Hoofdstuk 1: Inleiding en kwalitatieve data-analyse (deel 1)
1.1 Inleiding
1.1.1 Illustratie
- voorbeelden van onderzoeksvragen in kwalitatief onderzoek
o “Leidt TPI (tactische politie-interventie) week in de basisopleiding van aspirant-
inspecteurs van de Limburgse politieschool tot voldoende niveau van
competentie inzake geweldsbeheersing?”
o “Welke factoren spelen een rol in die impact?”
- in ‘Methodologie deel 1’ zou je gaan kijken naar wat je hier al over weet obv literatuur*
o *gevolg?
komt tot een voorlopig conceptueel kader
waarom voorlopig?
o het kan dat je het conceptueel kader nog gaat aanpassen
of bijwerken id data-analyse
o ≈ grounded theory
je vertrekt vanuit theoretische assumpties maar je
gaat proberen om deze theorie zo veel mogelijk te
funderen in data
- voorbeeld: vanuit de literatuur zijn er een aantal factoren die een impact hebben op de
rol vd TPI
o vb. docentkenmerken > expertise
o vb. studentkenmerken > motivatie
o vb. programmakenmerken > trainingsmethoden die gebruikt worden
1.1.2 Inleiding
- in dit vak wordt een vorm* van data-analyse bekeken
o *gaan een voorbeeldtraject bekijken en toepassen
MAAR er zijn dus ook nog andere vormen van data-analyse
gaan het voor dit vak vrij strikt toepassen
aanpak is afhankelijk van het gekozen paradigma
vb. post-positivistische paradigma - constructivistische paradigma -
kritische paradigma
1.1.3 Gemeenschappelijke structuur in kwalitatieve analyse
- ondanks het paradigma dat je kiest, is er wel een bepaalde structuur in wat je doet (=
basis voor kwalitatief onderzoek)
o 5 fasen
1. klaarmaken van materiaal
het gaat vaak over digitaliseren
vb. transcriberen: je moet ervoor zorgen dat je transcripten hebt
want je kan moeilijk op audio-data je analyse maken
2. databeheer en 1ste lezing van transcripts
als je een wat? een meer globale lezing vh materiaal zonder dat je echt de
algemene diepte ingaat (= kennismaking met materiaal)
indruk hebt, ga 3. afbreken
meer de diepte
, wat? data onderverdelen in concrete thema’s
onderdelen waarbij dat niet nodig is worden ad kant geschoven
o ≈ niet relevante data wegfilteren, reduceren
4. opbouwen
wat? de concrete thema’s id vorige fase opnieuw bij elkaar
brengen in een groter geheel
-> data verbinden en aggregeren met als resultaat eerst
concepten en thema’s en daarna soms theorieën
5. rapporteren
MAAR dit gebeurt vaak ook al deels tijdens de analyse
zaken die je gaat rapporteren
o ≈ wat is mijn grote verhaal?
o ≈ wat is mijn kernboodschap?
1.1.4 Enkele alternatieve analytische benaderingen: wat gaan we niet doen in dit vak?
- narratieve analyse
o analyse waarbij de focus ligt op de formele structuur van een boodschap
niet enkel de sequens vd gebeurtenissen maar ook hoe het verteld wordt
(de ‘plot’ vh verhaal)
o sterk gelijkend op conversatieanalyse
- kwalitatieve inhoudsanalyse
o analyse die vaak gebruikt wordt bij coderen en interpreteren vd inhoud van
documenten of teksten
vb. bestuderen van wetteksten
o in elk geval meer dan louter tellen van inhouden
- (kritische) discoursanalyse
o analyse waarbij de focus ligt op hoe de taal betekenis genereert en zo de
werkelijkheid construeert
vb. wat betekent het om iemand een ‘slachtoffer’ te noemen?
- interpretatieve (fenomenologische) analyse
o analyse met centrale onderzoeksvraag: hoe geven mensen betekenissen aan
bepaalde ervaringen / omgevingen
o lijkt op de Grounded Theory
MAAR is toch nog iets heel anders
je zit met de betekenisgeving: "hoe gaan mensen hun eigen waarheid
construeren?", "welke waarheid bestaat er en hoe vult dat je eigen
ervaringen in?
