Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting personenbelasting 1 accountancy-fiscaliteit €10,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting personenbelasting 1 accountancy-fiscaliteit

2 revues
 415 vues  11 fois vendu

Samenvatting voor personenbelasting 1, tweede jaar accountancy -fiscaliteit aan Arteveldehogeschool. De samenvatting is gemaakt aan de hand van het boek en de slides van in de les. In de samenvatting wordt vak 1-4 en 8-10 besproken.

Aperçu 4 sur 71  pages

  • Non
  • Vak 1-4 en 8-10
  • 3 janvier 2020
  • 71
  • 2019/2020
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (3)

2  revues

review-writer-avatar

Par: bellekenscynthia • 3 année de cela

Traduit par Google

Box V and Box VI are not included in the summary and box IX is not really clear (which is the most difficult and complicated course)

reply-writer-avatar

Par: PRoels • 3 année de cela

Traduit par Google

In the description I had said that only boxes 1-4 and 8-10 are discussed in the summary, otherwise box 9 should be clear if you study this with the exercises next to it that I mention in the summary.

review-writer-avatar

Par: hinasyed • 4 année de cela

avatar-seller
PRoels
PERSONENBELASTING
1. Inleidende begrippen
1.1.Belastingplichtigen onderworpen aan de
personenbelasting
1.1.1. Rijksinwoners
Aan de personenbelasting zijn de ‘rijksinwoners’ onderworpen (art. 3 WIB).

Onder rijksinwoners worden verstaan (art. 2, §1, 1° eerste lid a, b, c en d WIB):

- De natuurlijke personen die:
o Hun woonplaats in België hebben gevestigd
o Wanneer ze geen woonplaats in België hebben, de zetel van hun fortuin in België
hebben gevestigd
- De Belgische diplomatiek ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in het
buitenland zijn geaccrediteerd, en hun inwonende gezinsleden
- De andere leden van Belgische diplomatiek zendingen en consulaire posten in het
buitenland, en hun inwonende gezinsleden (met uitzondering van de consulaire ere-
ambtenaren)
- De andere ambtenaren , vertegenwoordigen en afgevaardigden van de Belgische staat, van
de gemeenschappen, gewesten, provincies, agglomeraties, federaties van gemeenten en
gemeenten, of van een Belgisch publiekrechtelijk lichaam, die de Belgische nationaliteit
bezitten en hun werkzaamheden in het buitenland uitoefenen waar zij niet duurzaam
verblijven

1.1.2. Woonplaats of zetel van fortuin in België
Natuurlijke personen die hun ‘fiscale woonplaats’ in België hebben (art. 2, §1, eerste lid, 1°, a WIB)
zijn aan de personenbelasting onderworpen.

Voor het begrip ‘fiscale woonplaats’ gelden sinds aanslagjaar 2015 twee criteria die niet langer
evenwaardig zijn. Het criterium ‘woonplaats’ overheerst het criterium ‘zetel van fortuin’.

Het gelijktijdig hanteren van het criterium ‘zetel van fortuin’ en het criterium ‘woonplaats’ zou er
immers toe kunnen leiden dat een belastingplichtige op grond van het ene criterium in gewest A
wordt gelokaliseerd en op grond van het andere criterium in gewest B. Daarom wordt sinds
aanslagjaar 2015 het criterium ‘zetel van fortuin’ nog slechts ingeroepen als de belastingplichtige
geen ‘woonplaats’ in België heeft.

1.1.2.1 Woonplaats
De ‘woonplaats’ is de feitelijke woonplaats die noodzakelijk gekenmerkt wordt door een bepaalde
bestendigheid of continuïteit.

De feitelijke woonplaats kan worden aangeduid als de woning waar de belastingplichtige met zijn
gezin werkelijk is gevestigd. Het is duidelijk dat de fiscale woonplaats niet altijd samenvalt met de
plaats waar de belastingplichtige ingeschreven is in het bevolkingsregister (= burgerlijke woonplaats).




1

,1.1.2.2 Zetel van fortuin
De zetel van fortuin is de plaats van waaruit de belastingplichtige zijn vermogen beheert. Die plaats
komt niet noodzakelijk overeen met de plaats waar de goederen gelegen zijn.

Het vermogen van de belastingplichtige kan bestaan uit onroerende bezittingen, gedeponeerde
gelden op bankrekeningen, … De zetel van fortuin is dan de plaats van waaruit al die
vermogensbestanddelen worden beheerd.

