Dit is een samenvatting van het vak bedrijfsfinanciering aan de VUB, geschreven in . De samenvatting is gebaseerd op het handboek en de hoorcolleges.
De hoofdstukken staan in de volgorde waarin ze behandeld zijn in de les.
, Hoofdstuk 1: The role and objective of financial management
Financiële managers hebben de verantwoordelijkheid om de financiële middelen te verwerven die
een onderneming nodig heeft. Het succes of de mislukking van een onderneming hangt in grote mate
af van de kwaliteit van financiële beslissingen.
Vragen waar een financiële manager mee te maken krijgt:
Investeringsbeslissing: Zal een zekere investering succesvol zijn?
Een manager gaat na of een investering op lange termijn succesvol of rendabel is. Je kan investeren
in vaste activa (lange termijn) of in voorraad (korte termijn). Ook vragen als hoe lang verschaf je
krediet aan klanten komen aan bod (= werkkapitaal).
Financieringsbeslissing: Waar zullen de middelen vandaan komen om een investering te financieren?
Er zijn 2 financiële bronnen:
− Eigen vermogen – aandeelhouders
− Vreemd vermogen – schuldeisers: schulden aangegaan bij leveranciers, leningen bij de bank
Dividendpolitiek: Hoe moeten cash flows worden verdeeld?
Activiteiten genereren opbrengsten die na vermindering van de kosten oftewel geïnd worden
oftewel als dividend uitgegeven worden.
Winst ≠ cash: winst is gebaseerd op de toerekeningsaanpak. dit impliceert de je evenwel op krediet
verkocht hebt, dus dat je een vordering hebt op iemand. Het is dus mogelijk dat je al je leveranciers
betaald hebt maar dat je nog niets geïnd hebt van de klant. Je hebt een negatieve winststroom. Het
is niet omdat je winst hebt, dat je dit in werkelijk in cash in handen hebt.
1. Ontstaan van een cashflow in een onderneming
Raising funds:
Een onderneming kan op meerdere manieren cash verwerven:
− Extern:
o Eigen vermogen, ingebracht door de eigenaars = equity
o Schulden, bv door een lening aan te gaan bij de bank = debt
− Intern
o Middelen die in de onderneming worden gehouden, dit is de winst die op het einde van
het jaar niet wordt uitgekeerd naar de aandeelhouders.
o Sale of assets = bv verkoop van een gebouw
1
Bedrijfsfinanciering: Hoofdstuk 1
,Activa verwerven (acquire assets):
De verworven middelen worden gebruikt om activa te verwerven.
− Activa op lange termijn heeft een grote impact op het bedrijf.
− Werkkapitaal: geld, openstaande facturen, voorraden enz. Dit zorgt voor weinig expliciete winst.
Werkkapitaal = voorraad + handelsvorderingen – KT betalingen aan leveranciers
Produceren en verkopen:
− Grondstoffen worden omgezet naar eindproducten. Deze worden verkocht.
− Innen van facturen.
Dit resulteert in middelen om te herinvesteren en middelen om uit te keren als dividend.
2. Rijkdom van de aandeelhouders maximaliseren
Hoofddoel van de onderneming: shareholder wealth maximization (NIET winstmaximalisatie).
Dit doen we door de huidige waarde van de verwachte toekomstige cashflows te maximaliseren.
Afhankelijk van:
− Hoeveelheid verwachte cashflows
− De timing van de cashflows
− Het risico: hoe zeker ben je van de cashflow?
→ Shareholders wealth wordt gemeten door de marktwaarde van een aandeel.
→ Shareholder wealth = aantal aandelen x marktwaarde per aandeel
→ Goede beslissingen verhogen de marktprijs van een aandeel.
Winst maximaliseren is GEEN doelstelling
− Statisch: het heeft geen tijdsdimensie. Het geeft geen inzicht in lange termijn en korte termijn
winsten.
− Het is een boekhoudkundig gegeven en kan makkelijk beïnvloed worden door bv afschrijvingen,
voorraadwaardering enz
− Het verschaft geen manier om risico’s te beoordelen.
Voordelen van shareholder wealth maximization als doelstelling:
− Het beschouwt expliciet de timing en het risico van de opbrengsten die men verwacht te krijgen
door aandelen te hebben. De tijdswaarde van geld heeft veel belang (liever iets nu dan later).
− Het is mogelijk om te bepalen of een beslissing consistent is met de doelstelling. Als een
beslissing de marktprijs van het aandeel doet stijgen is het een goede beslissing. Als de beslissing
dit niet doet, is het een slechte beslissing.
− Dit doel is onpersoonlijk.
3. Agency relationship
Agency relationships komen voor wanneer 1 of meer individuen (de principalen) een ander individu
(de agent) inhuren om iets voor hen te doen. De principaal delegeert de beslissingsautoriteit aan de
agent.
De eigenaars van een onderneming zijn de aandeelhouders (= principalen). Zij zijn vaak met heel veel
en kunnen niet instaan voor de dagdagelijkse beslissingen. Dit wordt gedelegeerd naar de board of
directors. De board of directors worden verkozen door de aandeelhouders in de jaarlijkse
aandeelhoudersvergadering.
2
Bedrijfsfinanciering: Hoofdstuk 1
, De board of directors komen regelmatig samen en staan in voor de strategische beslissingen. Zij
houden toezicht op het management.
Het management staat in voor het dagelijks bestuur. Zij moeten beslissingen nemen die het centrale
doel nastreven (de waarde van de onderneming maximaliseren). Het management moet zijn
beslissingen verantwoorden tegenover de board of directors.
Agency problems (divergent objectives, belangenconflict)
Wanneer de aandeelhouders en het management niet dezelfde doelstellingen nastreven, treedt er
een agency problem op.
→ Management wil zijn eigen rijkdom maximaliseren ipv dat van de aandeelhouders.
− Onnodig geld uitgeven aan extralegale voordelen (bedrijfswagens, privévluchten…)
− Job security: focussen op lange termijn overleving ipv waardemaximalisatie
− Empire building: Een CEO is graag baas van een zo groot mogelijke onderneming. Dit kan bv door
bedrijven over te nemen, uit te breiden. Het management doet dan niet aan
waardemaximalisatie, maar aan opbrengstmaximalisatie.
Agency costs
Methodes om agency problems tegen te gaan:
Management incentives: stock options
Managers krijgen een compensatie in de vorm van aandelen. Stock options zijn effecten die u het
recht geven om het aandeel te kopen aan een vooraf bepaalde prijs, gelijk wat de koers is. Die prijs
zal hoger zijn dan de huidige prijs. Dit is dus enkel waardevol als er beslissingen genomen worden om
de koers te verhogen.
Monitor performance: audits
Een externe auditfirma moet het management controleren.
Complexe organisatiestructuur met meerdere managers
De macht wordt gedecentraliseerd. Zo kan machtsmisbruik worden tegengegaan.
Protective covenants: capital rationing
Het management krijgt een bepaald plafond voor uitgaven. Bv ze mogen enkel beslissingen nemen
tot 500 000 euro. Voor hogere bedragen is er goedkeuring nodig.
→ Aan deze oplossingen zijn kosten gepaard. Aandelen en audits kosten geld, door een
complexe organisatiestructuur is de organisatie minder flexibel op de markt.
3
Bedrijfsfinanciering: Hoofdstuk 1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kirstends. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.