Railtechniek geeft je een kijk in de wereld van het spoor. Waar krijg je mee te maken in deze branche? Wat komt er eigenlijk allemaal kijken bij het laten rijden van treinen? Het is voor iedereen heel normaal: op het perron stap je in de trein en die brengt je naar je bestemming. De meeste treinen ...
1.1 GESCHIEDENIS.............................................................................................................................................................
1.2 TRAM EN METRO.........................................................................................................................................................
1.3 WIE WERKEN ER AAN HET SPOOR...............................................................................................................................
1.4 DRIE EENHEID..............................................................................................................................................................
1.5 STATISTIEKEN 2015......................................................................................................................................................
2 PLANVORMING TOT SLOOP...................................................................................................................................
3 BAAN EN SPOOR.........................................................................................................................................................
3.1 ONTWERPVOORSCHRIFTEN..........................................................................................................................................
3.3 ONTWERPELEMENTEN (OVS).....................................................................................................................................
3.4 OPBOUW VAN HET BAANLICHAAM (ONDERBOUW EN BOVENBOUW)..........................................................................
3.5 OPBOUW VAN DE ONDERBOUW...................................................................................................................................
3.6 AARDEBAAN..................................................................................................................................................................
3.7 HOOGTE AARDEBAAN..................................................................................................................................................
3.8 BOVENBOUW.................................................................................................................................................................
3.9 DRAAGFUNCTIE VAN DE BOVENBOUW........................................................................................................................
3.10 BALLAST.....................................................................................................................................................................
3.11 DWARSLIGGER...........................................................................................................................................................
3.12 SPOORSTAVEN............................................................................................................................................................
3.13 SPOORSTAAF SLIJTAGE..............................................................................................................................................
3.14 BEVESTIGINGSMIDDELEN..........................................................................................................................................
3.15 BEWAPENINGSMATERIAAL........................................................................................................................................
3.16 LASVERBINDING.........................................................................................................................................................
3.17 WISSELS EN KRUISINGEN..........................................................................................................................................
3.18 SPOORBEËINDIGINGSCONSTRUCTIES........................................................................................................................
3.19 OVERWEG BEÏNVLOEDING.........................................................................................................................................
,1 inleiding
Door de 7.5 miljoen auto’s in Nederland ontstaan veel files waardoor de trein een goed alternatief is. De
grootste spoor dienstverlener voor reizigersverkeer is de NS, Die het comfort en de betrouwbaarheid van
de dienstregeling zo goed mogelijk probeert te regelen zodat en voor de trein kiest. Hiervoor heeft men de
juiste voertuigen, sporen, bovenleidingen en onderbaan nodig, wat goed onderhouden moet worden om
degeneratie te voorkomen.
Toekomst van het spoor
Om de positie van het spoor in de toekomst te garanderen, investeert men in de concurrentie positie van
de hoge snelheidstrein (tot 1500 [km] concurrerend met het vliegtuig) en de goederentrein (tot 2000 [km]
concurrerend met scheepsvaart). Het toekomst perspectief van de trein is goed, omdat een trein weinig
ruimte gebruik, veilig is, betrouwbaar is, een hoge capaciteit heeft, milieuvriendelijk is en snel door de
bebouwde kom kan rijden. Het nadeel van de trein is dat het niet zo flexibel is als de auto
█ De dekkingsgraad (afstand die men wil reizen om bij een station te komen) verschild enorm tussen
metro en trein. Daarom wordt er geïnvesteerd in een overbrugging (Randstadrail). Deze sneltram heeft de
grote en remvermogen van een tram, maar de snelheid en veiligheid van een trein. Ze rijden op bestaande
sporen en verbinden veel buitenwijken met de binnenstad.
█ Dekkingsgraad:
Tramhalte > 400-500 [m]
Metrohalte > 700-1000 [m]
Sprinterstation > 2 [km]
Intercitystation > 5 [km]
1.1 Geschiedenis
De spoorstaaf (rail) ontstond als houten geleiding (met opstaande rand tegen ontsporen) voor mijnwagens
in 16e-eeuwse Duitse en Engelse mijnen.
1760: Staal werd gebruikt om hout te bekleden/vervangen (minder rolweerstand), doordat een
crisis in Engeland voor een masala productie van staal zorgde.
1800: Een flens op het treinwiel verving de opstaande rand.
1800: James Outram vond de eerste vrij dragende rails uit, die werd bevestigd op de dwarsliggers
met gietijzeren stoelen.
1804: Engelsman Trevithick vond de eerste stoomlocomotief (Trevithick) uit. Dit startte de
ontwikkeling van het spoor waarvoor deze trein nog niet geschikt was, omdat de krachten uit de
trein het spoor sloopte.
1825: De eerste spoorlijn tussen Stockton en Darlington werd gebouwd met ijzeren staven en
bereden met paarden tot 1829.
