Veterinaire volksgezondheid II, partim 2: voedsel- en milieuchemie
Hoofdstuk 1. Inleiding
Voedselchemie -> analyse van voeder + voedselcontaminanten
Milieuchemie - >milieucontaminanten: vervuilende stoffen die in het milieu terechtkomen + effecten
Hoofdstuk 2. Milieu-risicobeoordeling
De manier waarop we de risico’s die verbonden zijn aan de aanwezigheid van polluenten in het milieu
kunnen inschatten. Door onze menselijke activiteiten komen er vervuilende stoffen in het milieu
terecht, waardoor we goed moeten nadenken over de bepaalde grenzen die we moeten trekken. Dit
heeft sequenties voor de landbouwactiviteit en de hoeveelheid pesticiden -> voedselketen.
Milieuchemie
In de laatste 70-80 jaar was er een grote evolutie in de attitude tov de impact die wij als mens hebben
op het milieu. De laatste 50 jaar is er een transitie gebeurt -> regelgeving, beoordelingsprocessen. De
oude attitude denkt puur aan de economie en efficiëntie, waarbij afval in verschillende
milieucomponenten terechtkwam.
Wat is een goed referentiepunt om mee te vergelijken? De controlesituatie, base-line informatie is
hoe het niet-gecontamineerde milieu functioneert. Hoe heeft onze milieuvervuiling deze processen
verandert? Een volledig ongecontamineerde omgeving vinden in onze samenleving/milieu vandaag is
niet makkelijk, want er zijn nog maar relatief weinig plaatsen waar de vervuiling voldoende laag is om
deze als een achtergrondwaarde te beschouwen.
We gaan eerst begrijpen hoe ongecontamineerde systemen functioneren , welke processen daar
doorgaan en op welke manier. Dan gaan we bekijken welke vervuilende stoffen in het milieu
voorkomen en aan welke concentraties. Dan gaan we kijken wat de effecten zijn en hoe deze
vervuilende stoffen de normale fysiologie negatief beïnvloeden en hoe groot deze effecten zijn.
De milieuchemie en -risicobeoordeling is een zeer multidisciplinaire wetenschap.
Het is niet enkel chemie, maar ook voor een groot deel wel, want je moet in staat zijn om alle stoffen
te detecteren , meten, concentraties te bepalen,… Als de stoffen in het milieu en levende organismen
terechtkomen moeten we toxicologisch kunnen inschatten wat de effecten zijn dus je moet eerst de
normale fysiologie en biochemie kennen -> chemisch + toxicologisch
De milieuchemie en het hele verhaal errond is van toepassing op de verschillende
milieucompartimenten. Stoffen die in het milieu terechtkomen, komen op een specifieke manier in
het milieu terecht. Als een bedrijf afvalwater loost in een beek, komt dit eerst in het aquatische
compartiment terecht. Als een bedrijf uitstoot via rookgassen in de lucht, komt dit eerst in de lucht
terecht. Vanuit de losingscompartimenten zullen de stoffen zich verspreiden overheen de
verschillende compartimenten. Er is dus een interactie tussen de compartimenten.
We beschouwen verschillende compartimenten
- Atmosfeer
- Hydrosfeer -> aquatische componenten
- Biosfeer -> levende organismen
- Geosfeer -> bodem
- Anthrosfeer -> eigen leefomgeving
1
,Deze figuur geeft weer wat vanuit de Europese overheid, gebruikt wordt om naar milieutoxicologie te
kijken. We maken niet meer zo strikt als vroeger het onderscheidt tussen effecten op de mens en
effecten op de natuur. Het zijn geen 2 totaal gescheiden werelden die los staan van elkaar!
De risicobeoordelingsprocessen zijn er zo op gericht om zowel de menselijke, als de gezondheid van
het leefmilieu te beschermen met 1 testprocedure en regelgeving.
