Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Management accounting en controle (MAC) ua €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Management accounting en controle (MAC) ua

12 revues
 803 vues  72 achats

In dit document zijn alle slides uit de hoorcolleges (2019) in een overzichtelijke structuur gezet en aangevuld met notities vanuit de les. Het bevat ook de stukken zelfstudie.

Dernier document publié: 4 année de cela

Aperçu 6 sur 89  pages

  • 21 décembre 2019
  • 13 janvier 2020
  • 89
  • 2019/2020
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

12  revues

review-writer-avatar

Par: andreashos • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: randyvanvlerken • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: merelpeeraer • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: RemcoCockx • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: LEEEUW • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: joriswustenberghs • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: yarrikrombauts • 3 année de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
stier
MANAGEMENT ACCOUNTING &
CONTROLE
HOOFDSTUK 1 : INLEIDING

FINANCIAL EN MANAGEMENT ACCOUNTING

Financial accounting

- Informatieverstrekking aan externen m.b.t. de financiële toestand van een bedrijf om de juiste
beslissing te nemen
o Wie? Aandeelhouders, verstrekkers van leningen, werknemers
- Informatie zit vervat in de jaarrekening
o elk jaar in staat om een overzicht te geven van de activa / passiva en Opbrengsten / Kosten


Management accounting / management controle

- Inzicht verwerven in het kostengedrag en de kostprijs van goederen, diensten, klanten of markten
o Doel : berekenen kostprijs
- Informatieverstrekking aan het management om hen toe te laten de juiste beslissingen te nemen
zodanig dat zij het bedrijf succesvol kunnen leiden
o Intern, niet extern
- Strategische planning en beslissingen op lange en korte termijn
- Evaluatie van de prestaties van de onderneming en haar afdelingen
o Informatie over de samenstelling van uw kosten
o Meten en evalueren prestaties O,K, winst / verlies

HOOFDSTUK 2 : BEGRIPPEN

2.1 KOSTEN EN KOSTPRIJS




Case : We produceren twee producten en verkopen ze. We willen de kostprijs berekenen van deze twee
producten. Een voorwaarde om de kostprijs te kunnen berekenen is dat je meetbare gegevens verzamelt.


1

,2 knelpunten waarmee we rekening moeten houden in het bereken van de kostprijs :

1. We verkopen niet alle geproduceerde producten waardoor er een voorraad ontstaat. Hier moeten we
echter een waarde op kleven zodat ik de balans nog steeds kan opstellen. Welke waarde kies ik ? De
kostprijs.
2. Capaciteit = het maximale dat je kan produceren met je arbeid , machines, infrastructuur …. (max dat
je kan produceren ). Hier hebben ze een stuk van de capaciteit niet benut. We zeggen dan ook wel dat
de Bezettingsgraad / Benuttingsgraad is niet 100%.




Bovenstaande tabel toont ons de nodige middelen om de producten te kunnen maken. Wij krijgen alle
gegevens in praktijk moet je dit zelf meten. Dit is niet gemakkelijk. Bv. hoe lang duurt het om een badjas te
maken? Dit is niet altijd even lang. Wat is het loontarief? Dit is afhankelijk van de werknemer die het maakt
(leeftijd, ervaring, … )

Directe arbeid = arbeid die je direct verbruikt bij het maken van een product.
Indirecte arbeid = arbeid die niet verbruikt wordt bij het produceren bv. toezichthouder die kijkt of alles goed
verloopt

Ook uit bovenstaande tabel kunnen we een knelpunt afleiden : wat ga je doen met verloren materiaal/arbeid
(bv. door stof verkeerd te snijden ) neem je deze mee in je kostprijs ?

Geen enkele definitie van kosten is hetzelfde maar we vinden bijna altijd drie belangrijke kenmerken terug

1. Kostobject (waarvan willen we de kostprijs berekenen? )

• Voorbeeld : Bereken kost van één passagier per vliegtuig : passagier is kostobject

2. Middelen (nodige middelen moeten meetbaar zijn)

• Voorbeeld : stof, directe arbeid, …

3. Middelen doelmatig werden / worden ingezet (Kostprijs berekenen nadat product werd
geproduceerd (= werden : middelen werden gebruikt) OF kostprijs schatten voor productie (worden ))
• Voorbeeld : bouwsector
Ik wil een woning laten bouwen. Je stelt een plan op en de aannemer zal een schatting van
kosten maken. Op basis van de inschatting van kosten zal de aannemer een prijs opstellen. Bij
verschillende aannemers krijg je dan verschillende tarieven.
• Als je prijs op voorhand zet moet je achteraf de werkelijkheid vergelijken met je raming.
Hieruit kan je conclusies trekken.



