Begrippen Publiek Financiën
Module 1 – Deel 1
Definitie publiek economie : Studie van de gedragsreacties naar aanleiding van ingrepen in
de fiscaliteit die vertrekken uit economisch kader van schaarste, behoeften en nut die
werken met modellen. Ze bestuderen de macro- en micro- effecten waarbij de overheid de
centrale actor( belangerijke deelnemer/speler) is waarop normatieve en public choice
stromingen invloed hebben. De doelstelling is de creatie van welvaart.
Micro-effecten: Effecten op individuele agenten.
Macro-effecten: Effecten op een geheel, zoals bijvoorbeeld een land.
Normatieve stroming: Deze stroming bestudeert de gevolgen van
overheidsoptreden/ingrepen op de welvaart en op de verdeling ervan. Wijzigingen vloeien
voort uit inspanningen van individuen en niet vanuit een collectief systeem
Public choice : Gebruik van moderne economische instrumenten om problemen te
bestuderen die zich traditioneel in het domein van de politicologie bevinden. Deze stroming
gaat ervan uit dat de overheid niet zo altruïstisch (niet echt denkt) de maximale welvaart
van de bevolking nastreeft. De politici handelt meer uit eigen belang.
Political business cycles : Het zijn cyclussen die politiek geïnspireerd zijn. Bv. voor de
verkiezingen stijgen de uitgaven en dalen de belastingen en na de verkiezingen dalen de
uitgaven en stijgen de belastingen. Om de 6 jaar is er dus een golfstructuur waar te nemen.
Pork Barrel Politics : Er is een bevoordeliging van dotaties op basis van thuisgemeente van
de ministers of hun partijleden door discretie (beslissingsbevoegdheid) vd minister
Bruto binnenlands product : Waarde van alle goederen en diensten die in Belgie
geprodceerd werden in 1 jaar
Pareto-frontier = nutsmogelijkhedencurve: Deze curve geeft alle mogelijke combinaties of
verdelingen van het nut van 2 consumenten weer die dezelfde totale welvaart opleveren.
Alle punten op deze curve vertegenwoordigen een toestand waarin geen verbetering van de
welvaart van een van beide meer mogelijk is zonder het nut van de andere te verminderen.
Het is de maximaal mogelijke welvaart.
Sociale welvaartsfuncties: Functies waarbij alle punten op de curve combinaties van
welvaart vertegenwoordigen die hetzelfde nut inhouden. Het is de maximale gewenste
, welvaart. De vorm van de sociale welvaartsfuncties is sterk afhankelijk van de mate waarin
de individuen of de maatschappij gekant is tegen ongelijkheid (=ongelijkheidsaversie).
Soort indefirntiecurve
Eerste welvaartstheorema : Universele perfecte concurrentie leidt onder welbepaalde
voorwaarden tot Pareto-efficiëntie. Maximale welvaart komt vanzelf tot stand zolang de
marktcondities voldoen aan een toestand van perfecte concurrentie. Hoe max welvaart tot
stand kunnen brengen? => theorie zegt gebeurd vanzelf, overheid komt hier niet tussen.
Tweede welvaartstheorema: Door vooraf de persoonlijke rijkdom gepast te herverdelen,
kan elke Pareto-efficiënte uitkomst via universele, perfecte competitie bereikt worden. De
markt creëert de welvaart maar de overheid zorgt voor de welvaartsverdeling. En streeft max
welvaart na
Deadweight loss of welvaartsverlies: Door belastingen vermindert de directe koopkracht van
consumenten en wordt er omzetverlies gemaakt bij de producenten.
Oswald effect : Landen met een hoog percentage eigenaars, kennen ook een hoger
percentage werkloosheid. Mensen die een eigendom hebben, gaan niet zo snel verhuizen
voor een job omdat de registratierechten zo hoog zijn (= lock in effect). Dit is dus een
negatief effect van een belasting. Vb je wilt verhuizen omdat je huis hebt gevonden maar
omdat je registratiebelasting moet betalen ga je het niet meer doen
Lorenz-curve: Deze curve geeft het verband weer tussen het cumulatief aandeel in de
bevolking en het cumulatief aandeel in de inkomens van diezelfde bevolking. Dit is enkel
nuttig als de curven van de verschillende landen elkaar niet snijden. Hoe verder van de 45°-
lijn, hoe ongelijker de inkomens zijn verdeeld.
Gini- Coefficient : Numerieke maatstaf voor de ongelijkheid van de inkomensverdeling. De
waarde ligt tussen 0 en 1. Hoe hoger de gini-coëfficiënt, hoe hoger de ongelijkheid.
Herverdeling : Opnieuw verdelen van de inkomens door de inkomensongelijkheid. De
inkomensherverdeling is de reductie van de ongelijkheid van de inkomensverdeling.
Regressiviteit : Regressieve belastingen kennen marginale tarieven die dalen met een
stijgende grondslag.
Marktfalen: wanneer de markt niet werkt zoals verwacht. Volgende vormen:
o Informatie asymmetrie: spelers niet perfect geïnformeerd.
o Ontbrekende markt
o Monopolistische markten
o Altruïsme
o Externe effecten
o Merit en demerit goods
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yassmineel1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.