SEMINAR 1: INTRODUCTIE
ONVEILIGHEID IN DE STAD – BURGERS
Door verstedelijking en urbanisatie is geweldscriminaliteit steeds meer een stedelijk verschijnsel geworden.
Gevoelens van onveiligheid spelen dan ook een rol in het proces van suburbanisatie dat in de twintigste eeuw
steden in een snel tempo deed stromen. Deze gevoelens van onveiligheid zijn ook gegrond in de zin dat ze
verbonden zijn met stedelijke vormen van criminaliteit en overlast. Drie aspecten in dit verband:
1. De openbare sfeer die eigen is aan steden. Dit zijn veelal plekken die worden gekenmerkt door de
aanwezigheid van veel, vooral elkaar onbekende, mensen. Bovendien zijn er meer mogelijkheden voor
diefstal, beroving en bedrog.
2. Het feit dat steden een draagvlak creëren voor allerlei gedragingen, hetgeen baak zelfversterkerd
werkt. Bijvoorbeeld: operaliefhebbers, drugsgebruikers en voetbalvandalen.
3. Het feit dat steden plaatsen zijn waar concentraties van mensen te vinden zijn die in economische
achterstandssituaties verkeren. In deze wijken is de geregistreerde criminaliteit over het algemeen
hoger.
Stedelijke openbaarheid: onvolledige integratie (stadssocioloog Hans Paul Bahrdt).
Steden zijn steeds meer plaatsen waar mensen voortdurend geconfronteerd worden met mensen die zij niet
persoonlijk kennen. Als gevolg hiervan is hebben mensen civility ontwikkeld. Dit houdt in dat men in plaats van
vreemden met argwaan en vijandigheid behandeld, heeft men gedrag ontwikkeld waarmee de omgang met
vreemden een routine is geworden (gestileerd gedrag).
Tegelijkertijd hebben we een habitus ontwikkeld die het mogelijk maakt om onaangenamen confrontaties te
vermijden. Langdurig verblijf in een stad maakt mensen streetwise. Personal space wordt op allerlei manier
beschermd in trams, bussen etc. De stadsbewoners worden geconfronteerd met mensen die van hen
verschillen, zeker nu er in de stad toegang is tot andere bronnen van bestaan, zoals daklozen. Zwervers
verhogen het gevoel van onveiligheid.
Stedelijk draagvlak: steden hebben op grond van hun inwonertal en diversiteit draagvlakken voor
uiteenlopende voorzieningen en activiteiten. Dit idee wordt gebruikt voor het vormen van ruimtelijke planning.
Vooral voor de processen van sturing en coördinatie is het nodig om gebruik te maken van
agglomeratievoordelen: het ruimtelijk dicht bijeen zitten van allerhande vormen van vooral zakelijke
dienstverlening.
Internationaal georiënteerde steden, ook al global cities, zijn echter ook aantrekkelijke vestingsplaatsen voor
de meer geavanceerde vormen van misdaad. De meest stedelijke vorm van criminaliteit is druggerelateerde
criminaliteit. Hierbij is op grond van een relatief grote groep gebruikers een complete infrastructuur ontstaan
die op haar beurt weer nieuwe gebruikers aantrekt. Het gaat niet alleen om gebruiksruimten, maar ook om
drugsrunners en ander arbeidsaanbod.
Steden zijn in toenemende mate plekken van opwinding en extase geworden. Concentraties van erotiek, cafés
en disco’s creëren een bepaalde atmosfeer die op zichzelf weer tot zinnenprikkeling kan leiden, ook buiten de
etablissementen waar gedronken, gedanst, gepraat en gezongen wordt.
