Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
DEEL 1
INLEIDING
WAT IS KWALITATIEF ONDERZOEK
ARTIKEL VAN GIVON & COURT
Korte inhoud: Het gaat in dit artikel over ‘coping strategies’, het zich weten redden tegen
iets. Het gaat over studenten secundair onderwijs die op een bepaalde manier het hoofd
bieden aan leerstoornissen.
Achtergrond: er is een misvatting dat leerproblemen er met de jaren uitgroeien. De auteurs
willen hieraan tegemoetkomen. De auteurs hechten belang aan de tegemoetkoming tov
deze studenten. Deze studenten moeten speciale aandacht krijgen en er moet
tegemoetgekomen worden aan hun noden.
“In order to derive the maximum benefit from these accommodation…”
Je moet luisteren naar de stem van de studenten. Het gaat hier over hun stoornissen,
moeilijkheden en noden.
Onderzoeksvraag: wat zijn de cognitieve bronnen van de studenten om een diploma te
behalen?
Het artikel gaat over een twintigtal studenten van 16-18jaar. Jonge mensen werden
benaderd als ‘de experts’ van hun eigen ervaring. De onderzoeker gaat zich op een bepaalde
manier positioneren tov de jonge mensen waarover ze onderzoek doen. de onderzoekers
hebben dus wel interesse in de individuele ervaringen, maar ze maken ook een duidelijke
afzondering van zichzelf als onderzoeker en de objecten die ze onderzoeken.
METHODOLOGIE EN VERZAMELEN VAN DATA
Met elk van de 20 studenten hebben de onderzoekers diepte-interviews gedaan die semi-
gestructureerd zijn. De onderzoekers zijn geïnteresseerd in de belevingen van de studenten,
hun manier van omgaan en hun ontwikkelingen gedurende die drie jaar. Er zijn drie
interviews voor elk van de studenten over een periode van drie jaar.
1
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
DATA MANAGEMENT EN DATA-ANALYSE
‘GROUNDEND THEORY’ METHODOLOGY
Kenmerken
het model komt voort uit de data
er wordt gewerkt met een constante vergelijking. Dit doen ze in een proces van
coderen
het proces van coderen maakt het conceptueel model mogelijk
RESULTATEN
De analyse onthulde iets en heeft ons iets getoond dat voordien niet zichtbaar was. Dit wil
zeggen dat er ook iets gebeurt in de manier waarop de onderzoeker zich gaat positioneren.
De manieren van omgaan worden beïnvloed door een aantal contextfactoren en interne
factoren. Het feit dat men spreekt over factoren doet ons denken aan empirisch en
analytisch onderzoek, veel meer dan met een hermeneutische aanpak. Je bent
geïnteresseerd in de oorzaken van iets en wat de gevolgen daarvan zijn.
De data worden gepostitioneerd op basis van twee assen. Qua positionering is het heel
belangrijk dat je een scheiding ziet tussen het subjectieve en het objectieve of tussen jou als
onderzoeker en de werkelijkheid buiten jou (‘finding’).
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Het gaat vooral over de opvattingen en de stem van de studenten zelf. het zijn niet de
onderzoekers zelf die iets onthullen, maar we spreken hier in een passieve vorm wat een
hele andere verhouding tot de data impliceert.
ARTIKEL VAN CHOW, MISTRY & MELCHOR
Korte inhoud: het gaat over kinderen van de lagere school die geen dak boven hun hoofd
hebben. het gaat daarbij vooral over ervaringen van leerkrachten die les gaven aan kinderen
die dakloos waren.
Hoe? Kwalitatieve semi-gestructureerd interviews
28 leerkrachten van drie verschillende basisscholen hebben een interview afgelegd. De
onderzoekers beschrijven wat ze gevonden hebben in de interviews als “zelfbeschreven
ervaringen”. Er gebeurt hier dus opnieuw iets van positionering. De onderzoekers zeggen
hiermee dat ze de resultaten enkel presenteren en dus niet beschrijven, want dat deden de
leerkrachten zelf.
2
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
PROCEDURE
De studie wordt gezien als een fenemologische studie = het beschrijft de essentie van een
fenomeen. We zijn geïnteresseerd in de ervaring van een bepaald fenomeen: wat is er nu
gedeeld aan de ervaringen van de verschillende leerkrachten? Ze willen dus niet tot de
beschrijving komen van één leerkracht, maar van meerdere leerkrachten waaruit ze de
essentie of de aard kunnen uithalen. We gaan dus van iets particulier naar iets algemeen!
