Voor het schrijven van je essay mocht je een document mee. Dit was de mijne en bevat een samenvatting van de hoorcolleges, het recht, het boek, de werkgroepen en een begrippenlijst.
Hoorcollege 3. De patiënt de baas? Patiënt-hulpverlener relaties in
juridisch perspectief
Begrijpen AP-relatie (arts-patient)
Macro: Structureel-maatschappelijk perspectief (‘helicopterview’)
• Structureel-functionalistisch (Parsons)
• Structureel-conflict (Freidson)
Micro: kenmerken individuele interacties
• AP-relatie als ritueel (Strong)
Conflict is kritisch tussen de onder en bovenklasse.
Structurele functionalistisch
Parsons: (1951): zowel arts als patiënt hebben rechten en plichten
• Patiënt moet beter willen worden...
• Arts-patiënt relatie is wederkerig, maar niet gelijkwaardig → consensus
Sprake van een zekere hiërarchie, die is eigenlijk ook wel goed. Die maakt het beroep van
arts aantrekkelijk. Hiërarchie is functioneel.
Structureel conflict
Probleem: consensus in de praktijk niet altijd bereikt.
- Arts niet objectief (implicit bias, stereotypen, waardeoordelen –WG 1)
→ plichten onder druk!
- Dokter weet het niet altijd beter (ervaringskennis, niet altijd objectief)
- Patiënt voelt zich niet altijd serieus genomen
• Freidson (1975) ‘Clash of perspectives’: “The separate worlds of experience and reference
of the layman and the professional workers are always in potential conflict with each other.”
Freidson: patient die wil iet en de arts die wil iets. De arts is hierin dominant en probeert dit
op te leggen
Ideologische basis AP-relatie
Kritische analyses zijn gebaseerd op marx.
Marxistische analyse: je individuele probleem komt door een hoop andere problemen om je
heen (zoals leefomgeving).
• Marxistische analyse (macro)
• Geven dominante normen door (werk – gezondheid)
• “Mediators of social control”
• Medicaliseren sociaaleconomische problemen
• Betrokkenheid of bemoeienis? ‘Double binds’:
• Medicalisering vs. verwaarlozen sociale oorzaak ziekte
• ‘Weldoen’ vs. ‘Respect voor autonomie’
• “Medical practitioners cannot win” (Nettleton)
1
,Arts en patiënt als sociale actoren
• Hoe komen arts en patiënt tot een behandeling?
• Micro-analyse van AP-relaties
• Bestuderen symboliek in communicatie
• Identiteiten, machtsverhoudingen in de praktijk
• Maar in beste geval: coproductie
Micro-analyse: interacties tussen individuen. Interacties zorgen voor structuren.
Coproductie: specialistische kennis en de ervaring van de patiënt komen samen.
Risico is door een patiënt niet goed in te schatten. Artsen zijn daarin getraind. In hoever
moet de arts dat vertellen. Nosebo effect, patiënt voelt het effect die verteld is terwijl dat
waarschijnlijk niet zou voelen wanneer de patiënt ziet zou weten over deze bijwerkingen.
EHealth en positie van de patiënt:
• Empowerment: versterkt gevoel van controle, keuze-ondersteuning (maar ook:
responsibility shift).
• Toegang tot informatie: onderling delen van informatie, problemen en oplossingen, vooraf
vragen formuleren (maar ook: foutieve informatie).
• Hefboom: stimuleert een veranderproces bij professionals (maar ook: afrekencultuur).
Verbeteren of verstoren van arts-patiëntrelatie?
• Kan bedreigend zijn om tegenover een goed geïnformeerde patiënt te zitten
• Frustratie: bespreken en corrigeren van verkeerde informatie
• Toename van zorgvragen door ongerustheid
Morele gevolgen eHealth
• E-health leidt tot een nieuwe verdeling van taken en verantwoordelijkheden; steeds meer
taken worden overgeheveld naar de patiënt en zijn omgeving.
• Verschuiven van taken en verantwoordelijkheden; blijft eHealth een keuze of wordt het
(gevoeld als) een plicht? Wie is verantwoordelijk voor medische fouten?
• Toegang tot zorg staat onder druk: Digitale ongelijkheid
Hoorcollege 4. Het lichaam als sociaal verschijnsel
In de arts-patiëntrelatie? Goed geïnformeerd worden en privacy.
Voor wie geldt de Wgbo
• deze wet regelt de juridische relatie tussen de artsen en de patient.
• Doel is het verbeteren van de rechtsprositie van de patient.
• Geldt niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in verpleeghuizen, zorg voor mensen met een
verstandelijke beperking en thuiszorg.
• En niet alleen voor artsen, maar ook andere zorgverleners (zoals Tandartsen en
fysiotherapeuten).
Behandelingsovereenkomst
• Gaat eigenlijk al heel snel gelden: als patiënt of cliënt in de wachtkamer zit, of als een
patiënt belt om een afspraak te maken.
• Nader geregeld in het burgerlijk wetboek (overeenkomsten)
• Overeenkomsten worden gekenmerkt door rechten en plichten
Verankert in het burgerlijk wetboek.
WGBO
• Rechten van patiënten
• Plichten van hulpverleners
• Belangrijkste thema’s:
- ‘informed consent’ (recht op niet weten, therapeutische exceptie) à
- wilsbekwaamheid (leeftijdsgrenzen, vertegenwoordiging)
Informed consent
Bestaat uit informatieplicht en toestemmingsverklaring.