1.1.2.3 Wettelijke vermoedens (art. 2, §2, 1° tweede en derde
lid WIB 1992)
Of iemand in België zijn woonplaats of zetel van fortuin heeft gevestigd, moet worden beoordeeld
aan de hand van feitelijke gegevens. Om de fiscus te helpen in zijn bewijsvoering, voorziet de wet in
twee wettelijke vermoedens.

A. Inschrijving in het rijksregister
De wet gaat ervan uit dat wanneer een natuurlijke persoon is ingeschreven in het rijksregister van de
natuurlijke personen hij ook effectief ‘rijksinwoner’ is. Het gaat evenwel om een weerlegbaar
wettelijk vermoeden. Dit betekent dat de belastingplichtige altijd het tegenbewijs mag leveren.

Voor natuurlijk personen die niet in het rijksregister zijn ingeschreven, geld in principe de regel dat ze
geen rijksinwoner zijn, tenzij de administratie aantoont dat ze wettelijk in België wonen of hier in
België de zetel van hun fortuin hebben gevestigd.

B. Woonplaats voor gehuwden / wettelijk samenwonende
De belastingwoonplaats voor gehuwden wordt bepaald door de plaats waar het gezin is gevestigd.
Hier gaat het om een onweerlegbaar wettelijk vermoeden. Dit betekent dat de belastingplichtige
tegen dit wettelijk vermoeden geen tegenbewijs kan leveren.
Wanneer de man bv. voor een lange periode in het buitenland verblijft om beroepsredenen, blijft hij
Belgisch rijksinwoner wanneer zijn echtgenote in België is achtergebleven. De duur van zijn
buitenlands verblijft speelt geen rol.

Dit wettelijk vermoeden is van toepassing op de belastingplichtigen die in de personenbelasting als
‘gehuwden’ worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat beide echtgenoten rijksinwoner zijn ofwel
beiden niet-rijksinwoner zijn naargelang hun belastingwoonplaats al of niet in België is. Bijgevolg is
het voor gehuwden in principe onmogelijk dat bv. de man rijksinwoner is en zijn echtgenote niet-
rijksinwoner is. Daaruit volgt dan ook dat de inkomsten van gehuwden altijd aan eenzelfde belasting
moeten onderworpen zijn.

Dit wettelijk vermoeden kan niet worden gebruikt wanneer de belastingplichtige zich met zijn gezin
in het buitenland heeft gevestigd. Dit betekent echter niet dat zij niet als rijks-inwoner kunnen
worden beschouwd. Als blijkt dat ze hun zetel van fortuin in België hebben behouden, blijven ze
onderworpen aan de personenbelasting.

Aangezien wettelijk samenwonende met gehuwden worden gelijkgeschakeld en een wettelijk
samenwonende met een echtgenoot (art. 2, §1, 2° WIB), speelt het wettelijk vermoeden inzake de
fiscale woonplaats bepaald door de plaats van het gezin, ook voor wettelijk samenwonenden een rol.
Er geldt bijgevolg een onweerlegbaar wettelijk vermoeden dat de fiscale woonplaats van beide
partners in België te situeren ook als het gezin hier in België is gevestigd.




2

,1.1.2.4 Asielzoekers niet langer onderworpen aan de
personenbelasting
Met ingang van het aanslagjaar dat is verbonden aan het belastbare tijdperk dat aanvangt op 1 jan
2017, zijn natuurlijke personen ingeschreven in het wachtregister overeenkomstig art. 1, §1, eerste
lid, 2° van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters niet langer onderworpen aan
de personenbelasting (art. 4, eerste lid, 4° WIB). Het betreft dus bepaalde asielzoekers die zijn
ingeschreven in het wachtregister.

1.2.Wereldwijd inkomen en niet-ontvangen
inkomen als oprichter van een juridische
constructie
De personenbelasting die een rijksinwoner verschuldigd is, wordt berekend op zijn wereldwijd
inkomen. Dit betekent dat de belastingplichtige niet alleen personenbelasting moet betalen op de
inkomsten die hij hier in België verkrijgt of behaalt, maar ook op zijn buitenlandse inkomsten.

Het spreekt vanzelf dat hij alleen maar personenbelasting is verschuldigd op de inkomsten die het
WIB aanduidt al belastbare inkomsten.