DATAVERZAMELING
Aan alle participanten worden dezelfde vragen in dezelfde strikte volgorde gesteld, wat
opnieuw eerder doet denken aan een empirisch-analytisch paradigma dan aan een
hermeneutisch paradigma. Dit wordt in een semi-gestructureerd onderzoek meestal niet
gedaan.
ANALYSES
De onderzoekers lezen de transcripts van de interviews een aantal keer waardoor er
opnieuw nieuwe thema’s aanbod komen. Het proces van codering wordt hier uit de doeken
gedaan.
POSITIONALISERING
Een auteur en een bachelorstudent deden het onderzoek. Voor het effectieve onderzoek
bespraken de onderzoekers wat ze zouden kunnen vinden in de data. De onderzoeker is
geen tabula rasa, hij heeft al heel wat ervaringen meegemaakt die hij mee neemt naar het
onderzoek. Met deze ervaringen kan je op verschillende manieren op gaan
negeren
minimaliseren (bracketing)
erkennen
Hier lezen we dat de onderzoekers verwachtingen hebben over de data die ze zullen vinden.
Om het even wat je vanuit je achtergrond haalt, moet je erkennen aan de hand van de data.
Aan de ene kant gaan ze hun bias te erkennen, maar aan de andere kant dus ook
objectiveren of minimaliseren.
DISCUSSIE (P. 656)
‘Findings’ komt hier overeen met vorige onderzoeken. Er is iets te vinden.
Het veranderen van school naar school werd als een uitdaging ervaren, maar dit is een
thema dat oprees vanuit de data zelf.
3
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
ARTIKEL PETERSEN
Korte inhoud: het gaat hier over interseksualiteit als vormen van uitsluiting. Het gaat hier
dus ook opnieuw over de beleefde ervaringen om zo individuele betekenisgeving te
exploreren. Ze gaat opzoek naar een manier om haar data op een alternatieve manier te
presenteren: poëzie en verhaalvertelling. Het gaat hier expliciet over de methodologie: hoe
kunnen ze vragen stellen over interseksualiteit? Ook hier gaan ze weer de individuele
betekenisgeving exploreren.
EEN KWALITATIEVE STUDIE
Petersen gaat haar gegevens niet weergeven in tabellen of categorieën andere artikels,
maar ze gaat haar gegevens weergeven in poëzie. Vanaf dat ze begon met dit onderzoek
ging ze uit van het bestaan van verschillende realiteiten. Ze maakt haar kennis over de
wereld duidelijk. Ze gaat daarbij dus uit van een bestaan aan een veelheid van realiteiten.
Het is dus niet dat er maar één waarheid bestaat. Ze positioneert zich in een hermeneutische
positie.
De onderzoeker moet deelnemen aan het proces van begrijpen. Dit is dus totaal anders dan
een onderzoeker die zich positioneert zoals in de vorige artikels: met zichzelf als een object
en de werkelijkheid daar als een ander object. De verhouding tot de deelnemers is hier dus
heel anders.
Wat zij heeft ervaren in de interviews, deze ervaring wil ze opnieuw creëren bij haar lezers.
Ze probeert haar lezers echt uit te dagen.
METHODE
Ze heeft haar verhouding tot haar deelnemers voortdurend moeten negotiëren
(onderhandelen).
Het is niet alleen de interviewtranscripties die worden gebruikt, maar ook hetgeen dat ze
zelf heeft opgeschreven. Bovendien heeft ze zich niet enkel laten leiden door de
transcripties, maar ook door de gezichtsuitdrukkingen en houdingen of tonen van de
participanten.
Ik als onderzoeker ben niet zomaar aan het onderzoek begonnen alsof ik een tabula rasa
was. Ik heb al veel meegemaakt.
Ze is zich bewust van de bril die ze draagt. Wie ben ik om iets te zeggen over de
participanten als ik niet hetzelfde heb meegemaakt? Moet je iets meegemaakt hebben om
het te kunnen begrijpen? Petersen zit niet in dezelfde situatie als de vrouwen, maar is dat
nodig om hun situatie te kunnen begrijpen?
Petersen schrijft vanuit de ik-persoon.
4
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
SCHRIJVEN ALS EEN METHODE VAN REPRESENTATIE
Petersen gebruikt poëzie en narratieven. Dit doet ze om haar lezers engageren, net zoals zij
dat zo ook heeft moeten doen. De manier waarop ze deze poëzie heeft gemaakt, maakt haar
rol heel duidelijk. De lezers moeten volgens haar dus een beetje moeite doen. Ze moeten
voelen wat het is om met die complexiteit om te gaan. Ze geeft heel veel hints en maakt
goed duidelijk wat haar positie is.