Vroeger waren dit strict gescheiden domeinen
- Regelgeving en testmethodes om menselijke gezondheid te beschermen
- Regelgeving en testmethodes om het leefmilieu te beschermen
Natuurlijk is dit niet zinvol om deze twee domeinen te scheiden van elkaar! Er kan maar 1 getal als
milieunorm worden gesteld. Je kan niet zeggen deze stof mag zoveel of zoveel in het water zitten. Je
kan zeggen er mag maximum zoveel stof in het water zitten. Deze norm moet zowel de menselijke
gezondheid, als het leefmilieu beschermen.
De anthroposfeer mee beschouwen als 1 van de milieucomponenten in de beoordeling is belangrijk
Bij milieuchemie hebben we verschillende processen om deze twee componenten (mens +
leefomgeving) samen te nemen en met elkaar te vergelijken.
Alle verschillende milieucompartimenten staan met elkaar in verbinding. Wanneer er bepaalde
pollutie ontstaat dan zal dit bijvoorbeeld leiden tot zuren regen die de biota gaat aantasten en het
oppervlaktewater gaat aantasten,… Voor elk van deze mogelijke vormen van chemische vervuiling
moet er bestudeerd worden hoe deze distributie overheen de milieucomponenten gebeurt -> er zit
een component in die puur fysicochemisch modelleerwerk inhoudt over de milieucomponenten. In
deze verschillende compartimenten wordt er gemeten hoeveel er van elke stof erin voorkomt. Een
geoloog gaat modelleren hoe de interactie tussen de verschillende milieucompartimenten tot stand
komt.
Als je een nieuw geneesmiddel ontwikkelt voor runderen -> geneesmiddelen komen in de bodem
terecht door mest in de wei van de runderen zelf. Je gaat inschatten hoeveel van het geneesmiddel
op de bodem valt -> in het oppervlaktewater terecht komt -> in drinkwater terechtkomt. Voor het
geneesmiddel op de markt komt kan je dus enkel gebruik maken van moddelleerwerk en theoretisch
wiskundige modellen, om in te schatten wat de distributie zal zijn van dit geneesmiddel overheen de
milieucompartimenten.
Uiteindelijk hebben we een attitudeverandering
- Afvalstromen zoveel mogelijk gaan beperken
- Historisch gecontamineerde vervuiling opruimen
- Begrijpen op welke manier en vanaf welke concentratie chemische stoffen negatieve effecten
veroorzaken
5 stappen die de workflow vormen van de aanpak/beoordeling
1. Natuurlijke niveaus van stoffen in het milieu
Wat is de natuurlijke achtergrond, alvorens er vervuiling was
Wat is de normale fysiologie en biochemie van organismen
2. Meten van stoffen in het milieu
Welke stoffen zitten er in het milieu, die oorspronkelijk niet aanwezig waren
3. Analyse van de verspreiding van stoffen in het milieu (=verschillende milieucompartimenten)
4. Beoordeling van blootstelling aan deze stoffen
5. Evalueren van de effecten van deze stoffen
Toxicologie: wat zijn de mogelijke schadelijke effecten obv informatie uit stap 1->4
2
,Risicobeoordeling en normstelling
Algemeen
We proberen de risico’s te beoordelen van de aanwezigheid van stoffen in het milieu
Milieu-risicobeoordeling bestaat uit alle milieucompartimenten OOK DE MENS hoort hierbij!
1. Humane risicobeoordeling
2. Ecologische risicobeoordeling (=leefomgeving)
Er is een verschil tussen een gevaar en een risico
- Gevaar= een eigenschap van iets dat schade kan veroorzaken
Witte haai -> gevaarlijk dier voor de mens, want deze kan je doodbijten
- Risico= de kans dat de schade effectief optreedt
Deze kans is afhankelijk van de blootstelling aan het gevaar
0 risico om op dit moment door het gevaar, de haai, doodgebeten te worden, want in de
aula zijn er geen haaien: blootstelling is 0 -> risico is 0
Als je een bepaald gevaar hebt geïdentificeerd en je wil het risico kennen dat aan dit gevaar
gekoppeld is
1. Inschatten wat de ernst is van het gevaar
2. Weten wat de waarschijnlijkheid is dat je wordt blootgesteld aan het gevaar
Ongeacht de ernst van het gevaar is het risico op een beet van een witte haai 0, want de
waarschijnlijkheid is 0.