Achterstandsbuurten en -wijken
Sociale exclusie is vaak ruimtelijke geconcentreerd. Zo heeft Wilson bijvoorbeeld gewezen op het ontstaan van
armoede- en werkeloosheidsculturen die leiden tot een kort termijnperspectief en heeft Anderson beschreven
hoe in zwarte buurten in Philadelphia jongemannen op zoek gaan naar andere bestaansmogelijkheden
vanwege werkloosheid. Delen van de binnensteden worden ganglands waar het deel van de bevolking dat wel
participeert in de reguliere arbeidsmarkt niet meer durft te komen. Door het gebrek aan carrièremogelijkheden
in de reguliere economie worden mannen ook steeds minder aantrekkelijke huwelijkspartners voor vrouwen.
Veel auteurs benadrukken dat niet zozeer de etnische of nationale achtergrond bepalend is voor criminaliteit,
maar sociaaleconomische status.
Conclusie
De groeiende mobiliteit zal meer gelegenheidscriminaliteit genereren. Zowel daders als slachtoffers worden
mobieler. Aan de andere kant zijn veel stedelijke voorzieningen niet te ‘ontgeografiseren’, met name de sectors
waar zinnelijk genot en lust tot opwinding een centrale rol spelen.
,SMART CITIES AND THE ARCHITECTURE OF SECURITY – SCHUILENBERG &
PEETERS
Aan de architectuur van beveiliging wordt vaak gedacht in termen van situationele criminaliteitspreventie en
verdedigbare ruimte. In dit artikel stellen Schuilenberg & Peeters dat de opkomst van slimme steden en slimme
technologie een bredere beeldvorming van het ontwerp van veiligheid afdwingen, dat het bestuur van ons
stedelijk landschap kan transformeren. Op basis van het ‘De-escalate’ project in Eindhoven, waarin geluid, geur
en lichtprogrammering gecombineerd met data-analyse wordt gebruikt om geweld en agressie in de
binnenstad te verminderen, laten we zien dat de securitisatie van stedelijke ruimte ook kan worden
nagestreefd door positieve triggers voor gedrag. Deze casus stelt ons in staat om de architectuur van veiligheid
te heroverwegen in termen van pastorale macht: het idee van Foucault om individuen en bevolkingsgroepen te
regeren door zorg en bescherming. In scherpt contrast met meer vijandige vormen van situationele
criminaliteitspreventie en verdedigbare ruimte, die ongwenst gedrag proberen te ‘ontwerpen’ door ruimtes af
te sluiten, is pastorale architectuur inclusief en biedt het ‘scripts’ voor gewenst gedrag in de openbare ruimte.
Bovendien is deze architectuur opgenomen en ontworpen in de bestaande gebouwde omgeving, werkt ze via
psychologische triggers in plaats van fysieke, en wordt deze voornamelijk ontwikkeld door particuliere
bedrijven in plaats van de staat.
THE METROPOLIS AND MENTAL LIFE – SIMMEL
Samenvatting
Dit artikel is een uitstekende weergave van het contrast tussen stedelijke en landelijke gemeenschappen en de
invloed van cultuur binnen elk van die gemeenschappen op het individu en de relaties die ze ontwikkelen.
Simmel concentreerde zich op twee vormen van cultuur: subjectief en objectief. Hij ontdekte dat een belangrijk
stedelijk probleem de genomen objectieve cultuur was. In een objectieve cultuur zijn individuen niet volledig
betrokken bij de cultuur van de gemeenschap; ze zijn afstandelijk en afstandelijk van de gemeenschap.
Objectieve cultuur betekent niet zoveel voor het individu en wordt niet meteen omarmd. Subjectieve cultuur,
overwegend in kleine steden, heeft meer betekenis voor een individu dan objectief. Er is een hoger niveau van
gehechtheid aan een subjectieve cultuur en er is meer interactie tussen individuen. Cultuur wordt minder
subjectief naarmate de gemeenschap groter wordt, interacties tussen groepsleden afnemen en relaties steeds
rationeler en minder emotioneel worden.
