk recht / schuldvordering op naam: kennisgeving / erkenning SA (1690 BW)
o Roerende zakelijke rechten: bezit (1141 BW)
o Onroerende zakelijke rechten: hypothecaire publicatie (1 Hyp. W)
o =› Zakelijke rechten hebben een grotere tegenwerpelijkheid
§2. De klassieke leer: scherpe tweedeling
Objectieve zienswijze / Kijkt naar de inwendige structuur. Onder andere: De Page.
• Een zakelijk recht verleent een rechtstreekse heerschappij over een goed. (Rechtssubject
+ Rechtsobject).
Pagina 1 van 123
,• Een persoonlijke recht (=schuldvordering, verbintenis, vorderingsrecht) verleent aan iemand (SE)
een aanspraak op een bepaalde gedraging (facere / Non facere / dare) vanwege een andere
persoon (SA). (Twee rechtssubjecten).
Kritiek: Wordt van uitgegaan dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zijn tegenover personen en
persoonlijke rechten niets met goederen te maken hebben. Klopt niet.
Persoonlijk recht kan ook betrekking hebben op een goed + Deze kritiek wordt versterkt door het
dematerialisering van goederenrecht (= steeds meer zakelijke rechten op onlichamelijke
goederen) vb. Huur: Als huurder is er toch een ook een directe band tussen het gehuurde goed en
de huurder?
Zakelijk recht kan ook rechtsverhoudingen tussen personen doen ontstaan. vb. Vruchtgebruik: dan
heb je als VG ook afdwingbare verbintenissen tegenover de blote eigenaar.
§3. De leer van het personalisme
Kritiek op klassieke leer lijdt tot een subjectivering van de zakelijke rechten (Planiol).
De basisgedachte is dat er enkel rechtsverhoudingen kunnen bestaan tussen rechtssubjecten en
nooit tussen een rechtssubject en een goed maar de draagwijdte verschilt
• Persoonlijk recht zorgt voor een verbintenis ten laste van één persoon (SA). Dit wordt dan een
relatief recht genoemd.
• Zakelijk recht zorgt voor een verbintenis die aan iedereen de verplichting oplegt om zich
te onthouden van een inbreuk op een zakelijk recht. Dit wordt een absoluut recht
genoemd.
Kritiek: Personalisme gaat er van uit dat vorderingsrechten geen gevolgen hebben in de verhouding tot
derden. (maar: derde medeplichtig aan andermans contractbreuk 1382 BW). Onderscheid op vlak van
de tegenwerpelijkheid vloeit voort uit publiciteit die aan de verschillende rechten wordt verleend.
• Zakelijke rechten: publiciteit (Hypotheek voor OG / Bezit voor RG)
• Persoonlijke rechten: derden moeten kennis hebben van het bestaan van de rechten.
Dus: een derde handelt zogezegd altijd te kwader trouw bij ZR en niet bij PR. Maar ook weer verschil
bij ZR: Onroerende goederen is tegenwerpelijk aan iedereen door hypotheek maar bij roerende
goederen kan de verkrijging ter goeder trouw wel (2279 BW)
§4. De leer van het neo-personalisme: het onderscheid tussen
eigendom en beperkte vermogensrechten (kwalitatieve
verbintenissen)
Kritiek personalisme lijdt tot neo-personalisme (ginossar)
Zet beweging van het personalisme verder, zij bakenen zakelijke rechten af in termen van een
verbintenisrechtelijke verhouding. Eigendom is aan de top en de andere vermogensrechtelijke
toebehoren worden omschreven in termen van verbintenissen.
- Zakelijke rechten beantwoorden een kwalitatieve verbintenis
o In een kwalitatieve verbintenis verbindt meestal de eigenaar van een goed om de
beperkingen op zijn recht te eerbiedigen. De persoon zelf van schuldeiser of
schuldenaar staat niet centraal, enkel zijn "kwaliteit" bijvoorbeeld “eigenaar” is
relevant.
o Vb. vordering op grond van de tienjarige aansprakelijkheid van aannemers en architecten
(1792 OBW). à Het zakelijk recht is een volgrecht en ongeacht wie het goed in handen
heeft, heeft het recht of de plicht om deze kwalitatieve verbintenis te eerbiedigen. (3.4
BW)
,Pagina 2 van 123
, o Vb. A is eigenaar onroerend goed, en staat een erfpacht toe aan B (60 jaar). Wanneer A
het huis verkoopt aan C is de verbintenis tegenwerpelijk aan C omdat hij die draagt in
qualita qua (hoedanigheid van de eigenaar), erfpacht is een zakelijk recht dus volgrecht.
A & B komen overeen om een goed 5 jaar te onderhouden, na 3 jaar verkoopt A zijn huis aan
C. C is niet gebonden want het is een persoonlijk recht en door de contractsrelativiteit (1165
OBW) - tenzij derde medeplichtig aan andermans contractbreuk (1382 OBW).
- Persoonlijke rechten beantwoorden aan een persoonlijke verbintenis
o De schuldenaar van een persoonlijk recht is niet kwalitatief gehouden maar te
persoonlijke titel.
o Relativiteit van het contract leidt ertoe dat PR enkel overgaan op algemene rechtsopvolgers
/ te algemene titel maar niet op rechtsopvolgers onder bijzondere titel.
Kritiek: Uitbreiding van eigendomsrecht tot alle vermogensrechten, maar we zien dat dat niet terecht is
want we zien nu dat de uitbreiding van het eigendomsrecht tot onlichamelijke zakken weerklank heeft
gevonden in de latere evolutie: dematerialisering van het goederenrecht.
§5. De keuze van de wetgever: het numerus clausus-beginsel als formeel
afbakeningsbeginsel
§1. Het numerus-clausus beginsel bij zakelijke rechten
Het numerus clausus-beginsel houdt in dat vermogensrechten slechts zakelijke rechten kunnen zijn
voor zover de wet ze als zakelijk recht erkent, en het goederenrecht laat niet toe dat partijen nieuwe
onbenoemde zakelijke rechten tot stand brengen. Dit beginsel zal een louter formele afbakening tussen
zakelijke en persoonlijke rechten mogelijk maken, waardoor de theoretische discussies over de
afgrenzing zonder belang zouden worden.
Arrest Blieck - HvC 16 sept. 1996: Er kunnen geen zakelijke rechten sui generis kunnen gevestigd worden.
‘Partijen kunnen wel persoonlijke rechten maken. Dit worden onbenoemde contracten genoemd
(leasing, sponsorigsovereenkomst,…)’
Twee dimensies numerus clausus-beginsel
- Externe dimensie: partijen kunnen geen andere zakelijke rechten vestigen dan diegene in de
wet (STRENG)
- Interne dimensie: partijen moeten de wezenskenmerken van de betrokken zakelijke
rechten eerbiedigen (SOEPELER)
Opsomming zakelijke rechten (3.3 BW)
- Eigendom
- Mede-eigendom
- Zakelijke gebruiksrechten
o Erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht en opstal
- Zakelijke zekerheden
o Bijzondere voorrechten, pand, hypotheek, retentierecht en ‘fiduciaire eigendom’
Het feit dat zakelijke rechten enkel wettelijk bepaald kunnen worden wordt ook het gesloten stelsel
van zakelijke rechten genoemd. “Prof Sagaert is tegenstander”
Beperking numerus clausus-beginsel artikel 3.1 BW
Pagina 3 van 123
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur TristanDb. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,94. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.