1829 De eerste “moderne” stoomlocomotief (the Rocket) werd door George Stephenson
uitgevonden.
1839: De eerste Nederlandse spoorlijn tussen Haarlem en Amsterdam werd geopend, waarmee de
concurrentie met de scheepsvaart werd gestart.
1900: Concurrentie van auto en vliegtuig door de ontwikkeling van de verbrandingsmotor.
1914: samenwerking tussen HIJSM en SS
1938: Oprichting Nederlandse spoorwegen (NS)
1947: Ontwikkeling van Marshallhulp, B-relais en elektrificatie
1970: klokvaste vertrektijden en betere dienstregeling
1990: meerdere viersporigheden
2030: spoorboekloos rijden
3
,1.2 Tram en Metro
Een trein is te groot en log voor stedelijk vervoer. Daarom werd kleinschalig railvervoer (Trams )in 1890
ingevoerd voor stedelijk en platteland vervoer. Deze voertuigen reden met paarden of op stoom wat in
1950 volledig was vervangen met elektrische tractie. Tegenwoordig zijn trams alleen nog in steden met
meer dan driehonderd duizend inwoners te vinden. Op het platteland rijden tegenwoordig bussen.
Trams hebben een eigen plek in het straatbeeld en een goed remvermogen. Ze hebben geen
absolute voorrang op kruispunten en een hoge capaciteit (30-50 [m] lang).
De metro werd in de 19de eeuw ontwikkeld voor vervoer over grotere afstanden binnen miljoenen steden.
De voertuigen zijn rond de honderd meter lang en staan volledig los van andere verkeervormen.
1.3 Wie werken er aan het spoor
ProRail is als eigenaar van het spoor (en enkele sneltram lijnen), dag en nacht verantwoordelijk voor het
beheer en onderhoud van het spoor. Vervoerders als NS en Connexxion maken gebruik van dit spoor.
Railinfrastructuur beheer (assetmanagment) Aannemers Ingenieurs
Omdat het spoor specialistisch werk is, moeten aannemers en
ingenieurs (tabel 1.1) die werken aan het spoor, erkend zijn door Strukton
ProRail. Veel van de aannemers worden ook gecontracteerd voor VolkerRail
kleinschalig onderhoud of procesonderhoud. Dit onderhoud wordt
Bam infra BV Arcadis
voornamelijk s’ nachts uitgevoerd om de treindienstregeling zo min
mogelijk te verstoren. VolkerStevin Movares
█ Om de veiligheid te garanderen, zorgen bedrijven als Rail Guard, Spitzke DHV
Holland spoor veilig en Baas Railsafe Service met gekwalificeerd
personeel voor een veilig spoor. SchreckMieve Grontmij
█ De verkeersleiding, opgesplitst in 5 regio’s beheerst het spoor, tenzij s
er een extreme verstoring ontstaat die landelijk opgelost moet worden Assetrail TCE
door het OCCR.
Dura Vermeer Sweco
Tram/metro infrabeheer Swietelsky 4infra
Tram/metro vervoerders als HTM, RET en GVB bezitten naast de Tabel 1.1
voertuigen ook hun eigen spoor. Hiervoor is specifieke wettelijke
regelgeving.
1.4 drie eenheid
Vervoer: reizigersaantallen en tonkilometers.
Verkeer: treinen (Technisch): aantallen, lengte, rijsnelheid, aanzetkarakteristieken, afremkarakteristieken
gewicht en aandrijving (diesel of elektra).
Infrastructuur: Rails en bijbehorende randvoorwaarden zoals omgevingskenmerken, veiligheid,
techniek, ruimtebeslag, beheer, onderhoud en kosten.
1. Infrastructuur doorsnijdt het landschap
2. onderbaan (draagfunctie)
3. spoorstaven (geleidingsfunctie)
4. bovenleiding en tractiestations (voedingsfunctie).
5. De verkeersleiding beheerst het voertuig
4
, 6. Seinen beveiligen het spoor
7. Stations maken transfers mogelijk
8. Kabels en leidingen zorgen voor communicatie.
1.5 statistieken 2015
Het Nederlandse spoor is het drukst bereden spoor ter wereld (tabel 1.2)
Passagiers per dag > 1.1 miljoen
treinritten per dag > 3.3 miljoen
reizigers km per dag > 152 miljoen
reizigers km totaal > 16.4 miljard
Reizigers kilometers per km spoor per dag. > 5 miljoen (Europees gemiddelde is 1.8
miljoen)
goederentransport per jaar > 36 miljoen ton (7% van de treinkilometers)
ProRail bestaat uit Het spoor bevat
7021 km spoor 725 spoorviaducten
2589 overwegen 445 spoorbruggen
7071 wissels 56 beweegbare bruggen
12036 seinen 15 tunnels.
404 stations
13
verkeersleidingsposten
3958 personeelsleden
Tabel 1.2
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bbakker2345. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.