Kenmerken van de moderne samenleving die leiden tot een toename van de objectieve cultuur zijn
verstedelijking, arbeidsverdeling en geld. Simmel beweert dat ondernemerschap in de stedelijke omgeving een
belangrijke factor is die leidt tot een grotere arbeidsverdeling en niet zozeer tot gemeenschappelijke
inspanningen. Met de toegenomen commerciële activiteit die volgde op verstedelijking, moesten individuen
zich specialiseren in een bepaald vakgebied om marktaandeel te verkrijgen. Deze focus op het verkrijgen van
geld vermindert het aantal emotionele gehechtheden en intieme banden die men heeft met anderen.
Bovendien zijn er in de stedelijk omgeving enorme hoeveelheden sociale groepen om mee te werken, zowel
geld als beschikbaarheid van groepen geven individuen de vrijheid om deel uit te maken van een sociale groep.
Dit wil echter niet zeggen dat de relatie of gehechtheid aan deze verschillenden netwerken sterk is. Het is in
plaats daarvan nogal zwak.
Simmel geloofde dat de kwaliteit van de relaties varieerde tussen kleine, landelijke steden en grote, stedelijke
steden en deze variabiliteit had grote invloed op de psyche. In kleine steden hebben individuen meer
organische sociale netwerken die zich op natuurlijke wijze ontwikkelen op basis van traditionele groepen van
het gezin. De beperkte grootte en het aantal groepen in de stad hielden ook rekening met de groepskeuze. De
keuze van groepen kan beperkt zijn, maar de relaties zijn intiemer en betekenisvoller; de banden tussen leden
van kleine groepen zijn vrij sterk. Individuen volgen de normen van de kleine organische groep om niet op te
vallen. Rationele groepen zijn daarentegen methodisch geconstrueerd. Zelfs berekend, en zijn heersende
stedelijke instellingen, zoals Simmel opmerkt, vooral omdat de ‘de metropool is altijd de zetel van de
geldeconomie geweest’. Hier kiezen individuen hun relaties en sociale groepen om reationele redenen. Deze
keuzes zijn meestal doelgericht, zoals in ‘at kan ik hieruit halen zonder te veel van mijn al uitgeputte energie te
gebruiken?’. Hoewel mensen groepen en sociale structuren nodig hebben, kan te veel complexe groepen en
relaties, zoals in de stad, het niveau van stimuli verhogen en bijdragen aan de blasé grootstedelijke houding.
Met andere woorden, we kunnen slechts zoveel van onszelf in één groep investeren en als we te veel groepen
in de stedelijk omgeving ervaren, kan de overbelasting van stimuli ons terugtrekken.
, URBANISM AS A WAY OF LIFE – WIRTH
In grote steden zijn mensen het verst verwijderd van de natuurlijke condities en levenskarakteristieken. De
huidige wereld bestaat niet meer uit kleine groepjes geïsoleerde mensen die verspreid zitten over bepaalde
plaatsen. De groei van de steden en de urbanisatie van de wereld is een van de indrukwekkendste
ontwikkelingen geweest van de moderne tijd. Door de stedelijke groei is ook het sociale leven drastische
veranderd, waardoor dit een interessant onderzoeksobject werd voor sociologen.
Sociologische definitie: er is geen eenduidige definitie van ‘de stad’ te vinden in de literatuur. Wel proberen de
sociologen rekening te houden met alle elementen van urbanisatie die grote steden onderscheidend maakt qua
levenssfeer. Hierdoor wordt er gesteld dat het aantal inwoners dat ‘een stad’ nodig heeft slecht voor
administratieve doeleinden is, want dorpen die dichtbij metropolen liggen zullen meer weg hebben van een
stad dan grotere geïsoleerde steden. Vroeger werd gedacht dat mensen naar de stad trokken, omdat daar veel
meer faciliteiten waren. Nu trekken mensen ook naar de stad toe vanwege de levenssfeer en het stadsleven an
sich. Hierbij moet niet alleen gekeken worden naar de overeenkomstige kenmerken van steden, maar ook naar
de verschillende kenmerken van de steden onderling. Hieruit blijkt namelijk dat er verschillende soorten steden
zijn: kleine industriële steden, grote geïsoleerde centra, etc.
