Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting sociologie van de sociale problemen €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting sociologie van de sociale problemen

 78 vues  0 achat

Samenvatting van de cursus sociologie van de sociale problemen met de bijlagen, door Kris De Keyser gegeven. Ik behaalde met deze samenvatting 14/20

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 24 décembre 2019
  • 40
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
meredithhuyghebaert
Sociologie van de sociale problemen
Cursustekst

1. Inleiding

Marginaliteit is een geladen term. Van Daele beschrijft marginaal als:

 Zich als het ware op de grens bevindend, tegen de bestaansgrens aan
 Ondergeschikt, bijkomstig
 In maatschappelijk opzicht onbelangrijk geacht en daardoor veronachtzaamd en vergeten;
marginale jongeren, randgroeperingen.

 Roept vaak negatieve gevoelens op.

We hebben er vaak verklaringen voor die naargelang onze ingesteldheid of overtuiging, gezocht
worden bij het individu of bij de groep of bij de samenleving als geheel.

2. “Marginaliteit” in de sociologische literatuur

Marginaliteit = de situatie waarin zich mensen bevinden die gelijktijdig tot verschillende groepen
behoren waarvan de normen tegenstrijdig of sterk uiteenlopend zijn.

R.E.PARK: Marginal man = mensen die als vreemdeling tot een groep toetreden.
 Verder uitgewerkt door V. Stonequist. Marginalen als de Amerikaanse mulatten, Aziatische
halfbloeden of Europese joden zijn geworteld in twee onderscheiden groepen zonder tot één ervan
volledig te behoren. Hun zelfbeeld is inconsistent en ambivalent. De marginale mens leeft in twee
werelden waarin hij min of meer vreemdeling is.

Met Simmel en Thorstein Veblen meent Park dat deze dubbele positie zowel voor- als nadelen heeft.
De marginale mens heeft een wijdere horizon, scherpere intelligentie en een meer objectieve en
rationele kijk op de dingen.

Interviews met inwijkelingen in Nederland: “Als er iets gemeenschappelijks in hen te ontdekken valt,
is het wellicht hun tegendraadsheid en de kritische afstand die ze voelen ten aanzien van de eigen,
oorspronkelijke cultuur en de Nederlandse cultuur.”

Marginaliteit  aanvankelijk vanuit rasrelaties en migratie beschreven
Later: in de sociologische bestudering vooral aandacht aan bepaalde categorieën waarvan de
maatschappelijke aanwezigheid als marginaal wordt beschouwd, sociale situaties die als
problematisch worden geïdentificeerd.  problemen worden benaderd vanuit de begrippen sociaal
probleem, afwijkend gedrag en deviantie. Ze omvatten dezelfde problemen maar duiden aan hoe
men aankijkt tegen de problemen.

Men gaat meer denken in de richting van “uitsluiting”. Marginalisering wordt dan beschouwd als een
proces van duurzame uitsluiting van deelname aan het maatschappelijk bestaan.

Kruithof: marginaliteit is een tweeledige werkelijkheid:

 Gedomineerde marginalen = categorieën die vanuit het standpunt van de sociale orde
waarin zij aanwezig zijn als mogelijke of werkelijke bedreiging worden gedefinieerd.
 Dominerende marginalen = de elite, zij die het systeem beheersen.

,3. Een rondleiding in de sociologische perspectieven

De verschijnselen die we onder de noemer marginaliteit plaatsen worden als een probleem ervaren.
 Voor een sociologische benadering van dit verschijnsel gaan we ten rade bij de sociale
probleembenadering.

Bij deze benadering wordt uitgegaan van de relatieve eenheid van sociale problemen, afwijkend
gedrag en deviantie. Redenen:

 In materieel opzicht overlappen de drie fenomenen elkaar in vele gevallen, soms volledig,
soms ten dele.
 Verscheidene auteurs hebben zich met verschillende van deze fenomenen bezig gehouden.
Men mag verwachten dat hun theoretische ontwikkeling van het ene terrein op het andere
doorspeelt.
 De autonome ontwikkelingen hebben elkaar wederzijds beïnvloed.