- thematische analyse
o analyse waarbij je op zoek gaat naar thema’s of betekeniseenheden
o lijkt op grounded theory
MAAR je hebt hier niet als doel om een theorie uit te werken of bij te stellen
wel open en axiaal coderen maar nauwelijks selectief coderen
wel thema’s identificeren maar nauwelijks op zoek gaan naar hun
onderlinge samenhang
o templateanalyse: 1 bepaalde benadering van thematische analyse met veel
nadruk op deductief gebruik van een codeschema
1.1.5 Grounded theory: wat gaan we wel doen in dit vak?
- theorie door Glaser en Strauss die id praktijk nog veel gebruikt wordt
MAAR het wordt niet gezien als ‘dé benadering’, het is één interpretatie
, o ≈ een manier van werken interpreteren en vullen dit aan met de
analysemethode van Miles en Huberman*
*gebruiken grafische voorstellingen als hulpmiddel om data-analyse te
doen
- verhouding inductie vs deductie
o bij de Grounded Theory ligt de nadruk op de inductieve* weg
*je wil een theorie die gegrondvest is id data
≈ hetgeen je vindt id praktijk, dat dit goed zichtbaar wordt in de theorie
= ‘analytische inductie’: je vertrekt vanuit specifieke observaties
of data en obv hiervan vorm je een theorie over concepten en
vooral hun onderlinge verbanden
MAAR er is ook aandacht voor de deductieve aspecten
je vertrekt vanuit de theorie waarbij je gebruik maakt van ‘sensitizing
concepts’ uit de literatuur
hoe? gebruik maken van elementen uit bestaande theorie
de onderzoeker moet een theoretische gevoeligheid* hebben
*je moet een basis hebben in theorievorming en literatuur en
linken kunnen zien
o deels persoonlijk talent
o deels aan te leren door een goede theoretische opleiding
- onze benadering
o benadering met meer houvast waarbij we meer nadruk leggen op deductie*
*waarom? reiken een begin van een theoretisch kader aan om ervoor te
zorgen dat je je hieraan kan vasthouden in de analyse
vb. vertrekken vanuit een conceptueel kader waaraan je dingen kan
koppelen
1.2 Fase van het onderzoek
1.2.1 Fasering van de analyse
- het is een cyclisch proces waarbij je kan teruggaan naar de vorige fasen
o 2 plaatsen
bij steekproeftrekkingen
vb. eerst een aantal interviews afnemen, deze meteen analyseren om na
te gaan of men tot de relevante data komt om dan zo meer gerichtere
vragen te stellen in een volgende fase (aanpassing topiclijst)
opnieuw interviews doen en deze analyseren*
o *is er een verbetering tov vorige keer?
bij de analyse zelf
voortdurend vergelijken en heel bewust de tussentijdse
conclusies in vraag stellen
o = het zoeken naar ‘falsificatie’ door nieuwe data te
verzamelen: je hebt een aantal voorlopige ideeën over wat
er uit de data zou komen om dan heel bewust andere
theorieën te vormen die de data tegenspreken
ofwel bevestiging vd theorie
ofwel geen bevestiging
ofwel echte falsificatie
ofwel nuance: het werkt maar in bepaalde
omstandigheden (meestal)
proces van afbreken en opbouwen
- 3 soorten id belangrijkste fasen die vaak gebruikt worden
o fase 1: open coderen
, je kijkt open naar je data en gaat het opdelen in logische, kleinere
onderdelen die relevant zijn voor de onderzoeksvraag
≈ “waar gaat het nu eigenlijk over?”
o een thema beschrijven dat aansluit bij hetgeen de
respondent gezegd heeft
= code toekennen: een woord of een aantal
woorden die beschrijven wat in dat stukje data zit
bij open coderen heb je heel veel verschillende codes
in sommige onderzoeken kan dit gaan tot 100
MAAR dit is te groot om hierrond een samenhangend verschil te
schrijven
o het is de bedoeling om dit te reduceren
hiervoor
dient de
o fase 2: axiaal coderen
volgende
losse codes aan elkaar verbinden waarbij je zal zien dat sommige losse
codes iets met elkaar te maken hebben
verbinden tot een geheel (rond centrale assen of axissen)
hoe? door ze in een soort boomstructuur* te gieten
o *komen dan tot een aantal centrale concepten
vb. grotere thema’s die onderverdeeld zijn in een aantal
kleinere subthema’s
o fase 3: selectief coderen
je gaat concepten met elkaar in verband brengen tot een theorie
waardoor je het grotere verhaal kan schrijven
vb. “welke processen leiden tot welke uitkomst?”, “welke variatie op de
onafhankelijke variabele leidt tot variatie op de afhankelijke variabele?”
! vaak heb je 1 kernconcept die de ‘centrale categorie’ vormt*
*dit is de afhankelijke variabele die je wil verklaren waar een
aantal onafhankelijke variabelen op gaan inwerken
1.2.2 Theoretisch model vs. praktijkmodel
- theoretisch model: “in theorie ziet het er vaak op deze manier eruit”
o onderzoek opzetten: onderzoeksvraag en -design
o open data verzamelen
o open coderen
o verder axiaal coderen
o verder axiaal coderen
o meer gerichte data verzamelen
o open coderen
o verder axiaal coderen
o (verder herhalingen van voorgaande cyclus tot aan ‘theoretische saturatie’)
o selectief coderen
o eventueel zeer gerichte data verzamelen
o rapporteren
- praktijkmodel
o “id praktijk verloopt het onderzoek vaak anders”
o vaak gebruikt praktijkmodel
onderzoek opzetten: onderzoeksvraag en -design
data verzamelen
analyseren
rapporteren
o aangepast praktijkmodel
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannenijs. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.