Basiskennis Nederlandse taal begrippen samenvatting GECLUSTERD
3 vues 0 fois vendu
Cours
Kennisbasis Nederlandse Taal (NUR842)
Établissement
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Book
Basiskennis taalonderwijs
In dit document staan de begrippen niet op alfabetische volgorde, maar is er zorgvuldig gekeken naar de connectie met andere begrippen.
Per hoofdstuk worden begrippen genoemd, welken ook zeker getoetst zullen worden. Daarom kan je hier makkelijk en snel ontdekken welke begrippen bij elkaar horen....
Volledige samenvatting voor de landelijke kennistoets taal pabo ( uit basiskennis taalonderwijs)
Tout pour ce livre (121)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
Kennisbasis Nederlandse Taal (NUR842)
Tous les documents sur ce sujet (5)
Vendeur
S'abonner
jelmerdejong
Aperçu du contenu
H2. Taalonderwijs en taal
Kernwoorden Betekenissen
Ontluikende geletterdheid De ontwikkeling van de geletterdheid in de voorschoolse periode
van 0 tot 4 jaar.
Beginnende geletterdheid De ontwikkeling van de geletterdheid in de groepen 1 tot en met
3
Gevorderde geletterdheid De ontwikkeling van geletterdheid na groep 3
Aanvankelijk lezen Kinderen leren letter aan en lezen eenvoudige woorden hardop.
Speelt zich meestal af in groep 3.
Voortgezet technisch lezen Vergroten van de vaardigheid in het decoderen van teksten. Het
gaat om vlot en nauwkeurig lezen van een tekst. Niet het
begrijpen.
Begrijpend lezen Begrijpen van de tekst en achterhalen van de bedoeling
Taalbeschouwing (domein) Kinderen leren reflecteren op de taalvorm, de manier waarop
iets is verwoord en het gebruik van taal. Kinderen moeten leren
om bijzonderheden en regelmaat in de vorm van de taal te
ontdekken.
Woordenschat (domein) Aanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen
etc. Ok worden strategieën aangeleerd om achter de betekenis
van woorden te komen.
Stellen (domein) Schrijven van verschillende soorten teksten.
Spelling (domein) Correct kunnen schrijven van woorden en toepassen van de
belangrijkste spellingregels.
Communicatieve functie Taal als communicatiemiddel
Zelfhandhaving De spreker beschermt en verdedigt zichzelf
Zelfsturing De spreker ordent zijn handelen of kondigt plannen aan met
woorden.
Sturing van anderen Taal wordt gebruikt om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
Structurering van het gesprek Taal wordt gebruikt om het gesprekverloop te beïnvloeden
Conceptualiserende functie Gebruik van taal als hulpmiddel om gedachten te ordenen en
greep te krijgen op de werkelijkheid
Rapporteren De spreker doet verslag van iets dat in de werkelijkheid voorkomt
Redeneren Een verhaal chronologisch ordenen, conclusies trekken, oorzaak
en gevolg benoemen
Projecteren De spreker probeert zich te verplaatsen in de gedachten en
gevoelens van iemand anders.
Expressieve functie Taal gebruiken om te experimenteren, om gevoelens te uiten of
iets te zeggen dat anderen niet eerder zo gezegd hebben.
Communicatieve competentie De vaardigheid om adequaat communiceren met anderen.
Grammaticale competentie De kennis van de taal en de taalregels die nodig zijn om te
communiceren.
Tekstuele competentie Het vermogen om de kennis van gesproken en geschreven
teksten te gebruiken in verschillende communicatieve situaties.
Strategische competentie Het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te hanteren
om zo bepaalde doelen te bereiken.
Functionele competentie De vaardigheid om zich in een geletterde samenleving te kunnen
redden.
, Fonologisch niveau Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de uitspraak van
woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken, de
intonatie en het woordaccent.
Morfologisch niveau Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de opbouw van
woorden in morfemen.
Syntactisch niveau Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de volgorde van
woorden
Semantisch niveau Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de betekenis van
woorden en betekenisrelaties tussen woorden.
Pragmatisch niveau Het niveau van een taal dat betrekking heeft op het concrete
taalgebruik
Orthografisch niveau Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de spelling van
woorden en de interpunctie.
Recursief systeem Zinnen kunnen onbeperkt uitgebreid worden: “Ik vermoed dat hij
liegt” en “Hij liegt”.
H3. Mondelinge taalvaardigheid
Kernwoorden Betekenissen
Creatieve constructietheorie Kinderen beschikken over een aangeboren taalvermogen
waarmee ze op creatieve manier zinnen kunnen bouwen.
Interactionele benadering Taalaanbod van de omgeving en interactie tussen kind en andere
moedertalsprekers is belangrijk om de taal te leren
Prelinguale fase Fase voordat het kind zijn eerste woordjes spreekt (van 0 tot 1)
Huilen De baby geeft signalen naar de buitenwereld d.m.v. huilen
Vocaliseren De baby produceert klinkers of vocalen. Ontdekt de klank van de
taal en oefent zijn spraakmechanisme
Vocaal spel De baby experimenteert met klanken, zowel klinkers als
medeklinkers
Brabbelen De baby produceert klankgroepen zoals dadada, bababa,
mamama. De klanken worden aangepast aan de moedertaal
Linguale fase Taalontwikkeling na eerste levensjaar waarin een kind woorden
en zinnen als communicatiemiddel gebruikt.
Vroeglinguale fase Bestaat uit de éénwoordzin, de tweewoordzin en de
meerwoordszin (1 tot 2½ jaar)
Differentiatiefase Taalontwikkeling wordt op alle niveaus van de taal veel
gedifferentieerd. Woordenschat breidt flink uit (2½ tot 5 jaar)
Voltooiingsfase Alle eerdere processen worden verder uitgebouwd. Aan het eind
beheerst het kind de taal op dezelfde manier als een volwassene.
Alleen een groot verschil in woordenschat (5 tot 9 jaar).
Simultane tweetaligheid Kinderen hebben voor hun 3e levensjaar gelijktijdig 2 of meer
talen aangeleerd.
Successieve tweetaligheid Een tweede taal wordt aangeleerd na het 3e levensjaar. Je eert
de tweede taal altijd met je kennis van de eerste taal.
Interferentiefout Fouten die voortkomen uit de verschillen tussen de eerste en de
tweede taal.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jelmerdejong. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.