De sociale probleembenadering heeft een aantal theoretische perspectieven ontwikkeld, waarmee
sociale problemen, afwijkend gedrag en deviantie benaderd worden:

 De sociale pathologie: sociale problemen worden als ziekten van de samenleving
beschouwd, d.w.z. toestanden die het normaal functioneren van de samenleving
verhinderen. Ze zijn hoofdzakelijk geworteld in bepaalde biologische abnormaliteiten van het
individu (armoede).
 De sociale desorganisatie: sociale problemen zijn het gevolg van het feit dat de bestaande
normen hun geldigheid hebben verloren en derhalve falen om het gedrag te reguleren. Een
aparte plaats hier krijgt het verschijnsel van de cultural lag (immigratie, verstedelijking).
 Het waardenconflict: sociale problemen zijn het gevolg van de strijd tussen tegengestelde
waarden en de daar achterliggende belangen (minderheidsgroepen).
 Het socialisatieperspectief: afwijkend gedrag is een vorm van aangeleerd gedrag en is te
wijten aan een defect in de socialisatie. Er wordt hier veel belang gehecht aan subcultuur.
 Het perspectief van de anomietheorie: de samenhang wordt bestudeerd tussen het
voorkomen van afwijkend gedrag in een bepaalde samenleving en de culturele en
normatieve desintegratie van de samenleving, zijnde anomie.
 De etiketteringtheorie: de aandacht gaat vooral naar de wijze waarop de samenleving op
vermeend of feitelijk overtreden van de maatschappelijk gestelde normen reageert. Er is
vaak sprake van self-fulfilling prophecy waardoor de samenleving vaak zelf oorzaak wordt
van nieuwe normovertredingen (psychosociale dimensie).

3 belangrijke evoluties in de historische opeenvolging van deze perspectieven:

1. Van een normatieve naar een positief-wetenschappelijke benadering.
Vroeger: men greep vooral naar de vrije wilstheorie en de verwijzing naar de natuur der
dingen.
Sociale pathologie: verklaart fenomeen wetenschappelijk, aanvankelijk nog altijd met een
maatschappelijk moraliteitsoordeel als wetenschappelijk criterium.
2. Van sociale problemen in ruime zin naar afwijkend gedrag
 vernauwing in het gezichtspunt
3. Toenemend inzicht in het sociaal karakter van sociale problemen en afwijkend gedrag.

,Alle perspectieven (behalve etiketteringtheorie) gaan uit van het bestaan van sociale problemen,
afwijkend gedrag en deviantie als zuiver feit. Over de aard van het feit doen ze geen uitspraak.
Symbolisch interactionisme: wijst erop dat men het sociaal karakter van die fenomenen moet
inzien. De fenomenen zijn het product van een bepaalde samenleving en komen slechts tot stand
door een proces van collectieve definiëring.

Accentverschuiving: in de eerste perspectieven wordt gezocht naar een verklaring voor het
voorkomen van normovertredingen, in de etiketteringtheorie wordt hoofdzakelijk de reactie van de
samenleving op feiten, die als normovertredingen worden gekenmerkt, bestudeerd.
Analoge evolutie bij sociale problemen: interesse verschuift van een studie van de verschillende
kenmerken van bestaande sociale problemen, naar het bestuderen van het verloop ervan (natural
history hypothese).

4. Sociale problemen

Wanneer een situatie waarin mensen leven een nieuw gegeven vertoont, dat hun bestaande
verwachting ineens doorkruist definiëren ze dit als een probleemsituatie. We hebben geleerd
probleemsituaties het hoofd te bieden. Het leervermogen van mensen is gebaseerd op concrete
probleemoplossingen.

 mensen verschillen hierin.
Groepen personen die met hun problemen blijven zitten worden snel probleemgroepen genoemd.
Een probleem dat bij een grote groep mensen tegelijk wordt aangetroffen wordt snel een sociaal
probleem genoemd.  trekt de publieke aandacht en er worden inspanningen gedaan om van het
probleem een publieke zaak te maken.

4.1. De relatie tussen individuele en sociale kwesties

C. Wright Mills: “het vruchtbaarste onderscheid waarvan het sociologische voorstellingsvermogen
gebruik maakt, is misschien wel dat tussen de ‘persoonlijke moeilijkheden’ en de algemene
vraagstukken van de sociale structuur’”

Moeilijkheden doen zich voor in de persoonlijkheid van het individu en binnen het kader van zijn
directe relaties met anderen. Ze hebben te maken met zijn ‘zelf’ en met die beperkte gebieden van
het sociale leven waarvan hij zich persoonlijk en onmiddellijk bewust is…
 persoonlijke aangelegenheid: individu voelt dat waarden die hij in ere houdt, bedreigd worden.

