Samenvatting van het Handboek Suïcidaal Gedrag geschreven door Van Heeringen en collega's. De literatuur is onderdeel van het vak Psychopathologie, gegeven in de master Gezondheidszorgpsychologie aan de Radboud Universiteit. De verplichte hoofdstukken (2,3,4,6) voor het tentamen zijn samengevat.
Hoofdstuk 2 – Terminologie, definities en epidemiologie
Om vergelijkingen van suïcides tussen landen en regio’s mogelijk te maken wordt het uitgedrukt in
suïcide rates of suïcidecijfers. Dit sterftecijfer houdt rekening met leeftijdssamenstelling van de
bevolking en betreft het aantal suïcides per 100.000 inwoners in een bepaalde tijdsperiode
(meestal een kalenderjaar).
Terminologie en definities
- Suïcide: daad met dodelijke afloop die de overledene in de wetenschap of de verwachting
van een potentiële dodelijke afloop heeft geïnitieerd en uitgevoerd met als doel gewenste
veranderingen te bewerkstelligen.
- Suïcidepoging: niet-habitueel gedrag zonder dodelijke afloop dat de persoon initieert en
uitvoert met de verwachting of het risico te overlijden of lichamelijke schade te veroorzaken
en met als doel gewenste veranderingen te bewerkstelligen.
- Suïcidale ideatie of suïcidale gedachten: actief denken aan of het overwegen van suïcide,
als mogelijkheid of als uitweg om ervaren problemen te verminderen of op te lossen
- Suïcidaliteit: geheel van gedachten, wensen, fantasieën, voorbereidende handelingen en
suïcidepogingen
Evolutie
In Nederland fluctueert het vóórkomen van suïcides in de tijd
- Tot het einde van de jaren tachtig was er eerst een periode van
toename (boven de o%-lijn), gevolgd door een periode van
afname (onder de o%-lijn).
Aantallen, leeftijd en geslacht suïcide
- Vlaanderen > buurlanden
- In Nederland zien we een vergelijkbare geslachts- en
leeftijdsverdeling.
- Mannen > vrouwen
Risico op suïcide
Er is een duidelijke samenhang tussen de burgerlijke staat
en het vóórkomen van suïcide. Dit effect is afhankelijk van
leeftijd en geslacht, maar is wel relatief stabiel over tijd.
- Groter risico op overlijden door suïcide: niet-
gehuwden, jong gescheiden mannen, weduwnaars,
alleenstaanden, inwoners van instellingen,
immigranten van tweede generatie, langdurige
werkloosheid, laagste inkomensgroep
- Een eerdere suïcidepoging is de belangrijkste
risicofactor voor suïcide. Hoe meer suïcidepogingen
en hoe recenter deze hebben plaatsgevonden, des
te hoger het risico
Standardized motality ratio: de verhouding tussen het
werkelijke en het ‘te verwachten’ aantal suïcides
Methode
Verhanging is de meest gehanteerde methode. Ook in
andere lande met hoge inkomens is dit het merendeel. In VS
meer suïcides door vuurwapens vanwege vrij wapenbezig
De epidemiologie van suïcidepogingen kunnen op twee
manieren in kaart worden gebracht
- Registraties op spoedafdelingen waarvoor medische hulp werd verkregen
- Bevolkingsonderzoek
Nederland kent (nog) geen landelijk, eenduidig registratiesysteem van suïcidepogingen
Aantallen suïcidepogingen
Bij de spoeddienst in Vlaanderen wordt bij de registratie van
suïcidepogingen onderscheid gemaakt tussen:
1
, - Event-based rates: het aantal suïcidepogingen per 100.000 inwoners
- Person-based rates: het aantal personen dat een suïcidepoging ondernam per 100.000
inwoners
Leeftijd en geslacht suïcidepogingen
- Vrouwen > mannen
- Meest voorkomende leeftijd: 20-34 en 40-44 jaar
Risicofactoren suïcidepogingen
- Alleenstaand, gescheiden, alleenwonend, laag opgeleid,
(langdurig) werkloos
- Hoe korter de termijn is van de voorgaande tot de huidige
suïcidepoging, des te acuter is het gevaar voor herhaald
suïcidaal gedrag.
Methode
Zelfvergiftiging door inname van geneesmiddelen is de meest gehanteerde methode. Vrouwen
passen vaker zelfvergiftiging toe dan mannen en mannen verwonden zichzelf vaker
Bevolkingsstudies
Levensprevalentie van een suïcidepoging: 3%
Epidemiologie van suïcidegedachten
- 13% van de Vlaamse bevolking van 15 jaar en ouder heeft ooit in zijn leven ernstig aan
suïcide gedacht
- 8% van de Nederlanders heeft ooit in het leven suïcidegedachten gehad
- Het denken aan suïcide verschilt niet significant tussen mannen en vrouwen.
Betrouwbaarheid in cijfers
- Er is een onderrapportering van het reële aantal suïcides omdat het lastig is de
doodsoorzaak en intentie uit te drukken in een ICD-code
- Onderrapportage in Europese landen vanwege:
- Verschillen in wetgeving
- Culturele gevoeligheid
- Verschillen met betrekking tot de gehanteerde registratiemethodes
- Suïcidepogingen worden ook onderschat
- Ziekenhuizen registeren alleen degenen waar medische behandeling bij kwam
- Herinnering kan de ernst van suïcidaliteit beïnvloeden bij bevolkingsstudies
Hoofdstuk 3 – Psychologische processen
Het psychologische proces naar suïcidaal gedrag: een
beschrijvend model
Integrated motivational-volitional model: ziet suïcidaliteit als
uitkomst van gepland gedrag. Het model beschrijft:
- De premotivationele fase: context waarbinnen
suïcidaliteit kan ontstaan
- Motivationele fase: suïcidale gedachten ontwikkelen
zich
- Intentionele fase: gedachten worden omgezet in
daadwerkelijk gedrag
Premotivationele fase: de context
Voedingsbodem
- Gebeurtenissen uit jeugd: traumatisering, verwaarlozing, seksueel misbruik, achterstelling,
leidend tot in de persoonlijkheid veranderde schema’s: ‘ik ben niets waard’
- Depressie: negatieve gedachten, opvattingen, verwachtingen, zelfbeeld en over toekomst
- Interpersoonlijke gevoeligheid: bedreiging van verbondenheid door bijv. kritiek of separatie
- Zelfhaat: als kind gehaat werd, ongewenst was, misbruikt emotioneel mishandeld
geïnternaliseerde straffende ouder
Motivationele fase
Uitzichtloosheid, gevoel gefaald te hebben, negatief zelfbeeld. Faalervaringen niet langer kunnen
verdragen is voor patiënt bewijs van zwak karakter. Men voelt zich overwonnen door de anderen,
door het leven.
Bedreigende factoren
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur smaasbach. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.