Voor het tentamen van morele dilemma's is deze samenvatting voor de eerste 4 hoofdstukken van het boek. Alles voor het tentamen is uitgebreid uitgeschreven, op dezelfde manier als het boek. Het is een beperktere versie van het boek.
ISBN 9789043037723
Samenvatting voor het tentamen van leerjaar 2 Social work
Amber Stok
,Inhoudsopgave
1 Moraal en sociaal werk.........................................................................................................2
1.1 Normatieve professionaliteit: niet alleen de dingen goed doen, maar ook de goede
dingen doen......................................................................................................................... 2
1.2 Signaleren van morele problemen.................................................................................5
1.3 Moraal............................................................................................................................ 6
1.4 Waarden, normen en deugden......................................................................................7
1.5 Intuïtieve moraal............................................................................................................ 8
1.6 Ethiek............................................................................................................................. 9
1.7 Morele ontwikkeling.....................................................................................................10
1.8 De normatieve professional.........................................................................................13
2 Normatieve theorieën......................................................................................................... 16
2.1 Deugdenethiek............................................................................................................. 16
2.2 Gevolgenethiek............................................................................................................18
2.3 Beginselethiek.............................................................................................................20
2.4 Zorgethiek....................................................................................................................21
3 In gesprek over morele problemen.....................................................................................23
3.1 De argumentatieve dialoog..........................................................................................23
3.2 Open-mindedness.......................................................................................................24
3.3 Legitimatie en macht....................................................................................................24
3.4 Spelregels en drogredenen..........................................................................................26
3.5 Vier vormen van argumentatie.....................................................................................27
3.6 Stappenplan voor het maken van ethische keuzes......................................................27
4 Sociaal werk in context.......................................................................................................31
4.1 Een veranderende samenleving..................................................................................31
4.2 Sociaal werk................................................................................................................41
4.3 (Drie) dubbel gebonden...............................................................................................42
,1 Moraal en sociaal werk
Sociaal werkers moeten morele vragen in hun werk herkennen, zich bewust zijn van de
waarden, normen en deugden die de basis vormen van hun handelen en hierover een open
dialoog kunnen voeren met betrokkenen. De sociaal werker moet vervolgens ook de
verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zijn keuzes.
1.1 Normatieve professionaliteit: niet alleen de dingen goed
doen, maar ook de goede dingen doen
Voor sociaal werkers is het belangrijk dat ze deskundig zijn: dat ze hun werk goed doen. Ze
moeten beschikken over de juiste competenties. Ze moeten onder meer in staat zijn om
gesprekken te voeren, diverse methodieken toe te passen en mensen te ondersteunen bij
allerlei regelingen.
1.1.1 Technisch-instrumentele professionaliteit en normatieve professionaliteit
Sociaal werkers die beschikken over de juiste kennis, kunde en professionele vaardigheden
zijn effectief en efficiënt in het bereiken van hun doelen (technisch-instrumentele
professionaliteit). Daarnaast moet je je afvragen of je ook goed werk doet: of het werk
bijdraagt aan de centrale waarden (de idealen die wezenlijk zijn voor de kwaliteit van leven
en van het beroep) en of je handelt volgens de daaraan gestelde normen (de op waarden
gebaseerde handelingsvoorschriften). Naast normen en waarden zijn professionele
deugden van belang: goede eigenschappen die de handelwijze van de sociaal werker
bepalen.
In sociaal werk draait het niet in de eerste plaats om efficiency (de mate waarin de doelen
bereikt worden). Naast technische en communicatieve competenties moet een sociaal
werker ook morele competenties ontwikkelen, dit vormt een moreel kompas. Sociaal werk is
een waarde gebonden professie, je kunt alleen een goede sociaal werker worden als je
beschikt over normatieve professionaliteit (je bent je bewust van je normen, waarden en
deugden welke een rol spelen in jou handelen en kunt daar een open dialoog over voeren).
Waarde gebonden werken kan helpen om prioriteiten te stellen en keuzes te maken
waarmee je optimaal bijdraagt aan een goed leven voor je cliënten.
Het gaat in de eerste plaats om bewust zijn van de morele vragen welke je op je werk
tegenkomt, vervolgens is het van belang hoe je met deze vragen omgaat. Daarbij is kennis
van de eigen moraal (de handelingen en gedragingen die je als gewenst ziet), de moraal van
anderen en van de ethiek van belang. Normatieve professionalisering is een voortdurend
leerproces waarin je blijft reflecteren op je eigen professionele waarden en op het
professionele handelen.