2

,Diverse productiesystemen onderscheiden :

1. Stukproductie : elk product is verschillend (obv van de wensen van de klant)
2. Serieproductie : hetzelfde product in beperkte hoeveelheden geproduceerd
3. Massaproductie : hetzelfde product doorloopt eenzelfde productieproces in grote hoeveelheden




2.2 KOSTENINDELING

Classificatie van kosten = kosten indelen op basis van bepaalde criteria

CRITERIA 1 = Kosten bestemming




- directe kosten of indirecte kosten (overhead) : welke kosten kan ik direct toewijzen aan mijn product
en welke kan ik niet direct toewijzen?
o Directe kosten = Kosten die rechtstreeks betrekking hebben op de kostobjecten
o Indirecte kosten = kosten die niet rechtstreeks kunnen toegewezen worden aan het
kostenobject
o Altijd denken in functie van kostobject (cost object)
o Bv. een arbeider verbruikt zoveel minuten aan de productie van een badjas
- problematiek : grote van de indirecte kost ? in welke mate voeg ik indirecte kost toe aan mijn kostprijs
berekening?
o Met een verdeelsleutel of een allocatiesleutel
o Problematiek : Bij verschillende verdeelsleutels heb je verschillende verdelingen. Hoe weten
we dan welke verdeelsleutel de gepaste is?
- Hoe meer directe kosten je kan onderscheiden, hoe nauwkeuriger de kostprijs. De laatste jaren zien
we echter dat het aandeel van de indirecte kosten toeneemt en dat van de directe kosten afneemt. Dit
komt o.a. door het inschakelen van machines en robotten. .
o Voorbeeld : In moderne apotheken wordt een medicament automatisch uit het magazijn
genomen via een robot. Je verliest geen arbeidstijd maar creëert een belangrijke indirecte
kost, nl. een robot die voor verschillende
apotheken werkt.




3

,Problematiek van de verdeelsleutel :

- Voorbeeld : Afschrijvingskost gebouw
o De afschrijvingskost is 1 bedrag voor zowel badjassen als handdoeken
o Hoeveel van deze indirecte kost wijs ik toe aan badjassen en hoeveel aan badhanddoeken ?
o We kiezen als verdeelsleutel Productievolume
▪ 100 000 voor badjassen (1/3)
▪ 200 000 voor handdoeken (2/3)
▪ 1/3 en 2/3 zijn de verhoudingen voor de indirecte kost (overhead)
o Maar je kan ook een andere verdeling nemen bv. DAU (directe arbeidsuren ) dan krijg je de
verdeling 60% en 40% en bijgevolg ook een andere kostprijs

CRITERIA 2 = kostengedrag




- Hoe gedraagt de kost zich ?
- variabele kosten = kosten die variëren in totaliteit met de activiteiten
o Bv. Commissieloon, arbeid, garen,…
- vaste kosten = kosten die in totaliteit niet veranderen binnen bepaalde activiteitsgrenzen
o = structuurkosten = capaciteitskosten
- Evolutie vaste en variabele kosten :




Vaste kosten per eenheid : Hoe meer productie hoe beter je kost kan verspreiden over aantal eenheden.




In totaliteit stijgen de variabele kosten naarmate de productie en we veronderstellen dat de variabele kosten
hetzelfde blijven per eenheid product.




4

,semi-variabele kost = Kost die deels bestaat uit een stuk vast en een stuk variabel
Bv. Kosten van machine : De afschrijvingskost is vast maar het elektriciteitsverbruik is variabel
semi-vaste kosten = Kost blijft vast binnen bepaalde productiegrenzen
Bv. Voorbeeld : Per aantal hapjes heb ik één oven nodig, wil ik meer hapjes heb ik een extra oven nodig




Probleem : We hebben hier te maken met zowel indirecte kosten (overhead) als vaste kosten (geen
speelruimte in de kost). We moeten een keuze maken over hoe we de kosten gaan meenemen. Dit kunnen we
doen op basis van een verdeelsleutel.




Productiekosten = materiaalkosten die je verbruikt naar aanleiding van productie
bv. gebouwen, materiaal, grondstoffen
Niet-productiekosten = periodekosten = kosten die niets te maken hebben met de productie
bv. verkoopkosten, administratief apparaat, verzendingskosten, ….




5

, 2.4 INTEGRALE PRODUCTIEKOSTPRIJS




De eerste kostprijs berekeningstechniek is de integrale productiekostprijs .Integraal dus ik houd rekening met
alle productiekosten (direct en indirect) en maak abstractie van alle niet-productiekosten

Directe productiekosten : arbeid, grondstoffen, ….
Indirecte productiekosten : afschrijvingskosten, energie ,…
Voor de overhead kiezen we weer een verdeelsleutel, hier kiezen we voor productievolume.




Wat is een goede verdeelsleutel? Niet gemakkelijk te kiezen . Er moet een goed verband zijn tussen
verdeelsleutel en de indirecte productiekosten

 Bv. verband tussen afschrijvingskost en productievolume ? Nee maar we vinden
geen betere verdeelsleutel
 Je kan ook een andere verdeelsleutel nemen bv. arbeid, omzet,…
 Deze verdeelsleutels worden vaak gebruikt omdat deze informatie gemakkelijk te
verzamelen is




6

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur stier. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  72x  vendu
  • (12)
  Ajouter