P. 814: ze heeft haar manier ingeschreven in de levens van de vrouwen. De twee zijn
verstrengeld en dus een gezamenlijke constructie.
HOOFDSTUK 2: QUALITATIVE RESEARCH INTERVIEW
(Vanaf pagina 63)
Het uitgangspunt van Packer houdt in dat QRI een ‘joint production of mening’ is. wat er in
een interview wordt verkregen is iets gemeenschappelijk. In heel het proces van het
interview is er een afstemming en negotiatie. Deze constante afstemming is gelijkaardig aan
een hedendaags gesprek. De toon en de manier waarop iemand iets zegt, is belangrijk.
Maar als we kijken naar wat er in de praktijk van het afnemen (met recorder bijvoorbeeld)
gebeurt, zien we iets anders. Je krijgt een ‘assymetry of visability’. De focus verschuift van
de interviewer verschuift naar de focus op de geïnterviewde. In het afnemen van het
interview zijn de interviewers wel degenen die het interview sturen met hun vragen, maar
tegelijkertijd zetten ze zichzelf ook op de tweede plaats de interviewer verdwijnt naar de
achtergrond.
In de praktijk van het analyseren gaan we kijken naar de woorden en het begrijpen van de
geïnterviewde. Je gaat slechts de helft tonen van wat gezegd is. Bovendien als je het gaat
analyseren, toon je alleen meer de antwoorden en dat is maar de helft van het hele proces.
Maar is dat niet normaal? In het kwalitatieve onderzoek zijn we geïnteresseerd in het
particuliere/individuele dus het doel is dan toch om ons hier op te gaan focussen? Het gaat
over de individuele ervaring. Het doel van kwalitatief onderzoek is komen tot de objectieve
studie van subjectiviteit.
Hoe kunnen wij toegang krijgen tot die subjectiviteit? Deze toegang kunnen we beschrijven
als een “window”, “entrance way”, “access to”. Dit zijn specifieke metaforen met
vooronderstellingen. De ervaring zit dus opgesloten of is verborgen in de persoon. De
onderzoeker moet de toegang forceren om te pakken te krijgen wat er in de persoon
opgesloten zit.
5
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
THE CONDUIT METAPHOR
Enerzijds heb je wat er gezegd wordt door de geïnterviewde en anderzijds wat de ervaring is
van deze persoon. Wat is dan de verhouding tussen de taal en de ervaring die opgesloten zit
in de persoon? Dit is eigenlijk een uitdrukking vanuit de conduit metaphore of language.
Deze gaat ervan uit dat iemand allerlei gedachten, gevoelens en betekenisssen heeft. Deze
persoon verpakt zijn gedachten en ideeën in woorden en deze woorden worden verstuurd
naar degene die de vraag heeft gesteld. De andere persoon ontvangt het pakket en haalt
hier de gedachten en betekenissen uit. Woorden worden hierbij gezien als containers waar
de betekenis in zit. De taal wordt gezien als de conduit waarbij het pakket van de ene
persoon naar de andere persoon geleid wordt. Packer gaat hier NIET mee akkoord!
Packer vindt dat als je op deze manier denkt, dus via de conduit mataphore, je vier
vooronderstellingen hebt waarvan je al uitgaat (p. 67). Packer geeft vier problemen met
deze manier van denken:
Betekenissen, ervaringen en gevoelens zijn afgescheiden van het woord op zich. Je
hebt bevoorbeeld het gevoel eenzaamheid en het woordje eenzaamheid is iets
anders
Woorden hebben een betekenis op zichzelf los van de context en van de spreker
Deze manier trivialiseert de communicatie. Je ontkent alle vormen van afstemming
tijdens dat gesprek
Je veronderstelt ook dat individuen totaal afzonderlijke eenheden. Mensen worden
voorgesteld als compleet van elkaar gescheiden entiteiten.
HOOFDSTUK 3: THE ANALYSIS OF QUALITATIVE INTERVIEWS
Drie elementen van Wittgenstein die Packer gebruikt over wat er mis is met de
vooronderstellingen door de conduit metaphore language
Het onderscheid tussen taal en wereld: Onze betekenis van de wereld kunnen we
niet los zien van de taal. Je hebt maar toegang tot je ervaringen via taal. De
ervaringen of betkenissen zitten dus zeker niet in de woorden conduit metaphor
of language
o Bijvoorbeeld: een tafel bijvoorbeeld heeft enkel betekenis door de taal die we
gebruiken
o Bijvoorbeeld: we hebben in zekere zin maar toegang tot onze eigen
ervaringswereld (gevoelens) door de taal die we delen
o Bijvoorbeeld: cursus wijnproeven: naarmate je vordert in een cursus ga je
verschillende ervaringen onderscheiden en daar ook verschillende woorden
6
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
voor gebruiken. je geeft betekenis aan de verschillende smaken van wijn die
je hebt leren onderscheiden door de taal
Het belang van context: de betekenis zit in het gebruik van het woord, in de context
war mensen aanwezig zijn. We spreken van “meaning-as-use” en “familie
gelijkenissen”. De contextgegevens geven een indicatie dat woorden op zich te kort
schieten om betekenis te bevatten.