Een algemene sociologische definitie kan niet alle verschillende details van steden omvatten, maar moet wel
bestaan uit de overeenkomsten van de sociale entiteiten. Ook moet er rekening worden gehouden met de
manier van leven en de lokale en historische culturele kenmerken, aangezien deze het stadsleven hebben
gevormd en veranderd tot ‘een stad’. Dit is vooral ontstaan na de moderne technologie, waardoor
massaproducties en kapitalistische bedrijven ontstonden. De hele algemene sociologische definitie is: een stad
is een relatief grote, dichte en permanente plaats waar een grote groep heterogene mensen woont.
Urbanisatietheorie
In het artikel worden een aantal kenmerken van een stad uiteengezet. Het grootste probleem voor de
staddssociolog is om de verschillende vormen van sociale acties en organisaties te ontdekken en bloot te
leggen binnen steden met een grote heterogeniteit. Er zijn een aantal sociologische aspecten die de basis
vormen voor observatie en onderzoek in de stad:
1. De grootte van de populatie. De groei van het aantal inwoners in een plaats zal de relatie tussen hen
en het karakter van de stad beïnvloeden/veranderen. Hoe meer mensen participeren in een stad, hoe
groter de differentiaties zijn tussen de inwoners (cultureel leven, ideeën, persoonlijkheden, etc).
Hierdoor zullen mensen zich gaan clusteren op basis van ras/etniciteit/klasse etc, waardoor er sociale
segregatie zal ontstaan. Doordat er zo veel mensen in een stad wonen, is het onmogelijk om iedereen
persoonlijk te kennen, waardoor de sociale banden en relaties zwakker worden dan in dorpen.
Secundaire relaties worden dus sterker dan primaire banden. Ondanks dat het contact wel face-to-
face is, is het contact vaak oppervlakkig en onpersoonlijk. Hierdoor wordt het noodzakelijk om te
communiceren via mediums (kranten etc).
2. Dichtheid. De dichtheid versterkt het effect van diversiteit en maakt de sociale structuur van de
samenleving nog complexer. Onze fysieke contacten zijn dichtbij, maar onze sociale contacten kunnen
ver weg zijn. Ook dit kan voor segregatie zorgen, doordat veel mensen met dezelfde interesses bij
elkaar gaan wonen, waardoor de transitie van de ene buurt naar de andere erg abrupt is. In plekken
waar de dichtheid groot is en veel mensen dus dicht bij elkaar werken en wonen zonder dat zij sociale
banden met elkaar hebben, ontstaat competitief gedrag en wederzijdse exploitatie. Dit zorgt voor
onderlinge spanningen en persoonlijke frustraties in dichtbevolkte gebieden.
3. Heterogeniteit. Door een grotere heterogeniteit wordt de samenlevingsstructuur nog complexer
omdat er een nog bredere sociale stratificatie ontstaat dan in geïntegreerde samenlevingen. Hierdoor
wordt de samenleving instabiel, waardoor de status van verschillende groepen fluctueert en dus
onzeker is. Om goed te kunnen participeren in zo’n heterogene samenleving zal iedereen iets van zijn
individualiteit moeten opgeven, om op die manier flexibel om te kunnen gaan met de anderen in de
wijdere samenleving en te kunnen leven in een wereld van massaproductie en automatisering, want
veel mensen zullen gebruik moeten maken van dezelfde faciliteiten en instituties, waardoor zij zich
gedeeltelijk aan elkaar moeten aanpassen. Ook dit is te zien op culturele instituties zoals scholen, in
films, in de krant, etc.
Relatie tussen theorie en onderzoek
De sociologische benadering van een stad maakt het noodzakelijk en essentieel voor de empirische
onderzoeker om niet alleen te focussen op de problemen en processen, maar ook op de stad als object in een
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sannespan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.