ViG
HOOFDSTUK 1, MODULE 1 – ERVAREN GEZONDHEID
BLANCO
2022-2023
1. Casus patient met tumor die actief was en een pleeggezin had, de tumor behoort tot:
a. Medische diagnose
b. Functionele status
c. Formele tekens
2. Zelfde casus: als hij zegt dat hij actief is omdat “jonge” ouders nu eenmaal veel
verantwoordelijkheden hebben, behoort dit in het kader van:
a. Referentiegroepen
b. Positieve ingesteldheid
c. Vroegere gezondheid
d. Gezondheidsverwachtingen
2021-2022
3. Iets met oude vrouw die vastberaden was thuis te blijven wonen: wat is fout?
A. Vastberaden is een factor van Maria die invloed heeft op haar waargenomen gezondheid
B. ‘Ze wilt persé bij haar zus blijven wonen’ en dat beïnvloedt haar ervaren gezondheid
C. Vastberaden zijn is een contextuele factor
D. Ze is blij dat ze niet zoals andere leeftijdsgenoten in het rusthuis zit, dit is een contextuele factor
E. Er waren obj en persoonlijke factoren aanwezig in de casus
2019-2020
4. Wat is niet correct? (Casus van man met CVA)
A. Zijn gezonde levensstijl speelt mee in hoe hij zijn gezondheid ervaart als contextuele factor
B. Vriend speelt mee
C. Leeftijdsgenoten spelen mee
D. Er zijn zowel objectieve als contextuele factoren die zijn ervaren gezondheid beïnvloeden
5. Self-rated health doet
A. Kan risico op sterfte schatten, OOK na correctie voor allerlei shizzle (leeftijd, ziekte, psychologische
factoren, levensstijl,…)
B. kan risico op sterfte schatten, onafhankelijk van te corrigeren op shizzle
C. kan risico op sterfte niet schatten, aangezien self rated health subjectief is
2018-2019
6. Self rated health is een indicator van sterfte
A. Maar valt weg na correctie van ziekte (?)
B. Maar valt weg na correctie van leeftijd, lengte, gewicht, …
C. En blijft bestaan zelfs na correctie van leeftijd en andere biologische factoren
,7. Vraag casus persoon na beroerte die andere mensen kent ook met beroerte, gaat nog stappen
met andere mensen die ook niet goed te been zijn. Zegt over zijn eigen gezondheid dat het “goed”
is. Wat is fout:
A. … is een contextuele … (was A5 dus fout)
2017-2018
8. Casus Jan, welke stelling klopt niet? Jan, 68 jaar getrouwd, drie kinderen. Heeft darmkanker
gehad, nu gestopt met roken. Sinds kanker beginnen wandelen, fietsen en gezond eten. Tijd later
CVA met verlamming linker lichaamshelft, herstelt vrij goed maar sleept nog met been en minder
kracht in hand.
Volgt kine en probeert nog actief te zijn samen met vrienden. Kan niet meer fietsen. Veel steun
door vrouw en leeftijdsgenoten die het soms nog erger hebben. Prijst zich gelukkig dat het al bij al
nog goed met hem gaat in vergelijking met sommige van zijn leeftijdsgenoten. Een goede vriend
heeft twee jaar geleden ook een CVA doorgemaakt, waarvan hij nog steeds eenzijdig verlamd is, en
nauwelijks in staat is om een gesprek te voeren.
Wanneer de huisarts hem, in het kader van een algemene beoordeling van zijn gezondheid, vraag
'wat hij van zijn eigen gezondheid vindt', antwoordt Jan 'goed' op een schaal van 'zeer slecht' tot
'zeer goed'. Wat is niet correct:
a. Omdat Jan een vriend heeft die er zelfs slechter aan toe is, is dat een factor die meespeelt in het
ervaren van zijn eigen gezondheid
b. De gezonde leefstijl van Jan (beweging, gezonde voeding) zijn contextuele factoren die
meespelen in het ervaren van zijn gezondheid
c. Omdat Jan blij is dat het nog goed gaat in vergelijking met anderen, is een contextuele factor die
meespeelt in het ervaren van zijn eigen gezondheid
d. In deze casus zijn zowel objectieve als contextuele factoren belangrijk in hoe Jan zijn eigen
gezondheid ervaart
MET ANTWOORDEN
2022-2023
1. Casus patient met tumor die actief was en een pleeggezin had, de tumor behoort tot:
d. Medische diagnose
e. Functionele status
f. Formele tekens
2. Zelfde casus: als hij zegt dat hij actief is omdat “jonge” ouders nu eenmaal veel
verantwoordelijkheden hebben, behoort dit in het kader van:
a. Referentiegroepen
b. Positieve ingesteldheid
c. Vroegere gezondheid
d. Gezondheidsverwachtingen
2021-2022
3. Iets met oude vrouw die vastberaden was thuis te blijven wonen: wat is fout?
F. Vastberaden is een factor van Maria die invloed heeft op haar waargenomen gezondheid
,G. ‘Ze wilt persé bij haar zus blijven wonen’ en dat beïnvloedt haar ervaren gezondheid
H. Vastberaden zijn is een contextuele factor
I. Ze is blij dat ze niet zoals andere leeftijdsgenoten in het rusthuis zit, dit is een contextuele factor
J. Er waren obj en persoonlijke factoren aanwezig in de casus
2019-2020
4. Wat is niet correct? (Casus van man met CVA)
E. Zijn gezonde levensstijl speelt mee in hoe hij zijn gezondheid ervaart als contextuele factor
F. Vriend speelt mee
G. Leeftijdsgenoten spelen mee
H. Er zijn zowel objectieve als contextuele factoren die zijn ervaren gezondheid beïnvloeden
5. Self-rated health doet
D. Kan risico op sterfte schatten, OOK na correctie voor allerlei shizzle (leeftijd, ziekte, psychologische
factoren, levensstijl,…)
E. kan risico op sterfte schatten, onafhankelijk van te corrigeren op shizzle
F. kan risico op sterfte niet schatten, aangezien self rated health subjectief is
2018-2019
6. Self rated health is een indicator van sterfte
D. Maar valt weg na correctie van ziekte (?)
E. Maar valt weg na correctie van leeftijd, lengte, gewicht, …
F. En blijft bestaan zelfs na correctie van leeftijd en andere biologische factoren
7. Vraag casus persoon na beroerte die andere mensen kent ook met beroerte, gaat nog stappen
met andere mensen die ook niet goed te been zijn. Zegt over zijn eigen gezondheid dat het “goed”
is. Wat is fout:
B. … is een contextuele … (was A5 dus fout)
2017-2018
8. Casus Jan, welke stelling klopt niet? Jan, 68 jaar getrouwd, drie kinderen. Heeft darmkanker
gehad, nu gestopt met roken. Sinds kanker beginnen wandelen, fietsen en gezond eten. Tijd later
CVA met verlamming linker lichaamshelft, herstelt vrij goed maar sleept nog met been en minder
kracht in hand.
Volgt kine en probeert nog actief te zijn samen met vrienden. Kan niet meer fietsen. Veel steun
door vrouw en leeftijdsgenoten die het soms nog erger hebben. Prijst zich gelukkig dat het al bij al
nog goed met hem gaat in vergelijking met sommige van zijn leeftijdsgenoten. Een goede vriend
heeft twee jaar geleden ook een CVA doorgemaakt, waarvan hij nog steeds eenzijdig verlamd is, en
nauwelijks in staat is om een gesprek te voeren.
Wanneer de huisarts hem, in het kader van een algemene beoordeling van zijn gezondheid, vraag
'wat hij van zijn eigen gezondheid vindt', antwoordt Jan 'goed' op een schaal van 'zeer slecht' tot
'zeer goed'. Wat is niet correct:
e. Omdat Jan een vriend heeft die er zelfs slechter aan toe is, is dat een factor die meespeelt in het
ervaren van zijn eigen gezondheid
f. De gezonde leefstijl van Jan (beweging, gezonde voeding) zijn contextuele factoren die
meespelen in het ervaren van zijn gezondheid
g. Omdat Jan blij is dat het nog goed gaat in vergelijking met anderen, is een contextuele factor die
meespeelt in het ervaren van zijn eigen gezondheid
, h. In deze casus zijn zowel objectieve als contextuele factoren belangrijk in hoe Jan zijn eigen
gezondheid ervaart
HOOFDSTUK 1, MODULE 2 – LICHAMELIJK FUNCTIONEREN,
CHRONISCHE AANDOENING EN HANDICAP
BLANCO
2022-2023
1. Casus 2 pat met COPD enz. Ene door arbeidsziekte (in de mijnen gewerkt) en deed nu buiten
klusjes niet veel, dus niet actief. De andere COPD door roken, was nu nog vrijwilliger bij natuurhulp.
Wat is fout?
A. ICD-10 code is dezelfde
B. ICF code is dezelfde
C. Externe factoren zijn verschillend
D. ICF classificatie van functies en anatomie is hetzelfde
2. Welk antwoord is fout met ICF?
A. Prognose bepalen
B. Behandeldoelen beter opzetten
C. Meer inzicht in functies met activiteiten en participatie
D. De behoeften aan begeleiding en zorg worden in kaart gebracht
3. Jana is 17 en heeft sinds 7j diagnose Aspergersyndroom, ze was niet zo sociaal op school en de
school bevestigde dat. Haar punten zijn wel goed. Ze ziet wel veel hulpverlening zoals psycholoog
en logopedist. Ze sluit zich nu vaak op op haar kamer om urenlang naar tiktok te kijken. Ze heeft wel
2 vriendinnen maar die gedragen zich wat hetzelfde. Hobby's lukken niet goed (houdt ze ook niet
vol) en dat zorgt voor laag zelfbeeld. Als compensatie begint ze veel te eten, geen eetstoornis maar
mama is bang dat het dat wordt. Het gezin is intact met twee jongere zussen. Ouders maken wel
veel ruzie. Financieel zit het niet goed. Papa is nachtwerker en heeft slechte band met Jana.
Wat is niet correct?
A. Jana heeft geen hobby's, dit is volgens ICF een beperking
B. De logopedie is een structurele georganiseerde sociale determinant in CSDH
C. School is externe factor binnen ICF kader
D. Moeilijke relatie van ouders is een intermediaire determinant in CSDH
4. Welke factor kan je zien als negatieve factor in het ICF kader?
A. Ze tiktokt veel
B. Ze kan geen hobby houden
C. Slechte relatie met vader
D. Ze heeft nog nood aan psycholoog en logopedist
2021-2022
5. ICD-10 code. Paraplegie met motorische stoornis.
A. Cerebral palsy
B. Paraplegie
C. Spina bifida