o Bijvoorbeeld: bij het woord ‘arm’ kunnen we niet afleiden of de prof een
ledenmaat bedoelt of het niet bezitten van geld
o Bijvoorbeeld: ik stuur een smsje en vraag of het “ok is of we vanavond
spaghetti eten” en ik krijg een berichtje “ok” terug. Dit kan verschillende
betekenissen hebben: “ok” als in “ik kan me hier in vinden” of “ok” als in “het
kan met niet schelen, het maakt met niet uit” (daarom nu gebruik van emoji’s
bijvoorbeeld om makkelijker de context te zien)
o Link met klassieke zoektocht van de filosofie: de klassieke filosofie is nog
steeds op zoek naar de essentie van iets, naar iets algemeens, naar iets
gemeenschappelijk Wittgenstein: kijk naar hoe het woord ‘spel’ gebruikt,
maar stop met opzoek te gaan naar de essentie, iets gemeenschappelijk, iets
algmeen, want die zal je nooit vinden
Wittgenstein: je moet niet kijken naar de essentie, maar naar de
gelijkenissen. Dit is zoals een gecompliceerd netwerk. Bijvoorbeeld: je
lijkt een beetje op iemand van je familie: pasgeboren baby heeft
bijvoorbeeld de ogen van de opa, de haren van de nonkel er zullen
gemeenschappelijke kenmerken zijn, maar die zijn nooit helemaal
hetzelfde! (p. 81-82)
Packer zal de mening van Wittgenstein delen!
o Pagina 86-87: language game: je moet kijken naar de activiteit waarin de
woorden verweven zijn
o Don’t say: “there must be something common, or they would not be called
‘games’” but look and see whether is anything common to all. Look for
similarities, relationships. Belangrijk hierbij is dat onze relaties tot woorden
constant wijzigen!
Taal is een intersubjectief iets: We verstaan onszelf maar omdat we een taal hebben
die fundamenteel gedeeld is en fundamenteel intersubjectief is. Bovendien is de taal
van iedereen
o Het nederlands bestond al van voor we geboren werden. We hebben deze
taal aangeleerd gekregen waardoor we allerlei betekenissen delen. Wanneer
we met iemand spreken is er al veel verondersteld en zitten al veel
betekenissen
o Als je verliefd bent, kan je dit ervaren, maar je kan dit allen maar denken door
dit in woorden te brengen
7
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
3.1. GROUNDED THEORY
Glaser & Strauss 1967
Packer zegt dat coderen de dominante manier is om een interview te gaan analyseren. De
meest wijdverbreide aanpak van het coderen is bijvoorbeeld de ‘grounded theory’. Er zijn
drie sleutelelementen (kenmerken) die de grounded theory typeren
Inductief: je start vanuit de data en zo ga je naar de theorie. Voor je start heb je geen
theoretische kaders. Je start vanuit de data en uit deze data komt wel iets naar boven
rijzen (‘emerged data’). We werken hier met de constant comperative methode:
o Hoe? Constant vergelijken: je gaat een code vergelijken met een andere code.
Als deze code gelijkaardig is, kun je ze samenvoegen
Abstraheren/abstractie: geheel in stukjes verdelen. Deze stukjes ga je onderscheiden
van alle andere elementen enonderscheiden van de context
Generalisatie: Je gaat op zoek naar iets dat algemeen is. Je gaat op zoek naar
uniformiteiten en verschillen en dus van het particuliere naar het algemene
CODING AS ABSTRACTION AND GENERALIZATION
P. 73-77
Tabel 3.1. pagina 75: overzicht hoe de analyse binnen de grounded theory plaats vindt. Dit
gebeurt volgens vier stappen
Explicit coding: interview transcript geluid wordt omgezet in tekst. Wanneer er in
verschillende delen hetzelfde gezegd wordt (bijvoorbeeld de uitdrukking van een
vader tov een zoon: “I love you”, “love”,…), halen we dit stukje tekst er uit en plakken
we hier een categorie op. Elk van de stukjes is een incident dat je gaat samenvoegen
in een categorie (bijvoorbeeld vader houdt van).
o Van incident categorie
Integrating categories: interview transcript: je hebt niet 1 interview gedaan, maar
verschillende interviews met meerder mensen. Benoemen van de incidenten in
“vaderliefde”. Je zal daarna de categorie “vaderliefde” beschrijven in een memo obv
alle stukjes over vader liefde. Er zullen verschillende categorieën uit de verschillende
interviews komen. Je moet zoeken naar verbanden tussen de categorieën.
o Van categorie verbanden tussen categorieën
8
,Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
Delimiting the theory: het afbakenen van de theorie. In deze stap ga je
veralgemenen, je gaat hier de inhoud uit de categorieën halen.