Invulling open normen
• (tucht)rechtspraak: jurisprudentie
• (zorg)Praktijk: professionele standaard, wat is in een bepaalde situatie goed handelen.
Belangrijke richtlijnen KNMG (voor zorgverleners)
• Richtlijn omgaan met medische gegevens
• Meldcode kindermishandeling
• Dubbele toestemming minderjarigen
• Niet-aangaan of beëindiging behandelingsovereenkomst
• Inzage in medische dossiers door nabestaanden
• Artsen en social media
• KNMG/KNMP richtlijn uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding
Hoorcollege 5. Sociologie van het lichaam
Lichaam in historische context
• 17e eeuw: lichaam is een machine/mechanisme (Descartes, mechanistisch wereldbeeld)
• 19e eeuw: opkomst evolutieleer, determinisme
• Sociobiologie (vanaf 19e eeuw): het lichaam en gedrag staan vast, zijn
biologisch/genetisch/evolutionair bepaald
• Mannelijke lichaam (blanke man) is norm(aal)
• Verschillen in gender & etniciteit zijn variaties op de norm
De sociologie van het lichaam
•Een vorm van sociologie die de representaties en sociale functies van het menselijk
lichaam in samenlevingen bestudeert
•Ontstaan vanaf jaren 70/80 van de 20e eeuw
•Anti-essentialistisch: ‘het lichaam is (tenminste ten dele) een menselijk, sociaal construct.’
•Ontstaan van deze discipline valt samen met serie ontwikkelingen die de grens tussen
natuurlijk en sociaal lichaam doen vervagen
4 belangrijke ontwikkelingen
1. Het besef dat het lichaam een politieke dimensie heeft
2. Technologische ontwikkelingen
3. De (on)maakbaarheid van het lichaam
4. Vergrijzing, (het uitstellen van/zelf kiezen van de) dood
Ontwikkeling 3: het ‘perfecte’ lichaam is maakbaar
• Esthetisch ideaal ‘het perfecte, maakbare lichaam’
• Consumentenindustrie, vrijheid om levensstijl te kiezen
Ontwikkeling 4: vergrijzing
• Vergrijzing ouder worden, euthanasie, etc.
3
, – Is het einde van het lichaam/leven maakbaar?
– Moeten/kunnen we ouder worden bestrijden?
Mary Douglas – sociaal antropoloog
Purity and Danger (1966)
• Sociale structuren worden georganiseerd op basis van het onderscheid puur – niet-puur,
vies-schoon
• Afrikaanse stammen/culturen hedendaagse Westerse culturen
• Gaat niet alleen om feitelijke hygiene/gezondheid, maar ook om moraliteit/waardering
Voorbeelden:
• Eet- & leefregels (halal, kosjer, vegan, biologisch)
• Maagdelijkheid
• Menstruatie
• Lichaamsbeharing
Dit is allemaal van invloed op het lichaam lichaam is een sociaal construct
Conclusies
• Sociologie van het lichaam: bevraagt relatie samenlevingen en representaties en functies
van het lichaam
– Lichaam is in wording, als project van individu
– Sociale regulering en vorming van het lichaam door samenleving
• Waardering van het lichaam: voortdurend onderhevig aan sociaal-culturele factoren
Het recht
De evolutie van deze benaderingen reflecteerde de maatschappelijke opvattingen en
ontwikkelingen rondom geestesziekten. Van dolhuizen en bewaaroorden in het verleden tot
de opkomst van therapeutische experimenten, het humaniseringstreven en de
Krankzinnigenwet van 1884. Het gebruik van isoleercellen, hoewel vroeger als acceptabel
beschouwd, wordt nu als problematisch beschouwd. Je stopt iemand die al problemen heeft
in een isoleercel. Zou eigenlijk niet moeten.
Verschuiving in de visie op dwang:
Paternalistische benadering (Krankzinnigenwet 1884-1994): Nadruk op bestwil
principe en bescherming van de samenleving tegen afwijkend gedrag, maar gebrek
aan autonomie voor de cliënt.
Autonomie centraal (Wet BOPZ 1994-2020): Focus op ingrijpen alleen bij gevaar,
maar risico op verwaarlozing, laat ingrijpen en gebrek aan aandacht voor
cliëntbehoeften.
Voorbij paternalisme en autonomie, vanaf 2000 (Wet verplichte GGZ): Inclusief
zorgethische benadering met continue aandacht voor het netwerk van de patiënt en
contact met de patiënt. Zorgethische benadering.
Tronto (1993): Op het meest algemene niveau moet zorg worden begrepen als een
soort activiteit die alles omvat wat wij doen om onze wereld te handhaven, te
continueren en te herstellen, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven.
Mensen zijn niet onafhankelijk maar geven betekenis aan hun leven en identiteit in
relatie en in interactie met anderen
Weldoen vs Autonomie
• Gaat uit van de vraag wanneer dwang gerechtvaardigd is
• Weinig aandacht voor (de relatie met) de patiënt en zijn/ haar behoeften en waarden
• Geen aandacht voor wederzijdse verwachtingen en morele verplichtingen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur famkebrieffies. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.