Het belastbare inkomen bestaat uit 4 categorieën van netto-inkomsten:

- Onroerende inkomsten
- Roerende inkomsten
- Beroepsinkomsten
- Diverse inkomsten

1.3.Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
1.3.1. Algemene regel
Belastbare tijdperk: het jaar (of het gedeelte ervan) waarin de belastingplichtige belastbare
inkomsten heeft verkregen of behaald.
 in de PB valt het belastbare tijdperk in beginsel altijd samen met een kalenderjaar

Aanslagjaar: het jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden.
 in de PB is het aanslagjaar in beginsel altijd het jaar dat volgt op het belastbare tijdperk

1.3.2. Uitzonderingen
In sommige gevallen valt het belastbare tijdperk samen met een gedeelte van het kalenderjaar.
Dat is het geval als de gronden van belastbaarheid:

- Ofwel pas na 1 jan aanwezig zijn
o Vb. geboorte of immigratie tijdens kalenderjaar
o Het belastbaar tijdperk is in dit geval gelijk aan het gedeelte van het kalenderjaar
waarin die gronden van belastbaarheid aanwezig zijn
- Ofwel voor 1 dec zijn weggevallen
o Vb. overlijden en geen beroepsinkomsten hebben genoten of definitief vertrek naar
het buitenland waardoor men geen rijksinwoner meer is vanaf vertrek
o Het belastbaar tijdperk valt samen met het aanslagjaar
o Als een rijksinwoner overlijdt in de loop van het kalenderjaar, valt het belastbare
tijdperk toch samen met een volledig kalenderjaar (de gewone regel volgen), als deze
rijksinwoner tijdens zijn leven een beroepswerkzaamheid heeft uitgeoefend. De



3

, belastbare gronden blijven bijgevolg (ook na het overlijden) aanwezig. Het
aanslagjaar is in dit geval dan ook gelijk aan het jaar dat volgt op het belastbare
tijdperk

Vb. uitzonderingen op kalenderjaren:

1. Iemand uit Spanje komt in België wonen op 5 mei
 vanaf 5 mei de PB invullen
2. Iemand uit België gaat in Spanje wonen op 2 feb
 tot dan invullen
 aanslagjaar is hetzelfde jaar dat je vertrekt
 aanslagjaar speciaal 20XX



1.3.3. Beperkingen van de federale voordelen functie
van de duur van het belastbaar tijdperk
Wanneer het belastbare tijdperk om een andere reden dan overlijden niet overeenstemt met een
volledig kalenderjaar, dienen vanaf aanslagjaar 2018 de meeste federale fiscale voordelen m.b.t. de
belastinggrondslag zelf (art. 129/1 WIB) en m.b.t. de berekening van de belasting (art. 174/1 WIB)
zoals maximum bedragen, minimumbedragen en grensbedragen, belastingvermindering,
vrijstellingen, belastingkrediet, inkomensschrijven, … verminderd te worden in verhouding tot de
duur van het belastbare tijdperk uitgedrukt in maanden ten opzichte van 12 maanden.

 code 1199 Vak II

1.4.Individuele aanslag of gemeenschappelijke
aanslag
1.4.1. Echtgenoten / gehuwden
Echtgenoten of gehuwden dienen één gemeenschappelijke aangifte in. In deze aangifte vermelden zij
elk hun eigen inkomsten. Vandaar dat op de aangifte voor zo goed als alle rubrieken 2 kolommen
voorzien zijn:

- Bij gehuwden van een verschillend geslacht die een gezamenlijke aangifte invullen, is de
linkerkolom voorbehouden voor de gegevens van de man en de rechterkolom voor de vrouw
- Bij gehuwden van hetzelfde geslacht die een gezamenlijke aangifte invullen, worden de
gegevens van de oudste partner in de linkerkolom gezet en die van de jongste in de rechter

Bij gehuwden worden dus 2 aanslagbasissen bepaald. Dat neemt echter niet weg dat men de
gemeenschappelijke belastingaanslag blijft vestigen op naam van de gehuwden samen (art. 126, §1
WIB). De berekening van de belastingen gebeurt weliswaar individueel, maar het te betalen of terug
te geven bedrag wordt bepaald door de optelling van beide resultaten.

In welbepaalde gevallen worden gehuwden fiscaal toch als alleenstaande beschouwd. In die gevallen
moeten er dan ook individuele aangiften ingediend worden en worden bijgevolg individuele
aanslagen gevestigd.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PRoels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  11x  vendu
  • (2)
  Ajouter