Methoden van Communicatie Onderzoek en Beschrijvende Statistiek
Resume
Samenvatting Methoden van Communicatie Onderzoek en Beschrijvende Statistiek deeltentamen 2, Communicatiewetenschap UvA jaar 1
80 vues 2 fois vendu
Cours
Methoden van Communicatie Onderzoek en Beschrijvende Statistiek
Établissement
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Samenvatting van hoorcolleges met de onderwerpen:
- A: Survey, Experiment, Inhoudsanalyse, Kwalitatief onderzoek, literatuuronderzoek en wetenschappelijke vastlegging
- B: Afhankelijke en onafhankelijke t-toets, variantieanalyses, kruistabellen en schaalconstructie
*Ik had een 8,8 voor de eerste d...
Methoden van Communicatie Onderzoek en Beschrijvende Statistiek
Tous les documents sur ce sujet (24)
Vendeur
S'abonner
evaavanzanten
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting MCOS deeltoets 2
Week 6
A: Survey-onderzoek en latente variabelen
Survey: beschrijven/verklaren van sociale verschijnselen door middel van:
- Symmetrische verbanden
- Grote mate van standaardisatie:
o Van de vragenlijst
o Van de modus van afname
- Reactief onderzoek: uitgelokt gedrag
- Meetmomenten:
o Eenmalig: cross-sectioneel
o Herhaald: longitudinaal
Trendsurvey:
Dezelfde vragen, verschillende respondenten
Zegt alleen iets op groepsniveau
Panelsurvey:
Dezelfde vragen, dezelfde respondenten
Zegt ook iets op individueel niveau
Niet praktisch haalbaar
- Modus van afname:
Snelheid Complexiteit Kosten Respons
mogelijk
Met Persoonlijk: Langzaam Zeer hoog Zeer hoog Goed
interviewer face-to-face
(‘capi’)
Telefonisch Snel Hoog Hoog Redelijk
(‘cati’)
Zonder Schriftelijk: Langzaam Laag Redelijk Matig
interviewer paper-and- laag
pencil
(‘casi’)
Email/ Snel Hoog Zeer laag Redelijk tot
websurvey matig
(‘cawi’)
- Operationalisatie:
o Open vragen: geen antwoordmogelijkheden
Voordeel: geen bias/sturen via antwoordopties
Nadeel:
Antwoorden invoeren/coderen veel werk
Meer moeite respondent
o Gesloten vragen:
Voordeel:
Makkelijk voor respondent
Makkelijk voor data-invoer
Nadeel:
Mogelijke beïnvloeding door antwoordopties (bias)
- Complexiteit variabelen:
o Manifest: direct waarneembaar
o Latent: complexe begrippen (gevoelens, attituden, meningen)
, Meetschaal: meerdere vragen/items om latent construct te meten
Semantische differentiaal: geeft betekenis door middel van
tegenovergestelden
Likert: helemaal mee eens tot helemaal oneens
- Goede vragen:
o Taalgebruik op doelgroep aanpassen
o Op één manier te interpreteren
o Geen double-barrelled questions: 1 vraag per stelling
o Neutrale vragen, geen bias
o Geen dubbele ontkenning
o Inleiding gevoelige onderwerpen
o Routing: alleen relevante vragen voor respondent
o Pilot-testen
- Goede antwoordmogelijkheden:
o Sluiten aan bij vraag
o Uitputtend/exhaustive: alle mogelijke antwoorden opgenomen
o Wederzijds uitsluitend/mutually exclusive: sluiten elkaar uit
- Responsvertekening: Sociale wenselijkheid
o Geen oprecht antwoord, niet valide (vooral bij gevoelige onderwerpen)
o Subgroup/peer group: verwachtingen van maatschappij
o Sterker bij gebruik interviewer
o Oplossing:
Minder beladen maken
Garandeer anonimiteit
Geen interviewer gebruiken
- Validiteit:
o Meet-/constructvaliditeit: kwaliteit van je meting/schaal
Complexe begrippen, weglaten van slechte vragen
o Externe validiteit: generaliseerbaarheid van je onderzoek (hoog bij survey)
o Interne validiteit: kwaliteit van je onderzoeksdesign (laag bij survey)
Hoe zeker ben je over je conclusie, zijn er andere verklaringen?
- Betrouwbaarheidsmaten:
o Interne consistentie meting: consistente items binnen één meting
o Test-hertest betrouwbaarheid: consistentie van twee gelijke metingen op
verschillende momenten
o Test-paralleltest: consistentie van twee verschillende metingen op hetzelfde
moment
o Split-half: consistentie van twee helften op verschillende momenten, zelfde
respondenten
- Steekproeven/populatievaliditeit:
o Groot naar klein: populatie > steekproefkader > steekproef
o Representativiteit: steekproef weerspiegelt de populatie op bepaalde
kenmerken
o Definitie populatie > operationalisering populatie > steekproefplan > selectie
onderzoekseenheden: vaak oversampeling door non-respons
Steekproefkader: administratie van de populatie
Onderdekking: bepaalde groepen mensen ontbreken
Overdekking: bevat mensen die er niet horen
, o Kans-Steekproeven: hoge representativiteit, vaak niet haalbaar
Enkelvoudig aselecte steekproef: toevalssteekproef uit alle
onderzoekseenheden
Systematische steekproef: systematisch uit hele populatie een aselecte
eenheid trekken met random startpunt
Gestratificeerde steekproef: doelgroep verdelen in relevante groepen,
uit deze groepen aselect een bepaald percentage selecteren
Clustersteekproef: doelgroep verdelen in relevante clusters, random
aantal clusters selecteren en alle mensen uit deze clusters laten
deelnemen
Getrapte/multi-stage steekproef: clustersteekproef maar random aantal
eenheden uit een paar van de clusters selecteren
o Niet-kans-steekproeven: makkelijk te verzamelen data en
onderzoekseenheden maar niet generaliseerbaar, lage representativiteit (bias)
Census-steekproef: hele populatie laten deelnemen in onderzoek
Door big-data eerder haalbaar
Geen steekproef
Quotasteekproef: onderzoeker selecteert de groepen op basis van
kenmerken
Sneeuwbalsteekproef: respondent selecteert volgende respondent
Gemakssteekproef/Convenience sample: wat voorhanden is (bijv. via
social media aan netwerk vragen)
o Algehele/unit non-respons: bepaalde eenheden weigeren of niet in staat om de
deel te nemen, vullen de hele survey niet in
Oplossing:
Oversampling
Incentive: kan leiden tot verkeerde motieven en wenselijke
antwoorden, ‘wil-factor’
Goed getrainde interviewers inzetten
Mixed mode survey inzetten, ‘kan-factor’
o Pas op voor sociale wenselijkheid
o Item non-respons: afzonderlijke vraag niet beantwoord
Vraag wordt niet begrepen, willen ze niet beantwoorden
Oplossing:
Pilot-testen
Vragen anders stellen
Andere modus van afname
o Anoniemer maken
o Persoonlijk interview
o Non-respons bias: systematisch verschil tussen respondenten, niet-
respondenten en hun antwoorden, bedreiging externe validiteit
Als non-respons samenhangt met kenmerken van de populatie
B: T-toetsen voor het vergelijken van twee gemiddelden
T-toetsen hebben vaak verschil in de onderzoeksvraag
T-toetsen voor twee gemiddelden:
- Onafhankelijke t-toets: vergelijkt gemiddelde
verschillen op basis van onafhankelijke data, bijv. twee
verschillende groepen mensen, groepen die elkaar uitsluiten:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evaavanzanten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.