Een sociaal werker moet steeds kritisch kijken naar wat hij met zijn handelen teweeg brengt,
of het goed is wat hij doet. Dat betekent goed nadenken over de waarden en normen die zijn
professioneel handelen beïnvloeden, en dat hij die waarden moeten en normen moet
aanscherpen in een dialoog met andere betrokkenen. Dat dit zo belangrijk is, hangt samen
met een aantal kenmerken van het sociaal werk:
- Kwetsbaarheid van de mensen met wie je werkt: cliënten komen vaak uit de
sociaal zwakkere milieus of hebben bepaalde beperkingen. Het gaat in het sociaal
werk steeds meer over de eigen kracht van mensen, maar de sociaal werker moet
ook rekening houden met de kwetsbaarheid van mensen. Factoren als armoede,
, werkloosheid en verstandelijke en fysieke beperkingen verminderen de
mogelijkheden van mensen om hun leven vorm te geven.
- Werken met gevoelige informatie: Mensen geven vaak vertrouwelijke informatie
aan een sociaal werker, informatie waarvan ze niet willen dat iemand anders die
hoort of dat die tegen hen gebruikt wordt.
- Omgaan met macht: Door zijn interventies kan de sociaal werker het leven van
mensen ingrijpend veranderen. Daar kunnen mensen van profiteren, maar ze kunnen
er ook schade door oplopen (schuldhulpverlening, kinderbescherming). In sommige
professionele relaties is het machtsverschil niet direct duidelijk, maar wel aanwezig.
De sociaal werker moet ervoor waken dat hij niet voor de cliënt gaat bepalen wat
goed voor hem is.
- Krachtenveld met verschillende belangen: De sociaal werker bevindt zich in een
spanningsveld tussen de belangen van de cliënt, omgeving en de organisatie. Die
waarden en normen zijn divers en kunnen in de loop van de tijd veranderen. De
sociaal werker moet hierin zijn eigen professionele afwegingen maken.
- Werken met ouders, kinderen en jongeren: In de opvoeding zijn verschillende
belangen altijd sterk aanwezig. Mensen voeden op vanuit waarden en normen, ook al
zijn die vaak impliciet aanwezig. Als sociaal werker moet je afstemmen op de
waarden en normen van de opvoeders. Indien je een actieve rol speelt in de
opvoeding van kinderen of jongeren is het belangrijk dat je kunt verantwoorden vanuit
welke waarden en normen je dat doet en hoe die zich verhouden tot de waarden en
normen van de opvoeders.
Omdat sociaal werk complex is en niemand de wijsheid in pacht heeft, is het daarbij ook
noodzakelijk om die keuzes ter discussie te stellen. Op die manier kun je andere
perspectieven leren kennen en daarmee mogelijk betere keuzes maken. Ook de
beroepscode voor de sociaal werker benadrukt het belang van een dialoog met collega’s om
tot afgewogen keuzes te komen. ‘de sociaal werker toetst zijn beroepsmatig handelen aan
het beroepsethisch en professioneel oordeel van zijn collega’s’ (Sociaal Werk Versterk, 2018,
artikel 24)
Sociaal werk past niet in een ‘broodroostermodel’ van de hulpverlening (Kunneman, 1996),
waarin de sociaal werker vaststelt wat het probleem is, daar een van tevoren bepaalde
interventie op toepast, in de verwachting dat die leidt tot een vooraf vastgestelde
verandering. Iedere cliënt, iedere situatie is uniek en de sociaal werker moet dan ook steeds
opnieuw bekijken hoe hij zijn technisch-instrumentele en normatieve professionaliteit
integreert met zijn persoonlijke competenties in zijn persoonlijke professionaliteit. In het
sociaal werk gaat het bij waarden en normen volgens Kunneman (2005) om drie vragen:
- Wat mag ik: Dit is het niveau van wetgeving en contractuele afspraken van
organisaties om bepaalde doelen te halen.
- Wat kan ik: Dit is de vraag naar deskundigheidsnormen, over welke competenties,
welke kennis, kunde en vaardigheden een sociaal werker moet beschikken.
- Waar sta ik voor: Hier gaat het om de belangrijkste waarden die je als sociaal
werker nastreeft, zoals integriteit, rechtvaardigheid en empowerment. Daarnaast
beschikt de sociaal werker over specifieke deugden, zoals professionele wijsheid,
moed, zorgzaamheid, rechtvaardigheid en professionele integriteit. Deze waarden en
deugden geven zin aan het werk (Driessens en Geldof, 2008).
De overkoepelende deugd van sociaal werkers is professionele wijsheid, dit is vermogen om
op basis van argumenten de juiste praktische keuzes te maken, die deel uitmaken van goed
sociaal werk. Professionele wijsheid betekent dat de sociaal werker in gesprek kan gaan
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amberstok. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,26. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.