Vraagstukken betreffen zaken die deze beperkte omgeving en het gebied van de innerlijke beleving
overschrijden. Ze hebben te maken met de samenvoeging van vele van deze persoonlijke sferen tot
instituties van een historische samenleving als geheel, met de wijze waarop verschillende sferen
elkaar overlappen en in elkaar doordringen waardoor ze samen de meeromvattende structuur van de
samenleving en haar geschiedenis vormen.
 algemene aangelegenheid: men voelt dat een bepaalde waarde, die door verschillende groepen
mensen in ere wordt gehouden, bedreigd wordt.

Mills analyseert verder een aantal verschijnselen aan de hand van deze tweedeling, bv. het huwelijk
(p. 8 in de cursus).

Wat is het sociale van een probleem?  om hierop een te geven is een poging tot wetenschappelijke
definitie nodig, maar zullen we ook moet en stil staan bij de vraag hoe een probleem erkend wordt
als een sociaal probleem.

, 4.2. De wetenschappelijke definitie

4.2.1. De objectieve benadering

 gegroeid vanuit de bestudering van de maatschappelijke problemen die ontstonden tijdens en na
de industriële revolutie.
Mede vanwege de noodzaak publieke aandacht te besteden aan de vaak onterende sociale
omstandigheden van de arbeidende klassen in de 19 de eeuw en begin 20ste eeuw, is in de sociale
wetenschappen een traditie ontstaan om ‘objectieve’ sociale omstandigheden in kaart te brengen en
met ‘objectieve’ methoden van sociaal onderzoek te verbeteren. In het Interbellum ontstond zo in de
VS de Chicagoschool in de sociologie, waar sterk de nadruk werd gelegd op zo’n probleemgerichte
wetenschapsbeoefening.

H. Hart: Sociaal probleem = probleem dat feitelijk of potentieel een groot aantal personen op
dezelfde manier treft, zodat het beste kan worden opgelost door maatregelen te nemen ten aanzien
van het probleem als geheel, in plaats van elk individu als geïsoleerd geval te behandelen, ofwel een
probleem dat vraagt om gemeenschappelijk en georganiseerd menselijk optreden.

Na WOII: geloof in de toepassingskracht van de sociale wetenschappen werd nog groter en de
traditie van de bestudering van sociale problemen werd krachtig voortgezet.
Merton en Nisbet: ‘het eerste en basisbestanddeel van een sociaal probleem bestaat uit de
discrepantie tussen wijd gedeelde sociale waarden en feitelijke condities in het sociale leven.’
Ondanks het feit dat voor de definitie van een sociaal probleem ‘waarden’ werden ingevoerd, werd
nog niet getwijfeld aan de objectieve vaststelbaarheid van de waarden en de feiten.

De benadering gaat ervan uit dat ‘sociale problemen bestaan zodra een significant aantal personen
negatief, dus ten kwade, wordt beïnvloed door een verschijnsel dat samenhangt met sociale
factoren, zelfs als niemand dit als dusdanig erkent of herkent.’
 op basis hiervan veel onderzoek gedaan naar sociale problemen en sociale wantoestanden.

Schuyt: de kracht van deze benadering zit in het radicaal realistische standpunt. Problemen staan
vaak zo ver af van de meerderheid van de bevolking dat de erkenning ervan als problematische
conditie uitblijft.

Kritiek:

 Onderzoekers in de traditie van Merton gingen teveel uit van een middle class definitie van
sociale waarden. Sociale problemen moeten eerst gedefinieerd worden door de groepen die
er zelf door getroffen worden. Het gevaar van een objectieve, wetenschappelijke definitie is
dat deze definitie niet wordt gezien of ervaren door de probleemgroep zelf, zodat
oplossingen die zijn gebaseerd op die ‘groepsvreemde’ definitie ofwel niet werken, ofwel als
zeer bevoogdend worden ervaren (paternalisme).
 In beginsel is er vrijheid van onderzoek, maar in de praktijk komt het er meestal op neer dat
de socioloog zich conformeert aan de definitie van het sociaal probleem zoals die door het
beleid wordt gegeven.
 Door zich telkens uitsluitend op één sociaal probleem te richten, laat men de mogelijkheid
onbenut om situaties vergelijkbaar te maken.

Huyse: maatschappelijke problemen worden aan de hand van rapporten ontdekt en beschreven.
 werk van kabinetsleden, medewerkers van studiediensten en universitaire onderzoekers.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur meredithhuyghebaert. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99
  • (0)
  Ajouter