- Geriatrie
o Vormen van dementie
o Apathie
o Taken van een verpleegkundige op een revalidatieafdeling
o Geriatric Giants
o Het ‘vierstappenplan’ van Stiggelbout et al (2015)
- Screening
o Het veiligheid management systeem (VMS)
o Meetinstrumenten; KATZ-ALD, MMSE, ISAR-HP
o Compreh...
Gausscruve of klokkromme = de bevolkingsopbouw is in evenwicht
- Preventievenster A Jongereen tussen 16 en 52 jaar met ouders met een lage SES. Metabool
syndroom
- Preventievenster B Volwassenen tussen 25 en 60 jaar. Metabool syndroom, vaak in combinatie
met SES.
- Preventievenster C Ouderen met de leeftijd tussen 60 en 70 jaar. Tijdig identificeren van
zelfstandig functioneren, met verhoogd risico op relevant functie verlies dat leid tot zorg.
- Preventievenster D Ziekenhuisopnames van 70-plussers.
- Preventievenster E Richt zich op het voorkomen van een toename van reeds aanwezig
functieverlies bij ouderen in relatief late ouderdomsfase.
Epimeleia (zorg), je bekommeren om de zorg voor jezelf en voor hoe de ander voor zichzelf zorgt.
Alethes bios (waar), juist en passend leven leiden
Epimeleia is gericht op alethes bios.
Dominomodel, een logische
opeenvolging van met elkaar
samenhangende ziekten en (neven)
effecten van behandeling.
Synergistische model, een lineaire optelsom van niet
aan elkaar gerelateerde ziekten en (neven) effecten
van behandeling. (cascade breakdown)
Integratief gerodynamisch model (IGD-model), is een niet primair georiënteerd op co-/multi morbiditeit,
maar op een ontwikkelingsperspectief vanaf de geboorte. Het gaat over ouder worden , ofwel het
levenslange veranderingsproces van conceptie tot overlijden.
Het vlindermodel geeft een theoretische basis aan een
IGD-model.
1
,Smalle definitief, omvat vooral de lichamelijke kwetsbaarheid, bijv. het bestaan van beperkingen in de ALD
Brede definitie, omvat ook de psychische en sociale kwetsbaarheden.
CGA, screenen en comprehensive geriatric assessment
Multidisciplinair onderzoek dat de multiple problemen van een oudere zo veel mogelijk opspoort,
beschrijft en verklaart en de capaciteiten en zorgbehoeften van de persoon onderzoekt, om zo te
komen tot een gecoördineerd en integraal zorgplan voor het individu.
Stap 1, screening
Het in kaart brengen van de risicopopulatie voor een bepaalde aandoening of uitkomst. Door middel
van screeninginstrumenten.
Stap 2, screenend geriatrisch assessment (GA); een multidomeinbeoordeling
Screenend gedeelte, waarbij met korte vragen de problematiek globaal in kaart wordt gebracht. In
een CGA wordt niet alleen naar de ziekte gekeken maar vooral ook naar de geriatrische
problematiek. Geriatrische problematiek in 4 domeinen;
Somatisch, bijv. de ziekte, incontinentie….
Psychisch, bijv. dementie, delier….
Sociaal, bijv. sociaal netwerk, coping….
Functioneel, bijv. ALD, slapen, horen, zien….
Stap 3, prioriteren en persoonlijke doelen formuleren
Uitkomsten stap 1 & 2 worden besproken. Vervolgens worden dan persoonlijke doelen en
prioriteiten achterhaalt en geformuleerd.
Prioritering van problemen en het stellen van persoonlijke doelen door de oudere zelf is vaak
efficiënter.
Verpleegkundige faciliteert proces van persoonlijke doelen stellen en geeft de juiste informatie over
mogelijkheden voor behandeling van een bepaald probleem. (Hierdoor kan er een goede en
geïnformeerde keuze gemaakt worden door oudere.)
Stap 4, diagnostisch geriatrisch assessment
De belangrijkste problemen worden verder uitgediept. Het doel van deze stap is de etiologie van het
probleem duidelijker in kaart te krijgen en de samenhang tussen de verschillende functiekenmerken
in kaart de brengen. Hierdoor kunnen de juiste interventies geselecteerd worden.
Naast vragenlijsten kunnen er ook fysieke metingen uitgevoerd worden of kan er een hetero
anamnese afgenomen worden (ook vraag naar mantelzorgbelasting).
Stap 5, opstellen van een zorgbehandelplan
Uitkomsten CGA worden besproken met oudere. Wilt de oudere iets veranderen of ergens aan
werken? Wat kan oudere zelf?
In deze stap worden interventies geselecteerd en wordt het zorgbehandelplan gemaakt/uitgevoerd.
2
,International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)
Doel van de ICF is een basis leggen voor een gemeenschappelijke standaardtaal, waardoor onder meer de
communicatie tussen verschillende beroepsbeoefenaren wordt bevorderd.
ICF bestaan uit 2 delen met elk 2 componenten;
Deel1, functioneren en functioneringsproblemen
(lichamelijke) functies en anatomische eigenschappen
Activiteiten en participatie
Deel 2, beïnvloedende factoren
Externe factoren
Persoonlijke factoren
Anatomische eigenschappen betreffen de onderdelen van het menselijk lichaam; lichaamsdelen,
orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen.
Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen
Extrinsieke factoren van buiten het lichaam
Intrinsieke factoren van binnen het lichaam
Externe factoren in ICF-model factoren van buiten het individu. Fysieke en sociale omgeving. Bijv.
leefomgeving, huis en sociale voorzieningen.
Persoonlijke factoren in ICF-model factoren van binnen het individu. Bijv. type leefstijl, opleidingsniveau,
coping stijl en financiële situatie.
Domeinen activiteiten en participatie uit ICF omvatten voornamelijk de gevolgen van ziek-zijn voor de
activiteiten van het dagelijks leven en het deelnemen aan de maatschappij.
3
, Ingevuld ICF-model voor
ondervoeding en dehydratie;
DSA (dynamisch systeemanalyse), methode waarin de functiekenmerken geordend worden in volgende
dimensies;
o Somatische functiekenmerken
Alles wat met het lichaam te maken heeft en achterliggende bepalende somatische
ziektediagnoses.
o Cognitieve functiekenmerken
Alles wat te maken heeft met het bewustzijn.
o Persoonlijke functiekenmerken
Bepalen hoe wij onszelf zien en hoe wij onze omgeving benaderen.
o Belevingsfunctiekenmerken
De stemming van de cliënt. Hoe hij zich voelt en hoe hij in zijn vel zit.
o Sociale omgevingskenmerken
Hier behoren naast vrienden, familie en kennissen ook hobby’s en bezigheden toe.
o Levensloopkenmerken
Gebeurtenissen door het hele leven heen.
Ego-integriteit, is een soort wijsheid die de oudere helpt gedane zake te accepteren
Interosensoren, bevinden zich in allerlei inwendige organen. (geregeld door autonome zenuwstelsel)
Exterosensoren, reageren op prikkels van buiten het lichaam en bevinden zich in de 5 klassieke zintuigen;
zicht, gehoor, reuk, tast en smaak.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Mel46. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.