Het risico is het product van de blootstelling x gevaar
Je kan een bepaalde toxische stof voorstellen die gevaarlijk is, omdat deze stof kankerverwekkend is.
De ernst is= hoe potent is deze stof -> krijg je al bij zeer lage concentraties kanker of pas bij zeer hoge.
Als je een zeer kankerverwekkende stof hebt, die al schade toebrengt bij een zeer lage concentratie,
maar deze stof komt nooit in het leefmilieu terecht -> blootstelling = 0, dus risico= 0
Om risico’s van chemische stoffen in te schatten moet je eerst het gevaar ervan kennen + bij welke
concentraties gebeuren deze effecten. Vervolgens kijk je naar wat is de effectieve concentratie
waaraan je blootgesteld wordt. Pas als je deze twee componenten kwantitatief, in getallen, kent kan
je er een risico uit berekenen.
Zeer belangrijk -> een risico is een getal. Dit getal drukt uit hoe groot de kans is dat je schade
ondervindt ten gevolge van een gevaar. Risicobeoordeling houdt dus in dat risico’s deze kwantitatief
berekend worden.
Voorbeeld: mensen op het strand waarbij er 2 onder een parasol zitten en 2 niet
- Gevaar: de zon waardoor je kan verbranden
Ernst van het gevaar, intensiteit van de zon, is voor deze 4 mensen dezelfde
- Risico op verbranden verschilt wel voor de 4 mensen
De blootstelling van het ene koppel tov andere koppel verschilt
Het koppel onder de parasol worden minder blootgesteld -> niet verbrand
3
, Risicobeoordeling bevat ALTIJD twee componenten
1. Gevaar
Welk gevaar is geassocieerd met de stof (longschade, kanker,…)
Effectbeoordeling= bij welke concentraties treden de effecten op + hoe groot zijn deze
effecten
2. Blootstelling
Hoeveel van de stof komt uiteindelijk in de verschillende milieucomponenten terecht
In welke maten worden de verschillende mensen, planten, dieren eraan blootgesteld
Afhankelijk van de situatie kan de regelgeving een maximale concentratie van de stof opleggen die
toegelaten is.
In alle grote chemische/farmaceutische bedrijven zijn er risk-managers. Deze hebben binnen het
bedrijf de verantwoordelijkheid om risico’s van het product voor de samenleving zo klein mogelijk te
houden. Ze doen de blootstelling dalen, gaan vooraf de mogelijke gevaren inschatten,…
Effectbeoordeling
Dit is een belangrijke component van de risicobeoordeling
- Wat zijn de effecten ten gevolge van een blootstelling aan de stof
- Wat zijn de effecten die we willen vermijden
Uiteindelijk kunnen we nooit in een volledig veilig, ongecontamineerd milieu leven. Dit komt door
onze levenswijze, landbouw en industrie. We moeten dus bepaalde risico’s gaan aanvaarden.
Bovendien worden we niet maar aan 1 stof blootgesteld, maar aan 10-tallen tot 100-tallen stoffen die
tegelijkertijd nog eens effect kunnen uitoefenen op elkaar.
Het is dus zeer belangrijk om te stellen; wat vinden we een voldoende belangrijk risico dat we willen
vermijden + gaan we het volledig vermijden of willen we het onder een bepaald % krijgen?
- Bijvoorbeeld -> aanvaarden we dat er 0,.. zoveel % van de bevolking kanker krijgt door
uitlaatgassen van auto’s? -> ja, want anders zouden benzinemotoren al verboden zijn
- Het is geen zwart-wit verhaal
- Hoeveel % effect vinden we aanvaardbaar + wat is de mate van het effect dat we
aanvaardbaar vinden?
4