Writing the theorie: het neerschrijven van de theorie. Je gaat alle memo’s
samenvatten waaruit je onderzoeksrapport of theorie zal komen.
3.2. ASSUMPTIES
ASSUMPTIES BIJ EXPLICIT CODING
Packer zal deze assumpties weerleggen!
De onderliggende assumptie bij het abstraheren is dat de context genegeerd kan
worden. Op pagina 73 maken ze een bepaalde conclusie, maar eigenlijk is die niet
gerechtvaardigd.
o Packer: context is belangrijk zoals Wittgenstein zei
Als er iets vaak wordt herhaald en je hier het algemene in vindt, noemen we dit
‘commonalities’
o Packer: dit is tegenstrijdig aan het doel kwalitatief onderzoek volgens
Packer
Je gaat er van uit dat de beschrijving overeenkomt met de gebeurtenis. Hij gaat uit
van een transparante representatie bij het coderen bij de grounded theory.
o Packer: gebruikt hier het idee van familiegelijkenissen voor
1 algmene betekenis in een woord
o “““
De betekenis ligt vast
o “““
ASSUMPTIES BIJ INTEGRATING CATEGORIES
Abstractie: verbinden van subjectieve ervaringen naar objectieve kennis (p. 83)
o Dit is een kringredenering omdat wat je wil vergelijken afhankelijk is van wat
je gaat vinden. Een vogel, vlieger, vliegtuig eruit halen en zeggen dat deze
drie een vliegende eigenschap hebben, dan ben je op zoek naar deze
eigenschappen. Je kan bijvoorbeeld ook opzoek naar de eigenschap dier
netzoals Plato op zoek gaat naar verschillende betekenissen van
vaderlandsliefde. Je gaat op zoek naar de essentie, maar dat is niet de
bedoeling
o P. 93: stelt subjectiviteit van onderzoek in vraag
Idee van bracketing: je eigen achtergrond als onderzoeker op de
achtergrond plaatsen.
9
, Interpreteren, onderzoeken en theorie vormen deel 1
Vraag die Packer hier stelt: hoe kan iemand die grenzen en
beperkingen heeft toch komen tot kennis die algemeen geldig is? Op
deze manier stelt hij de subjectiviteit van de onderzoeker in vraag.
o Packer: waar is de subjectiviteit van de onderzoeker?
Woord wordt gezien als uitdrukking van bepaald concept (conduit metaphor)
o Packer: Woorden zijn een taalspel (Wittgenstein)
ASSUMPTIES BIJ DELIMITING THE THEORY ( packer: woorden zijn een taalspel!)
Taal = conduit
Woorden als containers
Woorden als namen (naming theory, labels)
Woorden kunnen maar één betekenis hebben
ASSUMPTIES BIJ WRITING THE THEORY
THE GLOSSING STUDY (GARFINKEL)
P. 89
Indexicality = probleem dat verholpen moet worden. Packer zal zeggen dat je ook
hier weer uit gaat van een foute manier van denken
THE CODING STUDY (GARFINKEL)
P. 91 Baseren op patiënten die zich er aanmelden: focussen op degene die een behandeling
gaan krijgen en die geen behandeling gaan krijgen. Je baseert je niet enkel op de data er
komt ook nog heel wat voorkennis bij kijken. Als je al zo veel voorkennis hebt, ben je al aan
het interpreteren. Je kan je dan ook afvragen of het nog een inductief proces is waar je enkel
start van de data.
HOOFDSTUK 4: HERMENEUTICS THE PROJECT FOR A FUMAN SCIENCE
Tekst Kerdeman P18: twee vragen die te maken hebben met het onderwerp van dit
hoofdstuk
1. Is er een verschil tussen een wetenschappelijke interpretatie en alledaagse
interpretatie (een soort cafépraat, wat we alledaags doen)
2. Bestaat er zoiets als een valide objectieve interpretatie door onderzoekers van in de
wereld waarin ze zelf leven? Kan je komen tot objectieve interpretatie van in een
wereld waarin je zelf leeft?
10